
Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw
Categorie: Kwaliteit geleverde werk / ondeugdelijke levering
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
95839
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de uitvoering van een verbouwing van het dakterras.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komen de klachten van de consument op het volgende neer. De consument is op 7 augustus 2013 met de ondernemer overeengekomen dat deze voor hem een dakopbouw zou plaatsen. Op 6 januari 2014 is het werk opgeleverd.
Na de oplevering heeft de consument een aantal gebreken geconstateerd. Op het vragenformulier onder punt 13 heeft hij deze klachten als volgt weergegeven:
1. Het privacy-scherm is ondeugdelijk bevestigd.
2. Het toegangsluik tot de motorruimte is ondeugdelijk gemaakt.
3. Het zonnescherm is niet conform de instructies van de fabrikant gemonteerd.
De consument heeft deze klachten nader toegelicht.
Vanaf de oplevering van het werk op 6 januari 2014 tot 24 april 2015 heeft de consument getracht om in goed overleg met de ondernemer tot een oplossing te komen terzake van de gebreken. Hoewel de ondernemer in eerste instantie bereid was mee te werken aan een oplossing bleek deze bereidheid in de loop van de tijd af te nemen. Op 24 april 2015 heeft de consument de ondernemer in gebreke gesteld. Op 8 mei 2015 is namens de consument een nieuwe constructieve berekening van het ingenieursbureau toegezonden aan de ondernemer. De ondernemer heeft gereageerd per e-mail van 21 mei 2015. De consument heeft op 4 juni 2015 op deze e-mail gereageerd. Daarop heeft de ondernemer per e-mail van 16 juni 2015 gereageerd. Uit deze e-mail blijkt dat de ondernemer de geconstateerde gebreken niet wil herstellen.
De consument verzoekt de commissie te beslissen dat een andere aannemer het werk deugdelijk afmaakt op kosten van de ondernemer.
Ter zitting heeft de consument zijn standpunt nader toegelicht.
Met de ondernemer is een aannemingsovereenkomst gesloten met betrekking tot de verbouwing van het dakterras te weten: het aanleggen van een jacuzzi en aanpassing van het dakterras conform bouwtekeningen van de architect en constructieberekeningen het ingenieursbureau. Voor het privacy-scherm zijn voorafgaand aan de bouw geen constructieberekeningen gemaakt, terwijl dit volgens tekening wel wordt gevraagd.
De consument is met de ondernemer in zee gegaan omdat de ondernemer veel ervaring heeft met de constructie van dakopbouwen en met het plaatsen van hekwerken en goede contacten zou hebben met de leveranciers.
Tijdens de bouw heeft de architect directie gevoerd. Er zijn, gelet op de omvang van de werkzaamheden, geen bouwvergaderingen geweest en geen bouwverslagen gemaakt. Wel is veelvuldig mondeling contact geweest tussen de architect en de ondernemer.
De architect heeft meermalen aan de ondernemer gemeld dat het privacy-scherm stormvast diende te zijn en dat het scherm op het bestaande dakvlak diende te worden bevestigd. Per e-mail van 6 november 2013 heeft de architect zijn bezorgdheid aan de ondernemer uitgesproken over de uitvoering van het privacy-scherm in die zin dat hij twijfelde of de balusters voldoende stormvast aan de dakconstructie waren bevestigd. Gelet op de geruststellende reactie van de ondernemer en diens ervaring in het plaatsen van windschermen had de consument op dat moment nog het vertrouwen dat het privacy-scherm stormvast zou worden gemonteerd. Desgevraagd deelt de architect mee dat de ondernemer voorafgaande aan de plaatsing van het privacy-scherm geen constructieberekening heeft gevraagd of heeft laten maken. De architect heeft dit wel op tekening geëist maar later tijdens de uitvoering niet bedongen.
Ten aanzien van de wijze van herstel merkt de architect op dat het realiseren van een momentvaste verbinding sloopwerk met zich meebrengt zoals het wegnemen van de tegels en het openwerken van het dak. Mogelijk is per baluster een andere constructie mogelijk. Dit zal nog in het werk met een constructeur moeten worden beoordeeld.
