Ondanks betalingsregeling met incassobureau, mag ondernemer kinderopvang opzeggen

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Opzeggen en annuleren    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 2017-110909

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De ouder heeft de facturen van enkele maanden niet betaald. Op een betalingsherinnering en een tweede aanmaning is niet gereageerd. De ondernemer heeft een incassobureau ingeschakeld, waar de consument een betalingsregeling voor de openstaande facturen mee heeft getroffen. De ondernemer zegt de kinderopvang toch op omdat niet het volledige bedrag voldaan is. In het reglement van de ondernemer staat dat de ondernemer de opvang met onmiddellijke ingang kan beëindigen, als de ouder niet tijdig en volledig betaalt. Omdat er al meerdere keren problemen zijn geweest met de betaling, mag de ondernemer de opvang opzeggen.

Het geschil heeft betrekking op de opzegging van overeenkomsten voor buitenschoolse opvang (BSO) wegens het niet (volledig) en tijdig betalen van de opvangkosten.

De consument heeft haar klacht voor het eerst op 8 mei 2017 aan de ondernemer kenbaar gemaakt.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de consument op het volgende neer.

De consument maakt gebruik van de diensten van de ondernemer sinds 1 april 2007. De overeenkomsten waarop dit geschil betrekking heeft zijn gesloten op 3 januari 2017. Er is sprake van een openstaande vordering inzake de maanden februari en maart 2017 van
€ 1.514,22. Deze vordering is door de ondernemer overgedragen aan een incassobureau, waarmee de consument op 12 mei 2017 een betalingsregeling heeft getroffen, waaraan door haar wordt voldaan. Desondanks heeft de ondernemer op 18 mei 2017 de opvangovereenkomsten voor de twee dochtertjes van de consument opgezegd per 31 mei 2017. Verzoeken van de consument om deze beslissing terug te draaien en tot een oplossing te komen hebben niet gebaat. De ondernemer blijft erbij dat eerst het volledige openstaande bedrag moet worden voldaan, alvorens de consument haar kinderen weer kan aanmelden.
Er is thans sprake van een acuut probleem omdat de consument moet werken en geen opvang voor haar kinderen meer heeft. De ondernemer is de enige aanbieder van kinderopvang in de regio.

De consument wil graag dat haar kinderen toegang tot de opvang blijven houden en dat zij in de gelegenheid wordt gesteld om de vordering te voldoen middels de lopende betalingsregeling.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de ondernemer op het volgende neer.

De ondernemer heeft de opvang van de twee kinderen van de consument opgezegd omdat de in rekening gebrachte facturen door de consument niet tijdig en volledig zijn voldaan.

De ondernemer heeft in zijn voorwaarden, die zijn opgenomen in het Reglement Kinderopvangvoorzieningen van de ondernemer, opgenomen dat de ondernemer de opvang zal beëindigen als na inschakeling van het incassobureau de betaling niet wordt voldaan. De consument heeft, nadat zij na het verstrijken van de betalingstermijn niet had betaald, een betalingsherinnering ontvangen. De consument heeft niet gereageerd op deze herinnering, noch om te bespreken waarom niet betaald werd, noch door te betalen. Hierop is de vordering uit handen gegeven aan het incassobureau. De consument is hierover schriftelijk geïnformeerd. De consument heeft de vordering ook toen niet voldaan
De ondernemer heeft de consument meer tijd gegeven dan overeengekomen om aan haar betalingsverplichting te voldoen. Er is ruim een maand verstreken tussen de eerste en de tweede aanmaning, terwijl in de voorwaarden is opgenomen dat deze termijn slechts veertien dagen is. Daarna zijn vijf weken verstreken tot de aankondiging dat de opvang zou worden beëindigd.
In alle communicatie die de ondernemer heeft verstrekt, reglementen en betalingsherinneringen, was steeds sprake van betaling van het volledige bedrag. Dat het incassobureau een betalingsregeling is overeengekomen met de consument doet daar niet aan af.

