Ondernemer dient te wijzen op bouwtechnische gebreken in onderlaag.

De Geschillencommissie




Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf    Categorie: Informatie    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 60633

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in maart 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het doen van buiten- en binnenschilderwerk tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van in totaal € 13.871,31. Het buitenschilderwerk is geoffreerd en in rekening gebracht voor € 10.393,80 exclusief 6% BTW = € 11.017,43 inclusief BTW. Het binnenschilderwerk is geofferd en in rekening gebracht voor € 3.043,34 exclusief BTW = € 3.224,88 inclusief BTW. Dit totaal van € 14.242.31 minus de gegeven korting van € 371,– levert het door de consument betaalde totaalbedrag op van € 13.871,31 inclusief 6% BTW.   De consument heeft meteen na de beëindiging van de schilderwerkzaamheden de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   1. De voordeur was tot twee keer toe niet goed afgelakt. De ondernemer was het hiermee eens. De derde keer is de voordeur dicht gelakt. Hiermee begon het geschil.   2. Wegens slechte hechting van de lak zijn er enkele stukken door de ondernemer hersteld. Echter, de algemene conditie van het schilderwerk is dusdanig slecht, dat er op vele plaatsen hechtingsproblemen ontstonden.   3. Nu twee jaar na aanbrengen van al het schilderwerk, is de situatie zo slecht dat overdoen de enige goede optie is. Het verzoek is dan ook dat een deskundige van de commissie het gehele schilderwerk beoordeelt.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   We hebben gekozen voor deze ondernemer omdat we het buitenschilderwerk van onze woning goed op orde wilden hebben. We hebben hiervoor ook een fiks bedrag moeten betalen. Juist is dat het binnenschilderwerk beperkt is gebleven tot drie grote kozijnen. De afspraken zijn gemaakt met een vertegenwoordiger van de ondernemer die daar nu niet meer in dienst is. Het buitenschilderwerk ziet er nu niet uit. We hadden daar veel langer profijt van verwacht. Tegen herstel door de ondernemer bestaat geen enkel bezwaar. Wij hebben daar alle vertrouwen in.   De consument verlangt dat het gehele buitenschilderwerk wordt overgedaan omdat dat zo slecht is.   Standpunt van de ondernemer   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer kan zich vinden in de bevindingen en de conclusies van de deskundige. De ondernemer is bereid om bij wijze van nakoming/herstel de paar specifiek door de deskundige noodzakelijk geoordeelde herstelwerkzaamheden uit te voeren. Het betreft hier een pand met diverse bouwtechnische onvolkomenheden aan de ondergrond waarop moest worden gewerkt. Het betrof hier een tijdrovende klus. Bouwtechnisch herstelwerk is door de ondernemer niet uitgevoerd. Waar nodig was daarvoor door de consument opdracht gegeven. Aan het binnenschilderwerk mankeert veel, zodat er sprake is van vochtintreding van binnenuit. De ondernemer heeft in het kader van deze opdracht alleen drie kozijnen aan de binnenzijde geschilderd. Het is niet fair om de ondernemer te laten opdraaien voor alle onvolkomenheden aan de woning. Juist is dat door de ondernemer voor of tijdens het werk niet is gewezen op onvolkomenheden in de ondergrond die eerst door de consument moesten worden hersteld. Ook is niet (nader) afgesproken dat op delen van het werk alsnog geen duurgarantie kon worden gegeven. De gewone garantietermijn voor buitenschilderwerk is van toepassing.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Partijen waren aanwezig bij mijn bezoek ter plaatse.   