Commissie: Voertuigen
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
51285
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 26 januari 2010 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe [merk en type] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 22.000,–.
De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks januari 2010. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 26 juli 2010 is de consument tijdens een vakantie in [het buitenland] betrokken geraakt bij een ernstig ongeval. De consument heeft na het ongeval een beroep gedaan op [bijstand van het eigen automerk]. Deze voorziening biedt hulp bij pech of ongeval onderweg en geeft recht op vervangend vervoer als de reparatie niet binnen een redelijke termijn kan plaatsvinden. Bij zijn beroep op [deze bijstand] heeft de consument moeten ervaren dat men niet bereid bleek vervangend vervoer van de ongevalplaats naar de camping te verzorgen en vervangend vervoer voor de terugreis naar Nederland aan te bieden. De handelwijze van de medewerkers van [de bijstand] is weinig coöperatief geweest en heeft bijgedragen aan de ernstige psychische klachten van de consument en zijn gezinsleden. De consument voelt zich misleid door [de organisatie]. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Van een standpunt van de ondernemer is de commissie niet gebleken. Wel heeft [de importeur] na aangeschreven te zijn door de consument laten weten dat bij schade de hulpverlening van [de bijstand van het eigen automerk] beperkt is tot berging van het voertuig, bagage en eventueel gekoppelde aanhanger naar de dichtstbijzijnde erkende [reparateur]. Voor het regelen van vervangend vervoer en de terugreis naar huis dient contact met de eventuele reis- of autoverzekeraar te worden opgenomen. [De importeur] betreurt het voorval en de gevolgen daarvan voor de consument maar ziet geen grond voor de toekenning van een schadevergoeding. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Alvorens een inhoudelijk oordeel te geven in een aan haar voorgelegd geschil dient de commissie ambtshalve haar bevoegdheid te onderzoeken. Op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 2 van het Reglement van de commissie is de commissie niet bevoegd indien het een geschil betreft met betrekking tot een nieuwe auto en door de consument een beroep wordt gedaan op een door de fabrikant of importeur van het voertuig afgegeven garantie. Naar het oordeel van de commissie doet de consument in het onderhavige geschil een beroep op een dergelijke fabrieksgarantie. De consument beroept zich immers op de inhoud van de betreffende garantie en op de uitleg van de betreffende bepalingen door de importeur. Dit brengt mee dat de commissie niet bevoegd is in het onderhavige geschil een inhoudelijke beslissing te geven. De consument dient zijn geschil dan ook voor te leggen aan de burgerlijke (overheids-)rechter. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 19 januari 2012.