Onderhoud had schade kunnen voorkomen.

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT02-0036

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een schriftelijk tussen partijen gesloten overeenkomst tot de bouw van een vaartuig, welke overeenkomst is gesloten op 12 augustus 1998.   De consument heeft de prijs van ƒ 343.059,60 voldaan. De consument heeft zijn klacht schriftelijk op 7 juni 2002 aan de ondernemer voorgelegd.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Het motorjacht is uitgerust met een open kuip. De open kuip is aan de binnenzijde afgetimmerd met houten bekleding. Deze houten bekleding is gelakt. De afdichting aan de bovenzijde bestaat uit een afdekbalk aan de twee zijkanten en aan de achterzijde. De houten bekleding is sterk beschadigd door vocht en vertoont grote lichte vlekken, vooral direct onder de afdekbalk. Volgens geraadpleegde experts had de verbinding tussen de houten bekleding en de afdekbalk voorzien moeten worden van een rubberen strip. Deze ontbreekt. Ook stellen experts dat het aantal opgebrachte laklagen onvoldoende is.   De schade werd pas geconstateerd toen het winterkleed eind april 2002 werd verwijderd. In het najaar 2001 is enkele malen met het schip gevaren, ook door derden. De (ernstige) schade is toen niet geconstateerd, wel enkele kleine plekjes.   De door de consument ingeschakelde deskundige stelt dat de zijpanelen van de kuip hoogwaarschijnlijk niet zijn gelakt bij de montage. Hierdoor zijn de nu aanwezige problemen ontstaan. Ook als er normaal jaarlijks/tweejaarlijks lakwerk was uitgevoerd, zijnde normaal onderhoud, waren deze problemen ontstaan vanwege de onjuist wijze van montage/lakken. Er is dus geen sprake van achterstallig onderhoud. De schade aan de overige delen dient naar de mening van voornoemde deskundige ook hersteld te worden, omdat het niet herstellen tot een flink kleurverschil zou leiden. Dit zou tot waardeverlies leiden en is daarom niet acceptabel.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   In het najaar van 2001 zijn alleen kleine mechanische beschadigingen geconstateerd, niet de beschadigingen aan de randen van de kuipbetimmering. Alleen in de herfst van 2001 is de kuiptent niet gebruikt. De ondernemer heeft de consument nooit geïnformeerd over het jaarlijks/tweejaarlijks lakken van de buitenlak. De consument heeft een offerte laten opmaken voor het herstel en deze offerte komt uit op een bedrag van € 3.136,84. Het herstel dient plaats te vinden in een geconditioneerde werkplaats.   De consument verlangt herstel van de houten binnenbekleding en de afdekbalk.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   In de standaarduitvoering leverde de ondernemer schepen als die van de consument af met een schuin aflopende kuiptent ter bescherming van het hout en lakwerk tegen zon en regen. Als de tent niet wordt gebruikt, moet de open kuip zeker iedere 2 jaar worden gelakt om in goede conditie te blijven. Het schip van de consument is geleverd met een kuiptent, die ook gebruikt kan worden tijdens het verblijf aan boord. De consument heeft de kuiptent weinig gebruikt en in het jaar 2001 helmaal niet, ondanks waarschuwingen van de ondernemer vanaf het moment van aflevering van het schip. Inwatering van deze omvang is veroorzaakt door langdurige inwerking van water. Volgens de ondernemer had deze ontwatering al in 2001 zichtbaar moeten zijn geweest. De consument had in het najaar al geconstateerd dat er enkele kleine plekjes beschadigd waren. Dat was het moment geweest om, conform artikel 9 van de van toepassing zijnde HISWA-voorwaarden, om bij de ondernemer te reclameren. Herstel was dan nog weinig werk geweest. Na het constateren van de kleine beschadigingen heeft de consument verder niets ondernomen om uitbreiding van de schade te voorkomen. De consument heeft ook toen geen kuiptent opgezet. Zodoende heeft het aangetaste lakwerk, na het ontdekken van de kleine beschadigingen, in de natste periode van het jaar nog 1 tot 1½ maand in weer en wind gelegen, waardoor de inwatering kon doorgaan.   De ondernemer beroept zich verder op artikel 5 lid 3 van de toepasselijke HISWA-voorwaarden, waarin staat dat de leverancier gedurende een termijn van 12 maanden de afwezigheid van gebreken die zich openbaren of ontstaan na aflevering garandeert. Ten slotte beroept de ondernemer zich op artikel 5 lid 8 van de toepasselijke HISWA-voorwaarden waarin staat dat de leverancier niet instaat voor gebreken die na aflevering van de goederen zijn ontstaan als gevolg van gebrek aan zorgvuldigheid. Dat laatste acht de ondernemer ook van toepassing op het feit dat de consument de schade ook in het voorjaar van 2002 niet heeft behandeld of heeft laten behandelen en voorzien van een laklaag, zodat de onbeschermde fineerlaag op die inwateringsplekken door weersinvloeden vanaf april 2002 heeft kunnen inweren.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De door de consument geraadpleegde deskundige heeft het schip niet gezien, maar heeft alleen via een telefoongesprek informatie gegeven. Daarom heeft deze deskundige niet kunnen constateren dat de bovenkant van de panelen na demontage van de teakhouten afdekrand niet te behandelen zijn, omdat de bovenkant aan een stalen strip is vastgeschroefd. Het is zonder demontage van de afdekrand wel goed mogelijk om de openstaande naad af te kitten om inwatering in de toekomst te voorkomen. Ook bij gelijktijdig gelakte teakfineerdelen is er kleurverschil, zodat er dus geen sprake is van waardeverlies indien alleen bepaalde delen hersteld en gelakt worden. De consument is al begonnen met het laten uitvoeren van herstelwerkzaamheden, terwijl de ondernemer zelf voor eventueel opdragen herstelwerkzaamheden wil zorgdragen. Reparatie kan buiten plaatsvinden.   Deskundigenrapport   De door de Commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Aan de bovenzijde van de hechthouten kuipbetimmering, direct onder de afdekrand, lag de laklaag over circa 60% van de zijpanelen los van de kuiprand tot maximaal 8 cm naar beneden. Het hout onder de losgelaten delen toonde geen aanmerkelijke tekenen van inwatering en het hout was aldaar nog gezond. De bekleding van de achterzijde van de kuip vertoonde niet de voornoemde gebreken. De afdekrail aan de achterzijde week circa een ½ cm van de hechthouten kuipbetimmering.   De overige gelakte delen (kuiprand, onderzijde kuipbetimmering, stuurrand en deurdorpel) vertoonden, verspreid over het gehele oppervlak, kleine beschadigingen die niet hersteld waren en waardoor aldaar vocht de kans had gekregen tussen lak en hout te komen en waardoor aldaar kleine beschadigingen zijn ontstaan. De laklaag toonde dun aan. De kleine beschadigingen zijn veroorzaakt door niet gerepareerde kleine beschadigingen en slijtage. Jaarlijks onderhoud voorkomt dit.   Ten aanzien van het loslaten van de bovenzijde van de kuipbetimmering aan de beide zijkanten, lijkt dit het gevolg van niet tijdig herstel tijdens de initiatie van deze lakschade gevolgd door inwatering. Mede gezien het feit dat het onderliggende hechthout droog toonde, is de deskundige ook te rade gegaan bij het COT te Haarlem. Deze was van mening dat het loslaten van de laklaag op de zijpanelen, onder de kuiprand en bij de bank aan stuurboordzijde, is ontstaan doordat het niet zichtbare deel niet gelakt was en toegankelijk voor de buitenlucht. Hierdoor nam het hout aldaar vocht op wat zich naar beneden kon werken. De initiatie moet einde seizoen 2001 reeds aanwezig zijn geweest, maar door veroudering van de laklaag is het proces in een versnelling geraakt. Het is inderdaad mogelijk dat het defect in een aantal maanden opmerkelijk kan uitbreiden. Had de bovenzijde (onder de dekrand) gelakt geweest en de aanzetting afgekit, dan was voornoemd defect niet ontstaan.   De deskundige acht herstel goed mogelijk. De herstelkosten worden door de deskundige geschat op € 1.830,83 in totaal (inclusief BTW), waarbij niet inbegrepen de kosten voor een bespaarde onderhoudsbeurt.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie stelt allereerst vast dat partijen de levering van een nog te bouwen schip zijn overeengekomen. Nu partijen de levering van het schip en niet de vervaardiging ervan tot voorwerp van de overeenkomst hebben gemaakt, beschouwt de commissie de tussen partijen gesloten overeenkomst in essentie als een koopovereenkomst. Omdat verder niet gebleken is dat het schip een zogenaamd registergoed in de zin van artikel 3:10 BW is, zijn op de koopovereenkomst zodoende de regels voor de consumentenkoop van art. 7:5 e.v. BW van toepassing. Deze regels zijn van dwingend recht. Uit art. 7:17 BW vloeit vervolgens voort dat de ondernemer ervoor dient in te staan dat het schip de eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Omdat deze regel van dwingend recht is, geldt deze regel ook na het verstrijken van de garantietermijn van een jaar, zoals in casu het geval is. Het verstrijken van de garantietermijn heeft echter wel tot gevolg dat de bewijslast niet meer op de ondernemer, maar op de consument rust. De consument dient aldus te bewijzen dat het schip niet de eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten.   Ten aanzien van de beschadigingen aan de kuiprand, onderzijde kuipbetimmering, stuurrand en deurdorpel heeft de door de commissie ingeschakelde deskundige vastgesteld dat deze zijn veroorzaakt door niet gerepareerde kleine beschadigingen en slijtage. De beschadigingen hadden voorkomen kunnen worden door jaarlijks onderhoud te plegen. De commissie neemt deze conclusie van de deskundige over, nu er voor de commissie geen reden is aan de juistheid daarvan te twijfelen en de consument de conclusie van de deskundige niet, althans onvoldoende heeft weersproken. De klacht ten aanzien van voornoemde beschadigingen acht de commissie dan ook ongegrond.    Ten aanzien van de beschadigen van de zijpanelen stelt de commissie vast dat de beschadigingen aan de zijpanelen zijn ontstaan door inwatering. Tevens stelt de commissie vast dat de consument niet, althans onvoldoende heeft weersproken dat hij 3 jaar lang geen onderhoud heeft gepleegd aan het lakwerk van de kuip, waaronder de zijpanelen. Voor zover de consument heeft willen betogen dat de ondernemer hem niet heeft geïnformeerd over het plegen van (twee)jaarlijks onderhoud aan het lakwerk van de kuip, acht de commissie dat onvoldoende aannemelijk geworden. Bovendien had het alsdan op de weg van de consument gelegen om te informeren naar het te plegen van onderhoud aan het lakwerk. Vervolgens overweegt de commissie dat in het deskundigenrapport weliswaar staat dat de schade aan de zijpanelen niet was ontstaan indien de bovenzijde van de zijpanelen gelakt was geweest en de aanzetting was afgekit, maar daaruit volgt niet zonder meer dat schade aan de zijpanelen niet voorkomen had kunnen worden door het plegen van tijdig onderhoud. Daarnaast blijkt uit het deskundigenrapport dat door veroudering van de laklaag het inwateringsproces in een versnelling is geraakt. Op grond van het voorgaande acht de commissie het niet onaannemelijk dat de consument de schade had kunnen voorkomen, of in ieder geval had kunnen beperken, door het plegen van tijdig onderhoud. De consument heeft dat echter nagelaten, zodat de consument niet in zijn bewijs geslaagd is dat het schip niet de eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De commissie acht het bovendien niet aannemelijk dat de beschadigingen niet reeds voor de winterberging in 2001 zichtbaar waren. Omdat op dat moment geen schadebeperkende maatregelen zijn genomen, acht de commissie het ook op grond daarvan niet redelijk om de ondernemer verantwoordelijk te houden voor de beschadigingen aan de zijpanelen.   Op grond van het bovenstaande acht de commissie de klacht van de consument ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 13 februari 2003.