Mede op aanwijzingvan de consument is het volgende door mij geconstateerd:   Algemeen De voorgevel is gelegen op het oosten en de achtergevel op het westen. Het houtwerk is afgeschilderd met een hoogglanslak. In nagenoeg alle raamkozijnen bevindt zich enkele beglazing. De conditie van nagenoeg al het binnenschilderwerk en de afdichting van de enkele beglazing is kritisch tot slecht. Vooral de schuiframen glijden moeilijk door de sponning. Dit veroorzaakt een mechanische belasting op de houtverbindingen van de ramen, met als gevolg dat deze open barsten.   Voorgevel Voordeur – De voordeur is afgeschilderd in gesloten toestand met als gevolg dat het deel van het oppervlak dat in de sponning valt, niet is behandeld. Dat is duidelijk zichtbaar.   Raamkozijn woonkamer, (naast voordeur) – Het verfsysteem op de onderdorpel is gebarsten en onthecht van de ondergrond. De barstvorming vindt vooral plaats op en vanaf de randen van de dorpel. Aan een verfschilfer is te zien, dat het laatst aangebrachte verfsysteem goed is gehecht op het oude verfsysteem. Zie foto. Onder het laatst aangebrachte verfsysteem bevinden zich meerdere oude verflagen. Opmerking zie punt 5: Toelichting. – De vochtigheid van het hout bedraagt 14 à 15%. Zie punt 5: Toelichting deskundige.   Raamkozijn woonkamer – Geen opmerkingen   1e verdieping Raamkozijn (uitbouw), inclusief draairamen, panelen en daklijst – In zijn totaliteit een zeer bewerkelijk geheel. Vooral de daklijst en de panelen onder de ramen zijn erg geprofileerd: veel kraaldelen en geprofileerde klossen. De kantendekking van het verfsysteem op die plaatsen is kritisch. Lichte barstvorming is aanwezig. – Tussendorpel/stijl; plaatselijk is het verfsysteem geheel onthecht door vochtinvloeden. – De “achterzijde” van de stijlen (ter plaatse van de draairamen) zijn ooit bouwtechnisch aangepast. Onderhoudstechnisch is dit een ongelukkige constructie. – Het vochtigheidspercentage is gemiddeld 24%. – Het houtwerk van het gehele raamkozijn is aan de binnenzijde, blank. Het is onbehandeld. – Binnenzijde onderdorpels draairamen en vaste ramen: de naden tussen het glas en het houtwerk staan allemaal open.         Raamkozijn boven voordeur – Het “liggend” werk van het raamkozijn is plaatselijk gebarsten.   2e verdieping Raamkozijnen. – Het “liggend” werk van het raamkozijn is plaatselijk gebarsten.         3e verdieping (zolder) Dakkapellen. – Ook deze onderdelen zijn zeer bewerkelijk. Het verfsysteem van de onderdorpels en stijlen is geheel gebarsten en opengescheurd. Het reparatiemateriaal (plamuur?????) onthecht totaal van de ondergrond. – Bouwkundig plaats ik mijn vraagtekens bij de aansluitingen van de stijlen en onderdorpels en loodafwerking van de onderdorpel.   Achtergevel Raamkozijn keuken – De kopse kant van de vensterbank is niet geschilderd. – De kantendekking van het verfsysteem van de vensterbank en de onderdorpel van het raam is kritisch.   Raamkozijn keuken Door optrekkend vocht barst en onthecht het verfsysteem van de aftimmerlat. De oorzaak hiervan is de verharde kit die zich bevindt tussen de vensterbank en de aftimmerlat. Via de openstaande naad vindt inwatering plaats.   Achterpui, begane grond Algemeen; De gehele houtconstructie van deze pui, inclusief de deuren, is onderhoudstechnisch te kwalificeren als uiterst ongelukkig.   Linkerdeur – De pin in het onderste scharnier ontbreekt. De deur hangt scheef in het kozijn. De houtverbindingen zijn opengebarsten door mechanische invloeden en door vochtinwerking via de onderzijde van de deur en van binnenuit. – Het vochtigheidspercentage van het hout is gemiddeld 34%. Zie punt 5: Toelichting. – Linksonder het paneel is houtrot aanwezig.   Rechterdeur – De houtverbindingen zijn opengebarsten door mechanische invloeden en door vochtinwerking via de onderzijde van de deur en van binnenuit. – De kantendekking van het verfsysteem is op diverse plaatsen kritisch.   