Ondernemer dient te bewijzen dat consument proefzending en bijbehorende brief heeft ontvangen.

  • Home >>
  • Thuiswinkel >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Bewijs    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 39249

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De consument stelt onweersproken dat het geschil voortvloeit uit een op 5 februari 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een proefzending voor een vitaminesupplement tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6,90 en dat die levering door haar niet is ontvangen.   De consument heeft een bedrag van € 120,50 niet betaald en in depot gestort bij de commissie.   De consument heeft de klacht na ontvangst van een zogenaamde vervolgzending sinds 16 juni 2009 voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft de klacht na ontvangst van een zogenaamde vervolgzending op 16 juni 2009 voorgelegd aan de ondernemer. De consument heeft het voor die vervolgzending ten onrechte van haar bankrekening afgeschreven bedrag van € 15,90 terug laten boeken. Op 17 juni 2009 heeft de ondernemer aan de consument bevestigd dat de opzegging is ontvangen en verwerkt, maar heeft de ondernemer ook meegedeeld dat bij ontijdige annulering automatisch een vervolgzending wordt verzonden en zij vanwege de te late ontvangst van de annulering inmiddels tweemaal een kwartaalzending hebben toegezonden waarvoor de kosten zullen worden geïncasseerd. Ondanks dat zij maar één pakket heeft ontvangen en deze heeft geretourneerd, kreeg de consument op 24 juli 2009 een aanmaning voor de betaling van twee zendingen vermeerderd met € 4,– administratiekosten en op 17 december 2009 een aanmaning voor vijf zendingen vermeerderd met € 4,– administratiekosten.   De consument verlangt dat zij niets hoeft te betalen voor de ongevraagd toegezonden en inmiddels teruggezonden pillen. Hoewel de ondernemer eigenlijk ook € 6,90 moet terugbetalen wegens het niet-ontvangen proefpakket, laat de consument dit zitten en mag de ondernemer dat bedrag houden.   Standpunt van de ondernemer   De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt aan de commissie kenbaar te maken.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Nu de ondernemer de klacht niet weerspreekt staat de gegrondheid van de klacht vast.   Dit vindt ook de steun in de onweersproken stukken van de consument, waaronder correspondentie die afkomstig is van de ondernemer en de door de ondernemer ingeschakelde incassogemachtigde. Uit die stukken volgt dat de ondernemer haar financiële aanspraken baseert op een overeenkomst inzake de toezending van vervolgpakketten en zij verwijt de consument een tekortkoming in de nakoming van de verplichting tot betaling van daarvoor gezonden facturen. Niet gebleken is echter wanneer en hoe de consument met een dergelijke overeenkomst inzake vervolgpakketten heeft ingestemd. De ondernemer legt daaraan blijkens haar e-mail van 17 juni 2009 ten grondslag dat de consument door niet (tijdig) te reageren op een met de proefzending meegezonden brief akkoord is gegaan met dergelijke vervolgzendingen, maar de consument ontkent uitdrukkelijk dat zij die proefzending heeft ontvangen.   Omdat de ondernemer zich beroept op de rechtsgevolgen daarvan rust op de ondernemer de stelplicht en zonodig de bewijslast van feiten waaruit volgt dat de consument die proefzending met de bewuste brief heeft ontvangen. Voor zover de ondernemer zich blijkens haar e-mail van 17 juni 2009 op het standpunt stelt dat deze stukken door haar niet retour zijn ontvangen onder de vermelding dat deze onbezorgbaar is, blijkt daaruit echter nog niet dat de consument die proefzending met de bewuste brief heeft ontvangen. Bovendien mocht de ondernemer bij gebreke van nadere verklaringen of gedragingen van de consument enkel uit haar stilzitten nog niet gerechtvaardigd afleiden dat de consument instemde met vervolgzendingen tegen een door haar te betalen prijs. Voor zover de ondernemer mocht menen dat de consument met de acceptatie van vervolgzendingen (alsnog) heeft ingestemd met een overeenkomst inzake vervolgzendingen tegen een door haar te betalen prijs, is ook niet van een rechtsgrond voor door de consument verschuldigde betalingen kunnen blijken. Ook voor die gestelde vervolgzendingen geldt dat een ontbrekende retourontvangst door de ondernemer onder de vermelding onder de vermelding dat deze onbezorgbaar is, nog niet aantoont dat de consument dergelijke zendingen heeft ontvangen. De consument erkent slechts één pakket te hebben ontvangen maar deze meteen retour te hebben gezonden, hetgeen de ondernemer niet weerspreekt en ook steun vindt in de e-mail van 17 juni 2009. Dat de door de ondernemer aan haar financiële aanspraken ten grondslag gelegde overeenkomst niet is komen vast te staan, brengt mee dat de door incassogemachtigde in haar correspondentie beweerde verkrijging van vorderingen uit die overeenkomst door cessie, ook niet is kunnen blijken.   Gelet op het door de consument geformuleerde verzoek en nu zij ter zitting verklaart enkel de voor de proefzending verschuldigde € 6,90 te hebben betaald en geen verdere betalingen te hebben gedaan – althans dergelijke betalingen steeds tijdig te hebben kunnen (doen) terugdraaien – zal de commissie bepalen dat de consument niets verschuldigd is uit hoofde van de beweerde overeenkomst inzake vervolgpakketten. De commissie oordeelt dat ter beëindiging van het geschil ook redelijk en billijk.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Omdat de klacht gegrond is dient de ondernemer aan de consument tevens het betaalde klachtengeld te vergoeden.   Gelet op het voorgaande behoeven de overige geschilpunten geen bespreking meer en wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie bepaalt dat de consument niets verschuldigd is uit hoofde van de beweerde overeenkomst inzake vervolgpakketten.   Bovendien betaalt de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de consument een bedrag van € 25,– wegens betaald klachtengeld.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 120,50 aan de consument geretourneerd.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.