Na de oplevering is er schade ontstaan aan het tegelwerk en voegwerk op het terras als gevolg van de windbelasting op de voet van de staanders. Ook bleek het privacy-scherm niet stormvast te zijn gemonteerd. De consument stelt dat de ondernemer van zijn afspraken is afgeweken en de balusters niet op het bestaande dakvlak heeft gemonteerd, waartoe volgens de architect wel de mogelijkheid bestond, maar heeft vastgeschroefd op de houtskeletbouw. Het privacy- scherm beweegt bij wind heen en weer ten opzichte van de houtskeletbouw. Het hout is nat en er zijn bruine vlekken op het stucwerk ontstaan. Vanwege de gebarsten tegels hoopt het water zich op in de houtskeletbouw en het stucwerk en dit zal uiteindelijk tot lekkages is de woning leiden.
Omdat de stadsdeelinspecteur van de afdeling vergunningen en toezicht van de gemeente schriftelijk op 31 januari 2014 verzocht om constructieve gegevens en een berekening van het scherm, heeft de ondernemer een bouwtekening van de constructie van het privacy-scherm, die de bestaande situatie moest weergeven, gemaakt en deze tekening naar de stadsdeelinspecteur gezonden. Deze bouwtekening wijkt echter af van de bestaande constructie.
De consument vreest dat bij een stevige wind het scherm van het dak zal worden geblazen. Er is een gevaarlijke situatie ontstaan. De consument heeft het ingenieursbureau gevraagd om een constructieberekening te maken voor een privacy-scherm dat wel stormvast is. De nieuwe berekening komt nagenoeg overeen met de bouwtekening die de ondernemer voor de stadsdeelinspecteur heeft gemaakt. De consument heeft bij het ontwerp van het dakterras, waarbij is uitgegaan van een strakke uitstraling, voor het privacy-scherm bewust niet gekozen voor versteviging door het plaatsen van schoren. In de nieuwe constructieberekening wordt dan ook niet uitgegaan van plaatsen van schoren.
Met betrekking tot de twee overige gebreken, het ontbreken van vochtkering in het luik en de verkeerde montage van het zonnescherm, kan de consument zich in de conclusies van de deskundige vinden.
De consument stelt geen vertrouwen meer te hebben in de ondernemer. De consument heeft er alles aan gedaan om in goed overleg tot een oplossing te komen maar de ondernemer laat niets meer van zich horen.
Standpunt van de ondernemer
Ondanks de daarvoor schriftelijk gegeven mogelijkheid heeft de ondernemer niet binnen de door de commissie gestelde termijn verweer tegen de klachten van de consument gevoerd. De ondernemer is evenmin ter zitting verschenen en heeft aldus zijn standpunt niet kenbaar gemaakt.
Deskundigenrapport
De commissie heeft op 20 november 2015 een onderzoek naar de werkzaamheden laten uitvoeren door [naam van de deskundige] (hierna te noemen: de deskundige). Bij het onderzoek waren aanwezig de consument, [naam vertegenwoordiger ondernemer] namens de ondernemer en de architect. De deskundige heeft op 20 januari 2016 schriftelijk gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.
Beide partijen zijn in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op de inhoud van dit rapport. De consument heeft op 1 februari 2016 op het rapport gereageerd. De ondernemer heeft niet gereageerd.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het door de consument gestelde overweegt de commissie het volgende.
De consument heeft met de ondernemer op 7 augustus 2013 een aannemingsovereenkomst gesloten met betrekking tot het uitvoeren van een dakopbouw. De ondernemer heeft zich verbonden om de werkzaamheden volgens tekening en technische omschrijving van [naam van architectenbureau] d.d. 16 mei 2013, de constructietekeningen van Ingenieursbureau [naam van ingenieursbureau] van 17 juni 2013 en zijn eigen calculatielijst 1300579 uit te voeren.
Ingevolge artikel 5 lid 1 van de Consumentenvoorwaarden Verbouwingen van Stichting BouwGarant (COVO 2010) is de ondernemer verplicht het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren. Krachtens het gestelde in artikel 6 lid 5 van die voorwaarden dient de ondernemer in te staan voor de goede hoedanigheid van de bouwstoffen, voor de geschiktheid voor hun bestemming en voor hun tijdige levering. Ingevolge het bepaalde in artikel 5 lid 2 dient de ondernemer in te staan voor de deugdelijkheid van het door of namens hem vervaardigde ontwerp. Ook staat in dit lid opgenomen dat de omstandigheid dat het ontwerp door of namens de ondernemer is vervaardigd op basis van een van de consument afkomstig schetsontwerp of daaraan gelijk te stellen ontwerpvoorstel, niet leidt tot een vermindering van deze verantwoordelijkheid.
Vaststaat dat de architect directie heeft gevoerd over de bouwwerkzaamheden.
Klacht 1: Het privacy-scherm is ondeugdelijk bevestigd.
