Ondernemer aansprakelijk voor kwaliteit gebruikte materialen

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Groen    Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 129048/135874

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft afgesproken dat de ondernemer schuttingen zou plaatsen bij de consument en de buren. De communicatie verliep slecht, de ondernemer kwam niet op gemaakte afspraken opdagen of reageerde niet. Na de uiteindelijke afronding stonden de drie schuttingen wankel en scheef. Een poort werd verkeerd geplaatst. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst, dan wel kosteloze plaatsing van volledig nieuwe schuttingen. De ondernemer heeft aan de consument voorstellen gedaan om het geschil op te lossen. Hier is de consument niet mee akkoord gegaan. De commissie is van oordeel dat er tussen partijen staat niet ter discussie dat het werk niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. De toegepaste palen zijn kromgetrokken, hetgeen de consument niet hoefde te verwachten. De ondernemer had aanvankelijk al bedenkingen bij het toe te passen materiaal. Uiteindelijk zijn de materialen toch door de ondernemer aangeschaft. Daarmee is de ondernemer voor wat betreft de kwaliteit van de materialen aansprakelijk. De klacht is gegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 18 mei 2020 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De
ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het plaatsen van een schutting tegen de daarvoor door de
consument te betalen prijs van € 2.891,75.

De werkzaamheden zijn uitgevoerd in of omstreeks juni 2020.

Het geschil betreft de vraag of de uitgevoerde werkzaamheden voldoen aan de eisen van goed en
deugdelijk werk.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

De consument heeft een bedrag van € 1.400,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

In juni 2020 is afgesproken dat de ondernemer schuttingen zou plaatsen bij de consument en de buren. De
communicatie verliep slecht, de ondernemer kwam niet op gemaakte afspraken opdagen of reageerde niet.

Na de uiteindelijke afronding stonden de drie schuttingen wankel en scheef. Een poort werd verkeerd
geplaatst. Er is er een keer één omgevallen, toen is de ondernemer gekomen en hij heeft de schutting toen
rechtgezet met de opdracht de palen water te geven.

Volgens de ondernemer heeft hij een geschil met de leverancier en er zou een onafhankelijke partij komen.
De ondernemer heeft het telefonisch over voorstellen gehad om het geschil op te lossen, maar hij is de
toezegging om die voorstellen schriftelijk te doen niet nagekomen.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument kan zich vinden in de conclusies van de deskundige.

De consument heeft vooraf overleg gehad met de ondernemer. De ondernemer had nog niet eerder met
het materiaal gewerkt, maar hij gaf aan dat het wel goed zou komen.

De consument wilde eigenlijk al snel ontbinding van de overeenkomst.

De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst, dan wel kosteloze plaatsing van volledig nieuwe
schuttingen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.

De consument had ten tijde van de opdracht al de keuze gemaakt voor een composietschutting van het
merk ‘X’. Het product en het merk kende de ondernemer niet en hij wilde het ook niet echt leveren.

Ook heeft hij aangegeven dat zijn ervaringen met kunststof schuttingen niet goed zijn.

De consument was pertinent in haar keuze voor dit product en daarom is het materiaal toch geleverd. Het is
een werk van drie dagen bij drie verschillende consumenten, wat ook uitdagingen met zich meebrengt.

De eerste dag merkte de ondernemer al dat het plaatsen van de schutting problemen opleverde. De
schermen en de palen reageerden erg op de grote hitte, wat het plaatsen bemoeilijkte. Met de nodige
aanpassingen is het gelukt het werk naar behoren af te ronden. Er restten nog enkele afwerkpunten
waaronder het ophangen van de poortdeur. Ook werd gemeld dat de eindkapjes op de palen niet goed
pasten en dat de schutting niet recht zou staan.

De ondernemer heeft afgesproken de problemen te bekijken en te zoeken naar een oplossing. Het bleek
dat de schutting was kromgetrokken en dat er verschillende maten eindkapjes waren geleverd. Besloten is,
in overleg met de consument, de leverancier te laten komen om de problemen te bekijken. Om de klant al
wat tegemoet te komen is extra werk gedaan, er zijn enkele plantenbakken aangelegd en er is een
regenton aangesloten.

Een vertegenwoordiger van de fabrikant heeft geconcludeerd dat de schutting correct geplaatst is en dat de
juiste bevestigingsmaterialen gebruikt zijn, maar dat de problemen worden veroorzaakt door het materiaal.
Het aanbod van de fabrikant was de levering van nieuwe palen van een ander materiaal. Dat was voor de
ondernemer niet acceptabel omdat hij dan voor de extra kosten van het plaatsen zou opdraaien. Ook de
consument ging hier niet mee akkoord omdat ze de nieuwe palen niet mooi vond.

De door de ondernemer ingeschakelde advocaat heeft aangeboden te bemiddelen tussen de fabrikant en
de ondernemer. De voorstellen van de fabrikant bleven noch voor de ondernemer, noch voor de consument
aanvaardbaar. Meer dan het aanbod om palen van een ander materiaal en uitvoering te leveren kwam er
niet. Het advies van de advocaat was om er verder geen tijd aan te besteden, aangezien de kosten van
een juridische strijd niet zouden opwegen tegen de baten.

De ondernemer heeft uiteindelijk twee voorstellen gedaan om het probleem op te lossen:

Optie 1 De situatie te laten zoals deze is, wat inhoudt dat de factuur voor het materiaal is betaald en er
geen factuur voor het geleverde werk hoeft te worden betaald.

