Omvang geschil in beginsel bepaald door in vragenformulier door consument vermelde klacht. Consument heeft tijdig geklaagd. Faillissement ondernemer staat dan behandeling van de zaak niet in de weg.

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Faillissement/surseance van betaling/bedrijfsbeëindiging    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 57329

De uitspraak:

Nader deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige Vogelvang heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Bij de consument trof ik de vinyl (planken vloer) in haar hal, woonkamer en keuken aan. Op het eerste gezicht een prachtige vloer wat betreft de kleur waarbij goed gecombineerde meubelen gekozen zijn tot een mooi geheel.   Door de vloer nader te beoordelen op door wat de consument in haar bijlagen omschrijft, het volgende. Wat de kraters betreft (indrukken in het vinyl veroorzaakt door de poten van de eetkamerstoelen) constateerde ik dat dit zich hoofdzakelijk voordoet op de plaats van de rechter eetkamerstoel op de hoek vooraan. Consument liet mij weten, dat deze plaats en de tegenoverliggende plaats door haar en haar man intensief worden gebruikt, gezien ook de nauwelijks zichtbare afdrukken van de poten in het vinyl bij de vier weinig gebruikte eetkamerstoelen. Wel bevreemdt mij dat de plaats tegenover de eetkamerstoel waar veel afdrukken zichtbaar zijn, op die plaats ook nauwelijks afdrukken te zien zijn. Naar mijn mening wordt op de plaats met veel indrukken vele malen meer gezeten dan op de overige eetkamerstoelen, waardoor deze indrukken in het vinyl niet de tijd krijgen om te herstellen.   Ik moet toegeven dat het draagvlak onder de stoelpoten 15 x 45 mm aan de smalle kant is en hierdoor meer indrukking wordt veroorzaakt; dit in vergelijking met de twee fauteuils staande achter in de woonkamer bij het raam. De fauteuils hebben als draagvlak een ronde vorm met een doorsnede van ongeveer 30 mm. Deze twee fauteuils zijn behoorlijk zwaar en laten nauwelijks afdrukken na.   Waar ik mij tijdens het beoordelen van de indrukken in het vinyl meer aan stoorde, zijn de oneffenheden in de ondervloer. Uit de stukken lees ik dat de eerst aangebrachte vinylvloer is verwijderd en vervolgens een nieuwe vinylvloer is aangebracht. Na het verwijderen van het vinyl is de ondervloer alleen geschuurd en daarna opnieuw voorzien van vinyl, volgens de consument.   Ik constateer aan de ondervloer duidelijke schuurslagen (geschuurd met een schuurmachine met schuurpad) die zich ernstig afteken door het gehele vertrek. Het mag wel duidelijk zijn dat deze woonkamer aan veel strijklicht onderhevig is, waarbij deze oneffenheden nog eens extra worden geactiveerd.   Mijn conclusie in deze is dat de indrukking (kraters) inherent is aan elastische vloerbedekking en de tijd moet krijgen om te herstellen. Na mijn mening is het ook niet gelegen aan de kwaliteit van het vinyl daar deze tot een hoogwaardig ISO9001 gecertificeerd product behoort. Wel stoor ik mij aan de slecht geschuurde ondervloer, welke naar mijn mening na het schuren geëgaliseerd had mogen worden, waardoor deze schuurslagen voorkomen hadden kunnen worden.   De verdere beoordeling van het geschil   De commissie overweegt het volgende.   Dat de ondernemer bij rechterlijk vonnis van 18 oktober 2011 in staat van faillissement is verklaard, belet niet dat de commissie de klacht (verder) beoordeelt.   De omvang van de rechtsstrijd wordt in beginsel bepaald door de in het vragenformulier door de consument vermelde klacht. Van de zijde van de ondernemer wordt eerst nu opgeworpen dat daarin de klacht niet is omschreven, maar de commissie gaat hieraan voorbij nu de ondernemer (onder meer blijkens zijn brief van 29 maart 2011, dus de brief waarin hij de consument verwees naar de commissie) van meet af aan duidelijk was wat de klacht van de consument concreet inhield. Uit die brief van 29 maart 2011 volgt dat de ondernemer wist dat de klacht betrekking had op het ontstaan van kraters in de vloer maar daartoe niet beperkt was en in ieder geval ook problemen “door het verlijmen/verleggen” betrof. Nu de consument hem bovendien meermalen (zelfs nog bij brief van eveneens 29 maart 2011) heeft geschreven over oneffenheden die de vloer voor de consument een onacceptabel uiterlijk geven, wist de ondernemer dat de klacht zich ook hiertoe uitstrekt, althans had de ondernemer dit behoren te weten.   De commissie blijft bij hetgeen zij in het tussenadvies heeft overwogen en beslist. Voorzover van de zijde van de ondernemer thans een beroep wordt gedaan op het rapport van deskundige De Vries is in het tussenadvies al uitdrukkelijk en zonder voorbehoud beslist dat de commissie haar eindoordeel niet op dit rapport zal gronden. Inmiddels is (nader) rapport uitgebracht door deskundige Vogelvang en de commissie ziet geen concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid of volledigheid van het door hem uitgebrachte rapport. Het rapport van deskundige Vogelvang is voldoende met redenen omkleed, is logisch te volgen en zijn bevindingen en conclusies komen de commissie overtuigend voor.   Volgens deskundige Vogelvang beantwoordt de vloer aan de overeenkomst voorzover het, zeker wat de indrukking en de kwaliteit vinyl betreft, de eigenschappen bezit die daaraan inherent zijn en door de consument mochten worden verwacht. Voorzover hij tevens rapporteert over storend geachte oneffenheden of schuurslagen veroorzaakt door het verrichte schuurwerk, beantwoordt de vloer echter niet aan de overeenkomst en blijkt het door de ondernemer uitgevoerde werk niet deugdelijk, althans niet voldoende vakkundig, te zijn verricht.   Gelet op het deskundigenbericht en de daarbij gevoegde foto’s oordeelt de commissie het technisch mogelijk geachte herstel in dit geval niet redelijk en billijk ter beëindiging van het geschil, maar oordeelt de commissie het redelijk en billijk ter beëindiging van het geschil dat de ondernemer aan de consument een vergoeding van € 750,– betaalt.   Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de klacht slechts gedeeltelijk gegrond is. Daarom dient de ondernemer het betaalde klachtengeld voor de helft aan de consument te vergoeden en een vastgestelde bijdrage in de behandelingskosten te betalen.   De commissie beslist als volgt.   Beslissing   De commissie bepaalt dat de ondernemer aan de consument een vergoeding van € 750,– betaalt. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over het te betalen bedrag.   Bovendien betaalt de ondernemer overeenkomstig het Reglement van de commissie aan de consument een bedrag van € 62,50, zijnde de helft van het door de consument betaalde klachtengeld.   Overeenkomstig het Reglement is de ondernemer als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil aan de commissie een bedrag verschuldigd van € 300,–.   De commissie wijst het meer of anders door de consument verlangde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 21 maart 2012.