De consument heeft ter zitting verklaard dat inzake het privacy-scherm vóór de aanvang van de werkzaamheden geen constructieberekening was gemaakt. Ter zitting heeft de architect hierover verklaard dat hij hiertoe niet was overgegaan, omdat het werk nog zou worden aanbesteed en nog niet bekend was met welk materiaal en op welke wijze het privacy-scherm zou worden uitgevoerd. De consument stelt dat door zijn architect mondeling voor aanvang van de bouw en ook tijdens de bouw aan de ondernemer is kenbaar gemaakt dat het scherm stormvast diende te worden bevestigd op het bestaande dakvlak. Op 8 mei 2015 is een aanvullende constructieberekening voor het scherm gemaakt door het ingenieursbureau. Op dat moment was er al schade geconstateerd aan de tegelvloer.
De arbiters hebben kennis genomen van de bevindingen en conclusie van de deskundige.
De deskundige heeft het volgende gerapporteerd:
“Gezien de scheurvorming in de tegels is het aannemelijk dat het scherm beweging vertoont. De huidige afwerking met tegels is niet geschikt als afwerking voor een scherm dat beweging vertoont. Tevens kan vocht door scheuren de constructie binnendringen, onbekend is in hoeverre dit constructieve schade kan veroorzaken. Wel is hierdoor onthechting van tegel en pleisterwerk te verwachten. Het scherm is aan de bovenzijde met de hand in het midden van langere lengtes te bewegen, echter objectief gezien is niet na te gaan of het scherm ook op de aansluiting onder de afwerkingen beweging vertoont.
Gezien het gegeven dat blijkbaar voorafgaand aan de montage geen berekening met constructiedetails voorhanden was, kan nu niet achteraf verwacht worden dat e.e.a. conform een nieuw aangeleverd detail en berekening wordt uitgevoerd.
Wel kan geconcludeerd worden dat het huidige scherm qua waterdichtheid van aansluitingen en de beweging aan de bovenzijde als totale constructie in combinatie met afwerking van de onderrand niet correct is aangebracht. Men mag bij goed en deugdelijk werk verwachten dat hier niet op korte termijn scheuren in tegelwerk ontstaan. Tevens is door de lengte van de wand (gemeten, 6.50 + 5.40 + 2.70 meter) met de gekozen koker zonder schoren en een hoogte van totaal 1.89 meter (1.1.7 scherm, en 0.72 borstwering) dit niet voldoende stijf is, dit gezien het gegeven dat het scherm handmatig enigszins in beweging is te brengen.
Opgemerkt dient te worden dat na eventueel herstel de constructie en de onderbouwing ook aan de gemeente ter goedkeuring dient te worden aangeboden.
Het herstel zoals door de architect en constructeur voorgesteld is, houdt in dat de gehele onderconstructie-borstwering onder het scherm opengemaakt dient te worden waarna de bevestiging op de staalconstructie geschied. Hierna dient de gehele borstwering opnieuw afgewerkt te worden. Volgens het inzicht van de deskundige is dit een zeer omslachtige en kostbare werkwijze, er is echter geen alternatief door de aannemer aangegeven of berekend, hierdoor is alleen van deze nieuw getekende constructie nu aangetoond dat e.e.a. voldoet. Naar inschatting van de deskundige zal de constructie zoals deze door de constructeur is getekend ook in het midden van de schermen ook enige doorbuiging toestaan waardoor de aansluiting van het tegelwerk na herstel opnieuw kan scheuren. Dit komt omdat de balustrade zijwaarts een beperkte stabiliteit heeft. Dit is de reden dat bij lange hekwerken er schoren worden toegepast of dat dan de leuning uit een zwaarder profiel bestaat. Indien men bijvoorbeeld een profiel op de bovenrand plaatst, zal het gehele scherm stijver worden. Het herstel zoals beschreven door de constructeur richt zich met name op de fixatie op de ondergelegen kolommen/staalprofielen. (…)”.
Gelet op de bevindingen van de deskundige, stelt de commissie vast dat het scherm niet voldoende stormvast is gemonteerd waardoor er gebreken aan de tegelrand zijn ontstaan. De commissie is van oordeel dat de constructie van het privacy-scherm niet voldoet aan de eis van goed en deugdelijk werk in de zin van artikel 5 van de COVO 2010.
