Ondernemer aansprakelijk voor schade aan caravan (gat in het dak) veroorzaakt door hulppersoon van de ondernemer tijdens het rooien van een boom

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Recreatie    Categorie: Schade    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC09-0012

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de hoogte van de schade, die de consument is toegebracht bij het rooien van een boom.   De consument heeft een bedrag van € 346,25 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij stonden met onze stacaravan voor het hele 2008 op de camping van de ondernemer. We hadden daartoe een overeenkomst gesloten. We dienden voor het hele jaar 2008 een stageld voor onze plaats [nummer] te betalen van € 1.595,– inclusief 6% BTW en toeristenbelasting. Op 11 februari 2008 werd er een boom in de buurt van onze staplaats gerooid en die boom is toen op onze stacaravan gevallen. De schade aan de caravan is ons door [het bedrijf dat die boom rooide], vergoed. De gevolgschade is ons niet door [genoemd bedrijf] vergoed en die dient de ondernemer mij te vergoeden. Die schade bestaat uit de volgende posten: – Restitutie staangeld (141,5 X € 4,66): € 659,39; – Rente verlies financiering: € 711,–; – Verlies huurinkomsten: € 990,–; – Administratiekosten: € 150,–; – Rechtsbijstand: € 154,50; – Verzekeringskosten: € 145,–; Totaal: € 2.809,89.   Daarnaast vraagt zij nog vergoeding voor 3 verletdagen, emotionele schade en kwijtschelding van het 3de kwartaal 2008, € 350,– alsmede de wettelijke rent over het totale schadebedrag.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Namens de consument is haar standpunt toegelicht en gehandhaafd. Gevraagd naar schriftelijk stukken met betrekking tot schadeposten renteverlies, verlieshuurinkomsten, administratiekosten en verzekeringskosten gaven de consument en haar echtgenoot aan die niet te hebben, met uitzondering van een brief betreffende de verhuur in het paasweekeinde 2008 van de caravan voor een bedrag van € 90,–. De consument verklaarde dat zij niemand vijandig heeft benaderd. Wel heeft zij aangedrongen op afhandeling van de schade.   De consument verlangt betaling van € 2.809,89, vergoeding verletdagen, emotionele schade en kwijtschelding van het stageld voor het 3de kwartaal ten bedrage van € 350,–, alsmede de wettelijke rente over het totale schadebedrag.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Direct na het vallen van de boom op de caravan van de consument hebben wij een afdekzeil gespannen over het gat in het dak, zodat er geen vocht in kon lopen. Wij hebben onze verzekeringsmaatschappij ingeschakeld en na ons telefoontje met [[het bedrijf dat die boom rooide] (die de zaak lang heeft laten liggen) de schadeafhandeling gestart. Naar aanleiding van een brief van de consument van 4 augustus 2008 hebben wij wederom contact opgenomen met [het bedrijf dat die boom rooide] om de zaak te bespoedigen.   De consument is zelf voor een groot deel schuldig aan de gevolgschade. Immers de echtgenoot van de consument zou de schade-inspecteur en de contra-inspecteur vijandig behandeld te hebben. Dit leverde vertraging op in de afhandeling. Vanaf het moment van het ongeluk heeft [het bedrijf dat die boom rooide] haar aansprakelijkheid op zich genomen. Ons werd aangeraden ons afzijdig te houden.   Teruggave van het stageld van 141,5 dagen is veel te hoog. In het verleden kwam de recreant met name in de weekends naar de camping, terwijl verblijf in de caravan na de schade nog wel mogelijk was. Onduidelijk is wat met rente verlies financiering bedoeld wordt. Rente – zo al verschuldigd – moet ook betaald worden, wanneer de boom niet op de caravan was gevallen.   Verhuur van de caravan gebeurde in het verleden slechts een enkele keer. We vragen ons af of er wel huurovereenkomsten zijn.   Ook voor de verzekeringskosten geldt dat die kosten ook gemaakt moesten worden als de boom niet gevallen was. Naar onze gegevens heeft consument € 18.000,– ontvangen voor de caravan, inclusief de schadevergoeding van [het bedrijf dat die boom rooide]. De dagwaarde van de caravan zonder schade bedroeg € 13.000,–. Kortom, er is een prima financieel resultaat door de consument behaald. Het druist dan ook in tegen het verzekeringsbeginsel dat iemand door schade er financieel beter van wordt.   