Commissie: Gehandicaptenzorg
Categorie: bejegening / Schadevergoeding
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Schikking ter zitting
Referentiecode:
214916/248427
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een onaangekondigd bezoek van twee facilitaire medewerkers op de kamer van de cliënt leidde tot een incident waarbij de cliënt, naast blijvend letsel aan zijn arm, mentale klachten heeft opgelopen.
Partijen hebben ter zitting een schikking bereikt. De zorgaanbieder betaalt de cliënt een vergoeding voor zijn eigen risico, zijn kapotte kleding, het klachtengeld en ondervonden leed. Daarnaast wordt de letselschade beoordeeld door de letselschadespecialist van de verzekeraar van de zorgaanbieder. De cliënt wordt daarbij ondersteund door de zorgaanbieder.
De uitspraak
In het geschil tussen
de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting Cordaan Groep, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 19 april 2024 te Den Haag. De cliënt was ter zitting aanwezig. Hij werd bijgestaan door de heer [naam] (oud-begeleider) en mevrouw [naam] (zus). Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door de heer [naam] (teammanager) en mevrouw [naam] (directeur).
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
Klacht van de cliënt
De cliënt was op zijn kamer aan het douchen toen zonder aankondiging of toestemming twee facilitaire medewerkers van de zorgaanbieder zijn appartement binnenkwamen. De cliënt schrok erg, waardoor hij door het spatscherm van de douche heeft geslagen en een veneuze bloeding heeft opgelopen. Met de ambulance is de cliënt naar het ziekenhuis gebracht, waar hij onder narcose is geopereerd en achttien hechtingen in zijn arm heeft gekregen.
De gebeurtenis was voor de cliënt traumatisch en hij heeft er blijvend letsel en mentale klachten aan overgehouden. De cliënt heeft een klacht ingediend bij de zorgaanbieder, maar heeft daar maandenlang geen antwoord op ontvangen. De cliënt vordert een schadevergoeding van € 25.000,– vanwege psychische schade en letselschade.
Standpunt van de zorgaanbieder
De juridische afdeling en de verzekeraar hebben het incident beoordeeld en aangegeven dat het incident valt te betreuren, maar dat het wel de verantwoordelijkheid van de cliënt zelf is dat hij door de douchewand heeft geslagen. Ook gaf de juridische afdeling aan de eventuele terugvordering van het eigen risico pas te kunnen beoordelen aan het eind van het jaar, daar de cliënt zijn eigen risico dat jaar mogelijk ook aan een andere aandoening had kunnen verbruiken.
Door vertrek van betrokken medewerkers is de klacht onnodig lang blijven liggen. Na de uitspraak van de juridische afdeling en nadat de cliënt de zaak bij de commissie had ingediend, heeft de zorgaanbieder zelf alsnog besloten het eigen risico en de kapotte kleding te vergoeden. De cliënt vond dit toen echter te laat en wilde de procedure bij de commissie voortzetten. Hierna kwam de mededeling van de cliënt dat hij blijvend letsel heeft overgehouden aan de situatie. De zorgaanbieder is toen nogmaals met hem in gesprek gegaan om de claim te bespreken en nogmaals het aanbod voor de vergoeding van het eigen risico en de kapotte kleding te doen. De blijvende letselschade zal de zorgaanbieder laten beoordelen door de verzekering en een letselschade expert, met als doel een redelijke tegemoetkoming te verkrijgen wanneer de ernst van het blijvend letsel is vastgesteld. Ook in dit gesprek en daarna via telefonisch contact heeft de cliënt bij de manager aangegeven hier geen gebruik van te willen maken en de uitkomst van de procedure bij de commissie af te willen wachten.
Ondanks dat het de zorgaanbieder spijt dat de klachtafhandeling langer heeft geduurd dan gewenst, is het aanbod voor het vergoeden van eigen risico en de kapotte kleding en het laten beoordelen van de blijvende letselschade door de verzekering en een letselschade expert, passend bij de claim. Verder is een excuusbrief gestuurd door de facilitaire afdeling en zijn vele gesprekken gevoerd tussen de cliënt en de manager.
Beoordeling door de commissie
De commissie overweegt het volgende.
Ter zitting heeft de zorgaanbieder erkend dat het incident op 3 januari 2023 en de daardoor ontstane schade niet aan de cliënt zelf te wijten is geweest. Ook heeft de zorgaanbieder erkend dat de communicatie met en bejegening van de cliënt na het incident niet zorgvuldig is geweest en anders had gemoeten.
De zorgaanbieder en de cliënt zijn tijdens de mondelinge behandeling ter beëindiging van hun geschil overeengekomen dat de zorgaanbieder aan de cliënt zal betalen: € 1500,– ter vergoeding van het eigen risico, de kapotte kleding en de immateriële schade die de cliënt heeft geleden. Daarnaast zal de zorgaanbieder het door de cliënt betaalde klachtengeld (€ 52,50) vergoeden.
Bovenstaande vergoeding staat los van het letselschadetraject dat de zorgaanbieder in gang zal zetten. De blijvende letselschade van de cliënt zal worden beoordeeld door een letselschade expert van de verzekeraar van de zorgaanbieder. De commissie wenst te benadrukken dat dit letselschadetraject – zoals ter zitting uitdrukkelijk besproken – een gezamenlijk traject is, waarbij de zorgaanbieder achter de cliënt zal (blijven) staan.
Derhalve wordt als volgt vastgesteld.
Beslissing
De zorgaanbieder dient binnen een maand na de datum van deze beslissing een schadevergoeding van €1.552,50 aan de cliënt te betalen door middel van overboeking op zijn bankrekening.
De aanbieder is overeenkomstig het reglement van de commissie aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM, de heer T. van Dam, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 19 april 2024.