De commissie overweegt dat de consument heeft gevorderd om de ondernemer te veroordelen tot vergoeding van de kosten gemoeid met herstel door een derde. Niet onderbouwd is echter om welk schadebedrag het gaat en nu ook de wijze van herstel nog afhankelijk blijkt te zijn van een nog te maken constructieberekening is de commissie van oordeel dat de ondernemer eerst nog in de gelegenheid dient te worden gesteld zelf voor goed en deugdelijk herstel zorg te dragen, waarbij in aanmerking wordt genomen dat de consument bij gebreke daarvan op basis van dit bindend advies in rechte nakoming en/of schadevergoeding kan vorderen.
De commissie zal dan ook de ondernemer opdragen om herstelwerkzaamheden uit te voeren zodat het scherm voldoet aan de eis van goed en deugdelijk werk. Aan die werkzaamheden dient een deugdelijke constructieberekening ten grondslag te liggen. Tot herstel wordt pas overgegaan als een herstelplan ter goedkeuring voorgelegd is aan de architect/constructeur en deze zijn goedkeuring heeft verleend.
2. Het toegangsluik tot de motorruimte is ondeugdelijk gemaakt.
De deskundige heeft het volgende gerapporteerd:
“ Op het dakterras is een jacuzzi aangebracht, de motorruimte is onder het platform. Dit platform is uitgevoerd in een houten regelwerk met hierop een multiplex constructie welke met tegels is afgewerkt.
Het luik is te openen en kan met een stokje worden opengezet. Dit stokje staat dan in een klos met een uitgespaard gat dat zwart is van schimmel en vocht. Het luik heeft op de naden geen waterkerende of afvoerende voorzieningen hierdoor is het luik en de onderconstructie bij de naden van het luik nat. (…)
De constructie van het luik heeft geen correcte vochtkering of afvoer van vocht, hierdoor is een situatie aanwezig waardoor houtrot kan ontstaan en tegelwerk na verloop van tijd zal onthechten.
De uitvoering met een stok als fixeermiddel om het luik vast te zetten is acceptabel.
Echter dit dient dan wel zodanig uitgevoerd te worden dat de klos niet door houtrot kan worden aangetast en de stok voldoende stabiel in een gat in de klos en in een sparing bij het luik valt.
Herstel van de vochtkering is mogelijk door rondom bij alle naden een gootprofiel aan te brengen dit is mogelijk door deze in te frezen (wel de- en montage luik) tevens dient de huidige klos vervangen te worden door hardhout”.
Gelet op de bevindingen van de deskundige, stelt de commissie vast dat de constructie van het luik niet voldoet aan de eis van goed en deugdelijk werk. Zij zal de ondernemer opdragen de herstelwerkzaamheden uit te voeren conform de door de deskundige aangegeven herstelmethode.
3. Het zonnescherm is niet conform de instructies van de fabrikant gemonteerd.
De deskundige heeft tijdens zijn inspectie het volgende geconstateerd:
“(…) De montage van het zonnescherm is niet conform de montagehandleiding en de folie is niet juist aangebracht waardoor water niet correct wordt afgevoerd.
Herstel is mogelijk door het zonnescherm te demonteren en deze opnieuw te monteren. Hierbij kan gelijk ook de folie aangepast worden. De ringen en houten spietjes en kit dienen verwijderd te worden. De steunen dienen zodanig uitgericht te zijn dat het scherm alleen nog met de moeren nagesteld hoeft te worden”.
Gelet op de bevindingen van de deskundige, stelt de commissie vast dat de montage van het zonnescherm niet voldoet aan de eis van goed en deugdelijk werk. Zij zal de ondernemer opdragen het zonnescherm opnieuw te monteren volgens de instructie van de fabrikant en deze werkzaamheden uit te voeren conform de door de deskundige aangegeven methode.
Resumerend is de commissie van oordeel dat de drie klachten die de consument aan de commissie heeft voorgelegd gegrond zijn en dat de ondernemer in deze niet heeft voldaan aan de eis van goed en deugdelijk werk in de zin van artikel 5 van de COVO 2010.
Nu de klachten van de consument gegrond worden bevonden, beslist de commissie dat de ondernemer op grond van het reglement het klachtengeld ad € 260,– dat de consument aan de commissie heeft voldaan voor de behandeling van het geschil, aan de consument dient te voldoen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 1.500,– exclusief BTW.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klachten van de consument gegrond.
De commissie veroordeelt de ondernemer tot herstel op de wijze zoals is weergegeven onder de beoordeling van het geschil.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 260,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 1.500,– exclusief BTW.
Beide betalingen dienen plaats te vinden binnen een maand na verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het anders of meer verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen te Den Haag op 20 april 2016.