Om de consument toch nog enigszins tegemoet te komen zijn wij bereid het stageld voor het derde kwartaal 2008 kwijt te schelden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Voor alles zij opgemerkt, dat de ondernemer primair aansprakelijk is voor alle schade van de consument. Immers, in opdracht van de ondernemer heeft [naam bedrijf] de boom gerooid, die vervolgens op de caravan van de consument is gevallen. De ondernemer is overeenkomstig artikel 6:171 BW aansprakelijk voor de personen, die hij bij het rooien van een boom inzet. De aansprakelijkheid van de ondernemer voor de schade van de consument blijft, ook al neemt [het bedrijf dat die boom rooide] de aansprakelijkheid voor (een deel van) de schade op zich.   Voorts merkt de commissie nog op, dat de eventuele meeropbrengst van de caravan bij de verkoop daarvan geen rol mag spelen bij de afhandeling van de schade tussen partijen. De ondernemer heeft in het geheel nog geen schade aan de consument vergoed en zelfs wanneer dat het geval zou zijn, is die eventuele meeropbrengst het resultaat van onderhandelingen tussen de consument en de koper van de caravan. Die meeropbrengst behoeft niet in mindering gebracht te worden op het schadebedrag.   Door de val van de boom is in het dak van de caravan van de consument een gat ontstaan. Dat gat is slechts provisorisch gedicht om vocht te voorkomen, maar de omvang van het gat maakt het verblijf daarin aanzienlijk minder comfortabel. Herstel van de caravan heeft bij gebreke van trage afhandeling door [het bedrijf dat die boom rooide] en dus ook door de ondernemer vanwege zijn primaire aansprakelijkheid jegens de consument lang op zich laten wachten. Pas op het einde van het camping seizoen vond de schadeafwikkeling plaats. Dat was enkel aan [het bedrijf dat die boom rooide] en derhalve aan de ondernemer te wijten. Van verwijtbare vertraging door de consument is niet gebleken.   De commissie acht aannemelijk, dat verblijven in de caravan wellicht nog mogelijk was, maar wonen niet. Verhuur was onder deze omstandigheden uitgesloten. Teruggave/kwijtschelding van het stageld 2008 komt de commissie vanaf 11 februari 2008 juist voor. Hieraan doet niet af, dat de consument niet alle dagen van het jaar in de caravan verblijft. Immers het stageld is gebaseerd op de mogelijkheid van verblijf gedurende het gehele jaar 2008 en niet op het feitelijke verblijf van de consument/huurder in de caravan.   Terzake van stageld dient aan de consument terugbetaald te worden een bedrag van € 659,39, zijnde de dagen van de eerste helft van 2008 minus de dagen vanaf 1 januari 2008 tot en met 10 februari 2008. Voorts dient het nog niet betaalde, maar in depot gestorte stageld van € 346,25 te worden kwijtgescholden.   Het bedrag voor ‘verlies rente financiering’ zal worden afgewezen bij gebreke van voldoende bewijs.   Met betrekking tot de post ‘verlies huurinkomsten’ zal een bedrag van € 90,– worden toegewezen. Voor het meer gevorderde ontbreekt ieder bewijs.   De commissie acht aannemelijk dat de consument kosten voor administratie (porti, telefoon en fax), verleturen en rechtsbijstand heeft moeten maken. Immers, er is lange tijd onderhandeld over de hoogte van de schade en daarvoor heeft de consument deskundige hulp nodig gehad. De commissie zal deze kosten in redelijkheid en billijkheid begroten op € 400,–.   De verzekeringskosten voor de caravan liepen door, terwijl van die caravan geen gebruik gemaakt kon worden en de onderhandelingen over de schade onnodig lang doorliepen. Deze kosten schat de commissie op € 100,–.   De vordering voor emotionele schade wordt bij gebreke van nadere onderbouwing afgewezen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.249,39. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De ondernemer dient de consument te crediteren voor een bedrag van € 346,25.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 346,25 terugbetaald aan de consument.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 12 juni 2009.