Ondernemer bepaalt niet op welke wijze de door hem veroorzaakte schade wordt vergoed nu het niet om herstelwerkzaamheden van door hem verricht werk gaat.

  • Home >>
  • Installerende bedrijven >>
De Geschillencommissie




Commissie: Installerende bedrijven    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 47245

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 16 november 2005 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden (leidingwerk). De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 1 december 2006.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument, verwoord door diens vertegenwoordiger, luidt in hoofdzaak als volgt.   Ingevolge de tussen de ondernemer en de consument gesloten overeenkomst d.d. 16 november 2005 heeft de ondernemer het leidingwerk in de woning van de consument aangelegd. Inmiddels is de consument met diverse lekkages geconfronteerd. Naar aanleiding daarvan hebben er meerdere onderzoeken plaatsgevonden, waarvan de resultaten in het rapport d.d. 30 maart 2010 van [het onderzoeksbureau] zijn neergelegd. De inhoud van dat rapport dient als hier ingelast te worden beschouwd.   Bij het laatste onderzoek, in maart 2010, is geconstateerd dat er meerdere leidingen lekken op de lijmverbindingen. Deze verbindingen zijn aldus niet dan wel onvoldoende verlijmd. Reden waarom de ondernemer aansprakelijk is voor het herstel van die verbindingen. Het is juist dat er wel herstelwerkzaamheden hebben plaatsgevonden, doch deze werkzaamheden hebben op andere plaatsen plaatsgevonden en zijn ook niet de reden waarom thans aangeschreven wordt.   Voorts wordt nog opgemerkt dat voor zover er nog meer lekkages zich openbaren, de consument de ondernemer reeds nu voor alsdan aansprakelijk houdt voor het herstel daarvan. Het vermoeden bestaat immers dat de onjuiste lijmverbindingen zich niet beperken tot de thans geconstateerde lijmverbindingen. Het gaat echter te ver om het gehele huis open te breken om alle verbindingen te controleren, zodat de consument zich dienaangaande dan ook uitdrukkelijk alle rechten en weren voorbehoudt.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Ik heb van de lekkage vernomen. De consument zou dit moeten melden bij zijn verzekering. Deze heeft kennelijk naar mij verwezen. Ik wil het wel oplossen maar wil wel bepalen door wie.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Na een aantal jaren zijn er lekkageplekken gekomen aan het plafond van het souterrain. De consument heeft de verzekering er bij gehaald en deze heeft de lekkage onderzocht en hersteld. Echter, bij het afwerken van het plafond door het te sauzen bleek er nog een lekkage te zijn. Plafond wederom opengebroken, ook verderop en bleek daar ook nog verbindingen van de PVC afvoerleiding te lekken. De verzekering trok zich terug en de consument moest de installateur van de afvoer, die het aangebracht heeft, erbij halen. De ondernemer vond dat hij er eerder bijgehaald had dienen te worden. Zodoende kwam de rechtsbijstandverzekering van consument erbij en die heeft de zaak aanhangig gemaakt bij de Geschillencommissie.   Samen met de consument en de ondernemer hebben we het opengebroken plafond bekeken en bleek dat de riolering op diverse verbindingen aan het lekken was. Dit gedeelte was de laatste in het plafond met aftakkingen voor keuken en toilet. De ondernemer was het er mee eens dat dit hersteld moest worden. Er is afgesproken dat de herstelling binnen vier weken zou gebeuren. Dit zal ik met de consument over vier weken bespreken of alles goed is gegaan. Contact met de consument gehad op 25 mei 2011. Hieruit bleek dat de reparatie van het rioolstelsel naar tevredenheid is uitgevoerd en geen lekkage meer vertoont.   Volgens de consument zou de verzekering weer de vervolgschade herstellen. Wat de gevolgschade betreft, is aan de consument € 1.500,– toegezegd door de verzekering. De herstelkosten zijn nog niet bekend. De consument zal zo snel mogelijk de offerte toesturen naar de commissie.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare. Daaruit volgt dat de ondernemer aansprakelijk is voor de schade van de consument nu hij – kennelijk – toerekenbaar tekort is geschoten bij de uitvoering van de met de consument gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft deze aansprakelijkheid ook erkend ter zitting. Herstel van de schade zal volgens de overgelegde offerte van Van Antvoort B.V. € 6.316,– gaan kosten. Waar de consument van zijn verzekering – volgens eigen opgave – € 1.500,– zal ontvangen, dient de ondernemer hem nog € 4.816,– te voldoen ter fine van schadevergoeding. Anders dan de ondernemer meent komt hem in beginsel niet het recht toe te bepalen op welke wijze de door hem veroorzaakte schade wordt vergoed nu het niet om herstelwerkzaamheden van door hem verricht werk gaat.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4.816,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 9 augustus 2011.