Vast raamkozijn rechts en links – Zoals al eerder is opgemerkt is de gehele houtconstructie onderhoudstechnisch te kwalificeren als uiterst ongelukkig. Dat geldt vooral voor de aansluiting van de weldorpels boven de terrasvloer. Inwatering vindt direct plaats via de onderkant van de dorpel. Het gevolg daarvan is dat het verfsysteem afbladdert en het hout gaat rotten. Zie vooral bij de rechterzijde. Schildertechnisch is dit niet verantwoord te schilderen. – Het vochtigheidspercentage van het hout is gemiddeld > 30%. Zie punt 5: Toelichting.   1e verdieping Raamkozijnen, badkamer Buitenzijde: – Vanaf de begane grond is zichtbaar dat er bij het rechterraamkozijn een houtreparatie heeft plaats gevonden (nieuw stuk tussendorpel aangebracht). – Bij zowel de onderdorpels van de ramen en tussendorpel onthecht het verfsysteem van de ondergrond. Binnenzijde: – Onderdorpels ramen: De naden tussen het glas en het houtwerk staan allemaal open. De conditie van het binnenschilderwerk is niet goed te noemen. Vochtigheidspercentage van het hout is gemiddeld > 30%. – De ventilatiemogelijkheid is naar mijn indruk nihil. De schuiframen bevinden zich achter lamellen. Dit gegeven in relatie met de openstaande verbindingen tussen het glas en de conditie van het binnenschilderwerk is slecht voor de conditie van het hout en het buitenschilderwerk.   Overige raamkozijnen 1e verdieping – Geen opmerkingen.   2e en 3e verdieping Balkonhek – Het dekkend geschilderde hardhouten balkonhek is plaatselijk sterk vervuild en op de liggende delen is alg- en mosaangroei aanwezig. Het schilderwerk is technisch goed.   Balkonpuien – Deuren: Door optrekkend vocht via de kopse kanten van de stijlen vindt barstvorming plaats vanuit de ondergrond – Panelen: Het houtwerk is over het geheel oppervlak gebarsten. Dat geldt voor zowel de binnen- als de buitenzijde. – Het verfsysteem barst en onthecht via de kopse zijde van de tussendorpel. Deze zijde is onvoldoende overgeschilderd. Binnenzijde: – Ramen en deuren: De naden van het “liggend” werk tussen het glas en het houtwerk staan open.   Herstel Herstel is technisch mogelijk. Dit is naar mijn mening moeilijk direct te benoemen, op enkele onderdelen na. Voor mijn toelichting hierop verwijs ik naar wat hieronder bij “Algemeen” door mij wordt vermeld. Om die reden worden door mij alleen de herstelpunten benoemd, die direct het gevolg zijn van de uitgevoerde schilderwerkzaamheden in 2009. Dit zijn:   Voorgevel Voordeur. – De voordeur geheel afschuren, eventueel bijwerken en overlakken.   Achtergevel Raamkozijn keuken. – De kopse kant van de vensterbank bijschilderen.   Algemeen Het buitenschilderwerk is uitgevoerd in 2009. Het houtwerk is afgeschilderd met een afsluitend verfsysteem op basis van alkyd. Na een buitenexpositie van twee jaar zijn er diverse verftechnische gebreken waarneembaar die in relatie staan met het toegepaste verfsysteem, de uitvoering en de levensduur van de verf, en die te wijten zijn aan tekortkomingen van bouwkundige zaken en ook aan het binnen- en beglazingswerk. Ten aanzien van het buitenschilderwerk wil ik opmerken dat het gekozen verfsysteem in relatie met bovenstaande zaken niet erg gelukkig is. Het toegepaste verfsysteem is een afsluitend verfsysteem. Beter was geweest een vochtregulerend verfsysteem toe te passen. Ik vraag me af of er vochtmetingen zijn verricht en of er voldoende aandacht is geschonken aan het binnenwerk.   