De ondernemer stelt dat hij volgens de overeengekomen voorwaarden heeft gehandeld, de consument zelfs aanzienlijk meer tijd heeft gegeven dan formeel nodig was en de consument duidelijk en tijdig op de hoogte heeft gesteld van de mogelijkheden, regels en consequenties. De ondernemer is dan ook van mening dat de klacht van de consument ongegrond is.

Ter zitting is namens de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer benadrukt dat hij niet “zo maar” een opvangovereenkomst beëindigt. Alvorens daartoe besloten wordt, onderzoekt de ondernemer onder meer of de communicatie correct is verlopen, of er contact is geweest met de consument en of er mogelijk verzachtende omstandigheden zijn.
De ondernemer is zich er terdege van bewust dat hij een maatschappelijke functie heeft en begrijpt dat ouders de kinderopvang nodig hebben. Daar wordt dan ook rekening mee gehouden. Dit betekent evenwel niet dat klanten gebruik kunnen maken van de opvang zonder daarvoor te betalen.
Dat de consument de berichten van de ondernemer mogelijk verkeerd heeft geïnterpreteerd en in de verwachting kon verkeren dat, na een betalingsregeling met het incassobureau te hebben gesloten, de dienstverlening gewoon door zou lopen/zou worden hervat, acht de ondernemer uitgesloten. Sinds 2015 is al vier keer een vordering van de consument bij het incassobureau neergelegd en heeft de consument hetzelfde proces doorlopen. De consument is daar dus mee bekend en moet begrijpen wat in de brieven bedoeld wordt. De consument heeft één keer betaald direct nadat de vordering uit handen was gegeven aan het incassobureau, twee keer heeft zij het gehele openstaande bedrag pas in een later stadium betaald, waarna de opvang hervat is.

Het treffen van een betalingsregeling met het incassobureau staat los van de beëindiging van de overeenkomst. De betalingsregeling is slechts bedoeld om de openstaande declaraties alsnog betaald te krijgen.
Het incassobureau doet geen toezeggingen over de continuering of het opnieuw starten van de opvang, dat is een zaak van de ondernemer. Daarover zijn strikte afspraken gemaakt tussen de ondernemer en het incassobureau. De stelling van de consument dat het incassobureau zou hebben gezegd dat het treffen van een betalingsregeling geen invloed zou hebben op de opvang wordt dan ook door de ondernemer betwist.
De ondernemer wijst erop dat is gebleken dat de consument de huidige betalingsregeling niet nakomt. De eerste termijn is betaald, de tweede termijn is, na een herinnering, slechts deels voldaan.
Het had in de rede gelegen dat de consument de twee vakantiemaanden (juli en augustus) zou gebruiken om de vordering geheel te voldoen. De kinderen zouden daarna weer welkom zijn op de opvang.
De ondernemer geeft aan dat zodra het gehele openstaande bedrag betaald is, de opvang van haar kinderen weer mogelijk is als de consument dat wenst.
 
Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.

Voor zover hier van belang is in de toepasselijke Algemene Voorwaarden in artikel 17 lid 3 en 4 opgenomen:
“3. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de Ouder van rechtswege in verzuim.
4. De Ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een Schriftelijke betalingsherinnering en geeft de Ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de Ondernemer de Ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de Ondernemer op grond van artikel 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden.”
In het Reglement Kinderopvangvoorzieningen van de ondernemer, dat een aanvulling is op de Algemene Voorwaarden, is onder “Betaling algemeen” punt 10 en 11 het volgende opgenomen:
“10. Wanneer een gefactureerd bedrag niet geïncasseerd kan worden of niet tijdig wordt voldaan, wordt na verstrijken van de betalingstermijn een betalingsherinnering verstuurd. Voor alle facturen geldt dat de klant zelf zorg dient te dragen voor tijdige betaling. Na een termijn van 14 dagen wordt, indien nodig, de vordering uit handen gegeven aan het incassobureau. Het incassobureau zal de vordering verder afhandelen volgens de daarvoor geldende wettelijke regels. Alle te maken gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten komen voor rekening van de betalingsplichtige.
11. Indien de ouder(s)/verzorger(s) niet aan hun financiële verplichtingen voldoen, kan [naam ondernemer] de overeengekomen opvang met onmiddellijke ingang beëindigen. Dit ontslaat de ouder(s)/verzorger(s) echter niet van de betalingsverplichting.”

