Ondernemer aansprakelijk voor gevolgschade bij breken distributieriem.

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE97-0057

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 24 november 1995 tussen partijen tot stand gekomen onderhoudsovereenkomst. De onderne­mer heeft zich daar­bij ver­plicht tot verrichten van onder­houds-en/of reparatie­werkzaamheden.. De levering is geschied op of om­streeks 24 november 1995.
 
Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:
De ondernemer is nalatig geweest door bij de onderhoudsbeurt op 24 november 1995 (80.000 kilometer) niet de distributieriem te vervangen. Als gevolg hiervan is schade ontstaan aan de auto. De reparatiere­kening van Atam garage bedraagt ƒ 3.539,10.
 
De consument verlangt: totale schadevergoeding.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:
Bij het brengen van de auto voor de betreffende beurt heeft de consument desgevraagd laten weten dat de distributieriem reeds was vervangen. Dit (‘reeds vernieuwd’) staat ook vermeld in het afsprakenboek. De auto van de consument is niet steeds bij ons in onderhoud geweest. Na de 60.000 km. beurt op 21 decem­ber 1994 is de auto in januari 1995 bij de A-garage geweest in verband met het vervangen van de waterpomp. Als de waterpomp wordt vervangen worden de distributieriemen meestal tegelij­kertijd vervangen. Wij voelen ons niet aansprakelijk voor de calamiteiten van de consument.

Beoordeling van het geschil

De Commissie heeft het volgende overwogen:
De consument verwijt de ondernemer dat hij in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan de auto van de consument (bij de stand van 80.000 km.) op 24 november 1995 heeft verzuimd de distributieriem te vervangen. Nu de distributieriem nadien defect is ge­raakt en de motor als gevolg hiervan is beschadigd, vordert de consu­ment de vergoeding van de gevolgschade.
De ondernemer daarentegen verwerpt de aansprakelijkheid, stellende dat de consument desgevraagd heeft laten weten dat de distributieriem voor 24 november 1995 was vervangen. Hij verwijst naar het afsprakenboek (lees: werkorder met betrekking tot de beurt bij 81.126 km) waar staat geschreven "distributie reeds vern. 21-12-94".
De Commissie begrijpt deze vermelding aldus, dat de consument volgens de ondernemer zou hebben medegedeeld dat de distributieriem op 21 december 1994 (bij gelegenheid van de 60.000 km beurt zou zijn vervangen. Aannemelijk is geworden dat de auto van de consument met uitzondering van de vervanging van de waterpomp op 31 januari 1995 door de A-garage, steeds bij de ondernemer in onderhoud is geweest. De Commissie is van oordeel dat de ondernemer die een 80.000 km. beurt uitvoert, wetende dat bij dit kilometrage de distributieriem(en) vervangen dien(t)(en) te worden, en hij twijfelt of deze vervanging al dan niet reeds is uitgevoerd, niet heeft mogen afgaan op alleen de vermeende uitlating van de consument. Van de ondernemer had mogen verwacht dat hij zich evenzo op andere wijze had geïnformeerd omtrent zijn vraag of de distributieriem(en) al dan niet reeds wa(s)(ren) vervangen. Daarenboven slaat de Commissie acht op het gegeven dat hoewel op de werkorder, behorende bij de onderhoudsbeurt d.d. 24 november 1995, staat vermeld de distributieriem(en) op 21 december 1994 zijn vervangen, dat op de werkorder, behorende bij de onderhoudsbeurt d.d. 21 december 1994, niets staat vermeld dat wijst op de vervanging van een distributieriem. De ondernemer had derhalve de vermeende opgaaf van de consument kritisch dienen te beoordelen.
 
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten bij de onderhoudsbeurt (80.000 km) door de distributieriem(en) niet te vervangen. Zulks leidt tot het oordeel dat de ondernemer aansprakelijk is voor de gevolgschade, welke de Commissie na aftrek van diverse posten op de rekening van Autobedrijf Atam, bepaalt op ƒ 1.257,25, inclusief BTW.
 
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de klacht gegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.
 
Beslissing
 
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van ƒ 1.257,25, inclusief BTW. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag.
  
Aldus beslist door de Geschillencommissie Auto op 8 juli 1997.