Commissie: Post
Categorie: Bewijs
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
45452
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de aflevering van een pakket. De consument heeft op 6 mei 2010 de klacht voorgelegd aan TNT Post. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft een pakket met cd’s en dvd’s naar een adres in [het buitenland] verzonden. De consument heeft het pakket als Internationaal Pakket Plus zending verstuurd. Het pakket is niet afgeleverd aan de geadresseerde. De waarde van de inhoud van het pakket is € 800,–. De consument is het niet eens met het voorstel van TNT Post om een veel geringer bedrag aan schadevergoeding aan hem te betalen. De consument verlangt dat TNT Post hem een schadevergoedingsbedrag betaalt van € 800,–. Standpunt van TNT Post Het standpunt van TNT Post luidt in hoofdzaak als volgt. TNT Post is het met de consument eens dat hij op 6 april 2010 een Internationaal Pakket Plus zending naar een geadresseerde in [het buitenland] heeft gezonden. Het pakket is vermist geraakt. TNT Post is aansprakelijk voor de vermissing van het pakket van de consument. TNT Post heeft de consument daarover geïnformeerd en schadevergoeding aangeboden. TNT Post heeft de consument verzocht aan- of verkoopnota’s van de waarde van de inhoud aan haar over te leggen. De consument heeft geen nota’s overgelegd omdat hij de cd’s en dvd’s contant had gekocht. Op 31 mei 2010 heeft de consument een verklaring van [een persoon] naar TNT Post gestuurd. Daarin geeft betrokkene namens [de kerk] aan dat het kerkkoor een partij van 85 cd’s en dvd’s voor een bedrag van € 850,– aan de consument heeft verkocht. TNT Post aanvaardt deze verklaring niet als bewijs van de waarde van de inhoud van het pakket. Het gevolg daarvan is dat TNT Post in lijn met haar Algemene Voorwaarden aan de consument een schadevergoeding heeft betaald van in totaal € 105,20. Ter zitting heeft TNT Post verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De door de consument geleden schade moet worden aangetoond door een aan- of verkoopnota of een ander verifieerbaar bewijs van de waarde. De brief van [de kerk] is naar de mening van TNT Post te summiere informatie met betrekking tot die waarde. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Niet in geschil is dat de consument een pakket met de aanvullende dienst Internationaal Pakket Plus naar een geadresseerde in [het buitenland] heeft gezonden. Ook is onbetwist dat het pakket niet aan de geadresseerde is afgeleverd en dat TNT Post aansprakelijk is voor de schade die de consument heeft geleden nu het pakket wordt vermist. Echter, TNT Post heeft op grond van haar Algemene Voorwaarden de door haar te betalen schadevergoeding beperkt tot een maximum bedrag. In het onderhavige geval (een Internationaal Pakket Plus binnen de Europese Unie) is het maximum bedrag € 500,–. Daarnaast stelt TNT Post dat de omvang van de schade moet worden aangetoond door aan- of verkoopnota of ander verifieerbaar bewijs van de waarde van de inhoud van het pakket. TNT Post heeft gesteld dat de consument dienaangaande geen bewijs heeft geleverd. De commissie kan zich in die stelling van TNT Post niet vinden. In de eerste plaats blijkt uit het verzendbewijs dat het pakket volgens de omschrijving cd’s bevatte en een bruto gewicht had van 7 kilogram. Dit gewicht is een indicatie dat het pakket ongeveer 85 cd’s en/of dvd’s bevatte. Verder bevindt zich bij de stukken een brief van de consument waarin hij stelt dat hij de cd’s en dvd’s in de kerk heeft gekocht. Met betrekking tot de koopprijs bevindt zich bij de stukken een brief d.d. 2 april 2010 van [de kerk]. De schrijver van de brief verklaart dat de consument 85 dvd’s en cd’s van de kerk heeft gekocht met een waarde van € 850,–. Echter, TNT Post stelt dat die brief niet is een verifieerbaar bewijs van de waarde van de inhoud van het pakket. Naar het oordeel van de commissie ten onrechte. Immers, uit de brief blijkt dat de betreffende kerk geen commerciële instelling is aangezien een registratie bij de Kamer van Koophandel niet op het briefpapier staat. Verder merkt de commissie, wellicht ten overvloede op, dat het een feit van algemene bekendheid is dat cd’s en dvd’s door orkesten, ensembles et cetera. veelal contant zonder ‘bonnetje’ worden verkocht. In deze zaak echter bevindt zich bij de stukken de verklaring van de verkopende partij. Die verklaring is, in samenhang met het ingevulde verzendbewijs en het daarop vermelde gewicht van het pakket, naar het oordeel van de commissie voldoende bewijs dat de consument voor het gestelde bedrag cd’s en dvd’s heeft gekocht. Gelet op hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen leidt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en dat de commissie zal beslissen dat het klachtengeld ad € 25,– aan de consument zal worden betaald. Met betrekking tot de door TNT Post (nog) te betalen schadevergoeding overweegt de commissie het volgende. TNT Post heeft het door haar te betalen schadebedrag voor een Internationaal Pakket Plus gemaximaliseerd tot € 500,–. Zij heeft volgens haar verweerschrift d.d. 15 oktober 2010 reeds aan de consument betaald een bedrag van € 105,20. Dit bedrag is de som van de verzendkosten ad € 25,20 en de schadevergoeding ad (€ 105,20 – € 25,20) = € 80,– volgens de Algemene Voorwaarden van TNT Post. Het gevolg daarvan is dat de commissie TNT Post zal opdragen aan de consument te betalen het restant schadevergoedingsbedrag ad (€ 500,– minus € 80,–) = € 420,–. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing TNT Post betaalt aan de consument een vergoeding van € 420,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt TNT Post bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient TNT Post overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 11 november 2010.