Ten aanzien van de uitvoering moet ik opmerken dat bij diverse onderdelen de oude “dikke” verflagen niet zijn verwijderd. De onthechting van het totale systeem is daar dan het gevolg van. De nieuwe verflagen hechten wel goed op de oude maar zijn veel elastischer en trekken onder invloed van een te hoge vochtigheidsgraad van de ondergrond, alles los van de ondergrond. De omschreven punten per onderdeel uit de inspectie geven aan dat er redelijk wat zaken zijn die de aandacht verdienen. Buiten het feit dat er op het schilderwerk het een en ander is op te merken geldt dat ook voor diverse andere zaken. Deze zijn bijvoorbeeld: – de conditie van het binnenschilderwerk. De openstaande scheuren in de deurpanelen en andere houtverbindingen en het onbehandeld zijn van blank houtwerk; – de glasafdichtingen langs de enkele beglazing en het houtwerk;  – de aansluitingen van het houtwerk op de bestrating e.d.; – de omtrekspeling van vooral ramen en deuren. De werking van de schuiframen.   Om die redenen is het moeilijk aan te geven wat de herstelkosten zijn van buitenschilderwerk. Het een heeft met het ander te maken.   Vochtigheid van het hout De aanwezigheid van vocht in het hout wordt uitgedrukt in percentages. Om verantwoord schilderwerk uit te kunnen voeren op houtwerk moet het vochtigheidspercentage liggen onder de 17-18%. Tussen de 18% en 30% moet men zich afvragen wat de oorzaak is van de te hoge vochtigheidsgraad. Aanpassingen aan het verfsysteem zijn dan gewenst (afsluitend of vochtregulerende verfsystemen). Heeft het hout een vochtpercentage van 30%, het zogenaamde vezelverzadigingspunt, dan gaat het hout rotten en is er echt iets aan de hand met en in de houtconstructie of degelijke.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De vraag in hoeverre de ondernemer bij de uitvoering van de met de consument overeengekomen buitenschilderwerkzaamheden toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de met de consument gemaakte afspraken is niet eenvoudig te beantwoorden. Tussen partijen staat vast dat de ondernemer zich heeft verplicht om goed en deugdelijk buitenschilderwerk te leveren dat voldoet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld, waaronder de eis dat dat buitenschilderwerk geruime tijd afdoende bescherming biedt tegen diverse weersinvloeden en in het bijzonder tegen de inwerking van vocht en zonlicht. Tussen partijen staat immers vast dat door de consument voor dat schilderwerk een volwaardige prijs is betaald juist ook in de verwachting dat een deugdelijk schilderresultaat wordt neergezet. Gesteld noch gebleken is dat de ondernemer voorafgaand of tijdens de uitvoering van de schilderwerkzaamheden alsnog de consument er op heeft gewezen dat de ondergrond deels ondeugdelijk is en eerst bouwtechnisch aanpassing vergt, voordat daarop kan worden geschilderd. De hier van toepassing zijnde algemene consumentenvoorwaarden (artikel 5.3.) stellen de ondernemer deze verplichting, waarbij de consument dan in de gelegenheid moet worden gesteld om de ondergrond voor eigen rekening bouwtechnisch te verbeteren of dat niet te doen. In dat laatste – zich hier dus kennelijk niet voordoende – geval kan de ondernemer weigeren om in zoverre het schilderwerk uit te voeren dan wel om nader met de consument af te spreken dat ondanks de ondeugdelijkheid van de ondergrond deze wel wordt geschilderd, maar dat door de ondernemer niet kan worden ingestaan voor een deugdelijk eindresultaat zodat dat voor rekening en risico van de consument moet blijven. Voor zich spreekt dat een dergelijke uitzondering op de hoofdregel dat deugdelijk schilderwerk moet worden verricht, goed moet worden vastgelegd.   Zoals gezegd, daarvan is hier geen sprake geweest want de ondernemer heeft hier de ondergrond kennelijk onvoorwaardelijk geaccepteerd en heeft zich verplicht om daarop een deugdelijk verfsysteem aan te brengen. Aldus is voor het gehele buitenschilderwerk met “dekkende traditionele verf” de daarvoor overeengekomen garantietermijn voor buitenschilderwerk gaan lopen van drie jaren (zie art. 13 lid 2 onder b van de hier van toepassing zijnde Consumentenvoorwaarden) te rekenen per de datum van oplevering van het schilderwerk. Bij gebrek aan nadere gegevens houdt de commissie de datum van oplevering op 2 juni 2009, zijnde de datum waarop de 2e en laatste factuur aan de consument is gezonden; kennelijk omdat het overeengekomen schilderwerk toen was afgerond. Dit betekent dat die garantietermijn eerst eindigt per 3 juni 2012. Ruim voor het einde van die termijn zijn de hier aan de orde zijnde klachten door de consument neergelegd bij de ondernemer.   