De commissie stelt vast dat de ondernemer de consument op 13 maart 2017 een eerste aanmaning heeft gezonden met als aanhef: “1e Herinnering” voor de facturen van 20 februari 2017 met vervaldatum 6 maart 2017, betrekking hebbend op opvang in januari, februari en maart 2017, voor een totaalbedrag van € 930,28. Hierbij heeft de ondernemer erop gewezen dat de vordering zal worden overgedragen aan een incassobureau indien niet binnen veertien dagen wordt betaald en dat direct contact moet worden opgenomen met de ondernemer als er problemen zijn waardoor de betalingsachterstand is ontstaan. De consument heeft naar aanleiding van deze eerste herinnering niet gereageerd, noch betaald. Op 12 april 2017 heeft de ondernemer de consument een tweede aanmaning gezonden met als aanhef: “2e Aanmaning”. De factuur voor de opvangkosten voor april 2017 ad € 583,94 met als vervaldatum 3 april 2017 was ook nog niet voldaan, waardoor het totale openstaande bedrag op dat moment € 1.514,22 bedroeg. In de tweede aanmaning is opgenomen: “Onlangs heeft u van ons een betalingsherinnering ontvangen. Wij hebben het door u te betalen bedrag nog niet van u ontvangen/niet kunnen incasseren. Wij hebben de vordering nu uit handen gegeven aan het incassobureau. Het incassobureau zal u nogmaals in de gelegenheid stellen de vordering te voldoen zonder bijkomende kosten. Mocht u aan deze laatste oproep geen gehoor geven, dan zijn wij genoodzaakt de opvang stop te zetten. Indien van toepassing zullen wij u berichten per welke datum de opvang stopt.” De consument heeft vervolgens een betalingsregeling met het incassobureau getroffen, die bij brief van 12 mei 2017 door het incassobureau is bevestigd.
Bij brief van 18 mei 2017 heeft de ondernemer de consument laten weten dat de opvang van haar beide kinderen per 31 mei 2017 beëindigd werd. Hierbij is tevens gemeld dat zodra alle betalingen voldaan waren de kinderen weer van harte welkom zouden zijn op de opvang.

De commissie overweegt dat de consument na ontvangst van het bericht van het incassobureau van 28 april 2017 in is gegaan op de oproep van het incassobureau zoals aangekondigd in de tweede aanmaning van de ondernemer van 12 april 2017 en een betalingsregeling heeft getroffen. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument de tweede aanmaning van de ondernemer hiermee serieus genomen.
Gelet hierop bestond er voor de ondernemer derhalve geen noodzaak de opvang stop te zetten. Dit laat evenwel onverlet de bevoegdheid van de ondernemer om de opvang te beëindigen bij niet tijdige en niet volledige betaling.
Dat de ondernemer van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, acht de commissie niet in strijd met de regels van redelijkheid en billijkheid, gelet op de omstandigheden van dit geval, waarbij de consument naar het zeggen van de ondernemer reeds voor de vierde keer sinds 2015 in betalingsverzuim verkeerde. De consument heeft door niet te verschijnen ter zitting de kans voorbij laten gaan om op dit punt te reageren. De commissie ziet geen aanleiding om geen geloof te hechten aan de uitlatingen van de ondernemer terzake.
Dat door het incassobureau, namens de ondernemer, aan de consument de toezegging is gedaan dat de opvang zou worden voortgezet als gevolg van de betalingsregeling, acht de commissie, mede gelet op de betwisting daarvan door de ondernemer, onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Gezien het voorgaande is naar het oordeel van de commissie de klacht van de consument ongegrond.

Voor zover door partijen aangevoerde argumenten c.q. klachten niet zijn besproken, kan daarvan worden afgezien, omdat deze niet tot een andere beslissing kunnen leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument gevorderde wordt afgewezen.
 
Aldus beslist op 25 juli 2017 door de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen.