Onderlinge verhouding tussen partijen verstoord; financiële vergoeding

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Wonen    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 55128

De uitspraak:

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens haar rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De krassen in de vloer op de eerste etage zijn veroorzaakt door de wieltjes van een stofzuiger. De stofzuiger van de consument heeft harde plastic wieltjes waarin kleine zandkorrels ingedrukt zitten. Deze hebben de krassen veroorzaakt. De krassen zijn alleen te verwijderen door de vloer in zijn geheel te schuren en te voorzien van een nieuwe afwerklaag. De trap vertoont slijtage. Hierdoor is de trap op de loopvlakken donkerder, omdat daar de kleurolie verdwenen is. Op de trapbomen is olie aanwezig op het verfwerk. Bij de traptreden is in alle hoeken een ophoping van kleurolie aanwezig. Deze olie is hier te dik aangebracht en als een witte dekkende laag uitgehard. De consument heeft tot nu toe geen onderhoudsolie op de vloer en de trap aangebracht. Hierdoor is de slijtage in de kleurlaag goed zichtbaar. Bij een met kleur behandelde vloer is periodiek onderhoud van groot belang, omdat anders de kleur van de vloer afslijt. Het schilderwerk bij de trapbomen dient licht te worden opgeschuurd en vervolgens eenmaal te worden afgewerkt. De traptreden kunnen geschuurd worden totdat de kleurlaag geheel is verdwenen. Er zal dan circa 2 mm van de toplaag verdwijnen. Vervolgens dient de trap geheel opnieuw te worden afgewerkt met [type] olie. Wil men het verdwijnen van 2 mm toplaag voorkomen, dan kunnen de overzettreden volledig worden verwijderd en nieuwe vooraf bewerkte overzettreden worden aangebracht.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Gelet op de bevindingen van de deskundige trekken wij het klachtonderdeel met betrekking tot de vloer op de eerste etage in. Wat de trap betreft ben ik van oordeel dat de kosten van het herstel daarvan geheel voor rekening dienen te komen van de ondernemer. Daarbij kiezen wij voor de oplossing waarbij de overtreden van de trap worden vervangen, omdat het afschuren van 2 mm toplaag voor ons onaanvaardbaar is. [Het traprenovatiebedrijf], dat bij het onderzoek door de deskundige is betrokken heeft hiervoor een offerte uitgebracht van € 1.800,–. Dit bedrag dient dus voor rekening te komen van de ondernemer. De ondernemer heeft ons verweten dat wij de trap niet hebben onderhouden. Dat is waar, maar dat komt omdat de klacht zich al kort na de oplevering van het werk heeft geopenbaard en de ondernemer vervolgens herhaaldelijk heeft getracht de trap met [type] olie bij te werken. Onder die omstandigheden ga je niet zelf met onderhoudsolie in de weer. De ondernemer heeft blijkens het deskundigenrapport veel te veel olie gebruikt en daarin ligt de hoofdoorzaak van de thans noodzakelijke maatregelen. Daarnaast dienen de kosten van het herstel van het schilderwerk aan de trapbomen voor rekening van de ondernemer te komen, omdat deze schade door hem is veroorzaakt. Wij willen een financiële oplossing, omdat de verhouding met de ondernemer is verstoord.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De klacht met betrekking tot de vloer op de eerste etage is blijkens het deskundigenrapport ongegrond. Daarnaast blijven wij van mening dat de schade aan de traptreden is veroorzaakt door gebrekkig onderhoud. De [type] olie wordt gauw donker als deze niet met onderhoudsolie wordt schoon gehouden. Dat is precies wat hier is gebeurd. De klacht van de consument is dus maar op een zeer gering onderdeel terecht. Daarover hebben wij ons in eerste instantie al uitgelaten.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Het klachtonderdeel met betrekking tot de vloer op de eerste etage acht de commissie, gelet op het deskundigenrapport, ongegrond. De consument heeft dat erkend. De klachtonderdelen met betrekking tot de trap acht de commissie gegrond. Het staat vast dat door toedoen van de ondernemer olie op de trapbomen terecht is gekomen, terwijl de deskundige herstel daarvan noodzakelijk heeft geoordeeld. Het gebrek aan de traptreden is blijkens het deskundigenrapport hoofdzakelijk veroorzaakt door een verkeerde behandelwijze, te weten het gebruik van te veel kleurolie. In geval van gebrekkig onderhoud is het niet logisch de trap telkens opnieuw met kleurolie te behandelen. De commissie is van oordeel dat de consument er geen genoegen mee behoeft te nemen dat er 2 mm van het oppervlak van de treden wordt afgeschuurd, waarmee de levensduur van de trap, gegeven de dikte van de toplaag, in aanzienlijke mate wordt bekort. De vervanging van de overtreden op de wijze als vermeld in een door het [traprenovatiebedrijf] uitgebrachte offerte verdient dus de voorkeur. Partijen hebben beide meegedeeld dat de onderlinge verhouding is verstoord, zodat een financiële oplossing van het geschil moet worden getroffen. Over de kosten van het herstel van de trap door middel van vervanging van de overtreden is onduidelijkheid ontstaan. In de offerte van [het traprenovatiebedrijf] is weliswaar een bedrag genoemd van € 1.800,–, maar blijkens het deskundigenrapport omvat dit mede het eenmaal behandelen van de vloer op de eerste etage met onderhoudsolie. Daarvoor is in het rapport geen apart bedrag opgenomen. De commissie heeft zich hierover in verbinding gesteld met de deskundige, die daarvoor een bedrag van € 326,25 inclusief materiaal en BTW (43,5 m2 à € 7,50) heeft genoemd. Dit bedrag dient dus op het bedrag van € 1.800,– in mindering te komen. Voor het herstel van het schilderwerk aan de trapbomen heeft de deskundige in haar rapport € 475,– genoemd. Dit bedrag dient dus weer te worden bijgeteld. Ook dient nog te worden bijgeteld een door de deskundige genoemd bedrag van € 5,– voor het plaatsen van een deklat bij de badkamer, waarvoor de commissie de ondernemer eveneens aansprakelijk acht. Hiermee komt de totale door de ondernemer aan de consument te betalen vergoeding op € 1.953,75. De consument heeft nog gesproken over kosten van een timmerman, maar daarvan geen bewijsstukken overgelegd, zodat de commissie dit aspect buiten beschouwing laat. Nu de door de consument aanhangig gemaakte klacht op een belangrijk onderdeel ongegrond is, zal de commissie de bijdrage van de ondernemer in het klachtengeld en in de behandelingskosten van het geschil matigen als hierna aan te geven.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.953,75. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 62,50 aan de consument te vergoeden, zijnde de helft van het door deze betaalde klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 300,–, zijnde de helft van het gebruikelijke bedrag.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 6 februari 2012.