In het licht van het hiervoor overwogene verenigt de commissie zich in belangrijke mate met de technische bevindingen van de deskundige en maakt die hier tot de hare. De hieruit te trekken conclusies gaan naar het oordeel van de commissie echter verder dan die van de deskundige, want de commissie zal de ondernemer verplichten tot meer herstelwerk dan waartoe de deskundige de ondernemer verplicht hield in diens conclusies.   De commissie is van oordeel dat de ondernemer op een aantal onderdelen – deels achteraf bekeken – toerekenbaar tekort is geschoten in een correcte nakoming van de afspraak dat deugdelijk buitenschilderwerk wordt geleverd.   Allereerst zijn er de tekortkoming waarvan de deskundige heeft gerapporteerd dat deze herstel behoeven, te weten de volgende: – voordeur: geheel afschuren, eventueel bijwerken en overlakken. – raamkozijn keuken: de kopse kant van de vensterbank bijschilderen.   De commissie is daarenboven van oordeel dat de ondernemer bij wijze van nakoming/herstel gehouden is tot het doen van de volgende schilderwerkzaamheden: – raamkozijn woonkamer (naast voordeur): de onderdorpel alsnog voorzien van goed en deugdelijk schilderwerk; – raamkozijn 1e verdieping (uitbouw): de betreffende tussendorpel/stijl alsnog voorzien van goed en deugdelijk schilderwerk; – raamkozijn boven voordeur. Het “liggend” werk van het raamkozijn (is plaatselijk gebarsten) alsnog daar waar vereist voorzien van goed en deugdelijk schilderwerk; – het “liggend” werk van het raamkozijn op de 2e verdieping (is plaatselijk gebarsten) alsnog daar waar vereist voorzien van goed en deugdelijk schilderwerk; – dakkapellen (3e verdieping/zolder): de onderdorpels en stijlen alsnog voorzien van goed en deugdelijk schilderwerk; – raamkozijnen, badkamer (buitenzijde): de onderdorpels van de ramen en tussendorpel alsnog voorzien van goed en deugdelijk schilderwerk.   Alleen voor wat betreft het totaal van voormelde “aandachtstreepjes” wordt de ondernemer verplicht tot het doen van nakomings-/herstelwerkzaamheden. De commissie zal daartoe een ruime termijn bepalen opdat deze werkzaamheden bij geschikte klimatologische omstandigheden kunnen worden uitgevoerd.   Voor wat betreft de meer en/of andere door de deskundige van de commissie aangeduide onvolkomenheden in het buitenschilderwerk geldt dat deze hun (hoofd)oorzaak vinden in bouwtechnische omstandigheden (waaronder vochtintreding van binnenuit) en in ouderdom en onvolkomenheden van de ondergrond/materialen, waarvoor het risico is blijven liggen bij de consument en welk risico niet kan worden afgewenteld op de ondernemer na een eenmalige uitvoering van de overeengekomen schilderwerkzaamheden.   Door de consument is dus deels terecht geklaagd. Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer daarom tevens gehouden om het klachtengeld te voldoen aan de consument en om de behandelingskosten te voldoen aan het secretariaat van de commissie.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer wordt verplicht om bij wijze van nakoming/herstel al de werkzaamheden uit te voeren die hierboven in de beslissing met “aandachtstreepjes” zijn aangeduid.   Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.   Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 4 maanden na de verzenddatum van dit bindend advies.   De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders- Glaszet- en Stukadoorsbedrijf op 3 februari 2012.