Commissie: Reizen
Categorie: Annulering
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
49136/80492
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt over de boete die de ondernemer voor de annulering oplegt. Door de corona maatregelen is het voor de consument niet mogelijk om naar Frankrijk te reizen. Als gevolg hiervan heeft de consument de tweede aanbetaling voor de reis niet gedaan. De ondernemer ziet dit als een annulering en stelt dat de consument de tweede aanbetaling moet doen inclusief een annuleringsboete. De consument is het hier niet mee eens en heeft al een eerste aanbetaling gedaan en wil deze nu terug hebben. Ook wil de consument dat de tweede aanbetaling inclusief de annuleringsboete wordt kwijtgescholden. De commissie oordeelt dat de klacht gegrond is, aangezien de ondernemer geen gebruik heeft gemaakt om zijn standpunt kenbaar te maken en de klacht dus onvoldoende heeft weersproken.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 oktober 2019 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf in een villa voor twee personen te Saint-Jean-de-Minnervois in Frankrijk op basis van logies met ontbijt, voor de periode van 6 juni 2020 t/m 27 juni 2020 voor de som van € 3.018,20.
De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Nadat we de eerste aanbetaling voor de gehuurde vakantiewoning hadden gedaan hebben we de tweede betaling niet meer verricht omdat wij vanwege de Corona maatregelen van de overheid Frankrijk niet in mochten. De ondernemer legt dit uit als annulering en eist op grond van de Algemene voorwaarden de tweede (aan)betaling plus een boete.
Wij willen de gevraagde annuleringboete niet betalen en het geld terug van de aanbetaling.
De ondernemer heeft ons niet tijdig geïnformeerd dat dit huis niet te huren was gezien het negatief reisadvies i.v.m. Covid-19 van de Nederlandse en de Franse overheid. De ondernemer heeft überhaupt niet gereageerd op telefoontjes of e-mails behalve dan een geautomatiseerd antwoord. Drie maanden heeft de ondernemer zich achter de drukte verscholen en onbereikbaar getoond. Als de consument dan het initiatief neemt in verband met het falen van de service van de ondernemer wordt deze daarvoor gestraft met annuleringskosten van meer dan 38%.
De consument verlangt een vergoeding van € 1.157,97, zijnde terugbetaling van de eerste aanbetaling van € 875,98 en kwijtschelding van € 281,99, de meerkosten in verband de annuleringsboete.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Nu de ondernemer geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken geldt dat de klacht niet althans onvoldoende is weersproken, zodat deze vaststaat.
Het betekent dat de commissie tot het oordeel komt dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 875,98. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Daarnaast dient de ondernemer het bedrag van € 281,99 ter zake van de meerkosten in verband met de annuleringsboete kwijt te schelden. Het door de consument in depot gestorte bedrag van € 281,99 wordt verrekend: dit bedrag komt toe aan de consument.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer W.A.M. Hendrix, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 8 juni 2021.