Optie 2 De geplaatste schutting weer verwijderen en de aanbetaling crediteren, onder aftrek van de kosten
voor het afvoeren van de oude schutting en het doen van een klicmelding (post 1.1, 1.2 en 3.1 op de
offerte).

Voor de consument komt dat neer op een bedrag van € 1.022,50. Met geen van beide voorstellen is de
consument akkoord gegaan.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Toen de ondernemer gevraagd is voor de klus had hij geen ervaring met kunststof. De wens van de
consument was echter nadrukkelijk om een schutting met dat materiaal te plaatsen. De ondernemer heeft
er toen over gedacht om de aanschaf van de materialen bij de consument te laten en alleen het werk uit te
voeren. Uiteindelijk is dat toch anders gegaan.

Er is sprake van een gebrek in het materiaal, de palen zijn kromgetrokken. De ondernemer heeft daarover
een conflict met de leverancier. De leverancier heeft nog aangeboden om nieuwe, andere palen te leveren,
maar de reviews over dat materiaal zijn ook niet in orde. Daar voelde de ondernemer dus niets voor.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang,
het volgende vastgesteld.

De geleverde en geplaatste schutting staat los en is handmatig naar binnen/ buiten te duwen. Dit wordt
veroorzaakt doordat de staanders los in de grond staan. De staander van de achterdeur is wel in
betonmortel geplaatst en staat vast. De aanslag van deze deur zit los en er zijn overbodige gaten geboord
in de aluminium strip. De bevestiging van de linker schutting aan het woonhuis zit los.

Volgens de deskundige is de omvang van de klachten ernstig. Herstel of reparatie is technisch mogelijk.
Alle staanders van de schutting dienen in betonmortel c.q. stampbeton geplaatst te worden. Minimaal 25 kg
per paal. De tegels ter plaatse van de staanders moeten worden opgenomen en deze kunnen na
aanbrengen van het beton opnieuw gelegd worden. De aanslagstrip bij de achterdeur moet vervangen
worden en zodanig geplaatst worden dat de deur goed in het slot valt. De bevestiging aan de muur aan de
linkerzijde moet opnieuw en vakkundig geplaatst worden.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen staat niet ter discussie dat het werk niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.
De toegepaste palen zijn kromgetrokken, hetgeen de consument niet hoefde te verwachten.

De ondernemer had aanvankelijk al bedenkingen bij het toe te passen materiaal. Uiteindelijk zijn de
materialen toch door de ondernemer aangeschaft. Daarmee is de ondernemer voor wat betreft de kwaliteit
van de materialen aansprakelijk.

De ondernemer heeft aan de consument voorstellen gedaan om het geschil op te lossen. De voorstellen
zouden nog schriftelijk worden gedaan, maar de consument heeft geen schriftelijke voorstellen ontvangen.
Eén van de voorstellen was dat de ondernemer de materialen zou terughalen en dat hij hetgeen de
consument betaald heeft aan haar zou terugbetalen, onder aftrek van de voor het afvoeren van de
bestaande schutting gemaakte kosten en de kosten van de klicmelding, zodat de consument van haar
aanbetaling nog € 1.022,50 terug zou ontvangen.

Naar het oordeel van de commissie is dat op zich een grotendeels redelijk voorstel. De kosten voor het
afvoeren van de oude schutting had de consument immers altijd gehad, de consument is hier dus bij
gebaat. Voor wat betreft de klicmelding merkt de commissie echter op dat een opvolgende ondernemer bij
graafwerkzaamheden die opnieuw moet doen, zodat de melding die de ondernemer gedaan heeft voor de
consument geen waarde meer heeft.

Bij voorstellen als deze, waarin het over een voor een consument substantieel bedrag gaat, mag een
consument verlangen dat het voorstel schriftelijk wordt gedaan, zodat geen misverstanden kunnen
bestaan. Volgens de consument heeft zij herhaaldelijk gevraagd de voorstellen schriftelijk te doen, waar de
ondernemer geen gevolg aan heeft gegeven. De ondernemer heeft dat niet weersproken. Van de
consument hoefde niet verwacht te worden dat zij zich zou uitlaten op dat enkel telefonisch gedane
voorstel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Omdat het voorstel van de ondernemer op zich, met uitzondering van de klicmelding, wel redelijk is, zal de
commissie dat voorstel overnemen. De commissie zal de overeenkomst dan ook ontbinden, waarbij de
ondernemer de geleverde materialen terugneemt en de aanbetaling van de consument ad € 1.491,75
terugbetaalt, onder aftrek van de aan afvoer van de oude schutting verbonden kosten ten bedrage van
(€ 322,53 + 21% BTW, zijnde € 67,73) in totaal € 390,26. Per saldo dient de ondernemer dan € 1.101,49
terug te betalen.

Het depotbedrag zal worden terugbetaald aan de consument.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De overeenkomst d.d. 18 mei 2020 wordt ontbonden verklaard.

Dit betekent dat de ondernemer de geleverde materialen terugneemt.

Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van één maand na de verzenddatum van dit
bindend advies, na een daarvoor met de consument te maken afspraak.

De ondernemer betaalt aan de consument van de aanbetaling overeenkomstig het hiervoor bepaalde
€ 1.101,49 terug. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit
bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50
aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag ad
€ 1.400,– wordt terugbetaald aan de consument.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter,
R. Ruijs en mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, leden, op 2 mei 2022.
F.H.C.M. van Schaijk