Commissie: Voertuigen
Categorie: Derden
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE09-0454
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 september 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, [merk en type], d.e.t. mei 1999, kilometerstand 95.000, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.950,–. De levering vond plaats op of omstreeks 13 september 2008. De consument heeft op 17 juli 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Bij aankoop van de auto is een [merk] garantie afgegeven met een duur van één jaar. In het verkoopgesprek is door de ondernemer toegezegd dat de consument voor reparaties tijdens de garantieperiode bij elke [merk] dealer in Nederland terecht kon om de reparatie onder garantie uit te laten voeren. Zou de consument geweten hebben dat hij voor elke reparatie onder garantie terug moest naar [plaatsnaam], dan had hij de auto niet gekocht. Vervolgens is een probleem ontstaan aan een achterlager van de auto. Dit is zonder enige op- of aanmerking door een [dealer] onder de afgegeven garantie hersteld. In juni 2009 ontstaat er een mankement aan de airco. De consument brengt de auto weer naar de [dealer], maar krijgt vervolgens van hem bericht dat de condensor van de airco lek was. Daarop ontstaat een discussie tussen de [dealer] en de ondernemer over de oorzaak van de lekkage. Uiteindelijk bleek de ondernemer niet bereid de kosten te dragen die de [dealer] voor de reparatie in rekening zou brengen. De ondernemer wilde vervolgens de airco wel onder garantie herstellen, maar stond er op dat de auto ter reparatie in [plaatsnaam] zou worden aangeboden. Ondertussen had de consument van de [dealer] voor het onderzoek aan de airco een rekening gekregen van € 106,47. De ondernemer wilde daarvan slechts een deel (€ 22,50 voor zijn rekening nemen, de standaardprijs voor een controle van de airco. De [dealer] heeft echter een veel uitgebreider onderzoek verricht dan enkel een standaardcontrole. Op 7 juli 2009 is de auto ter reparatie in [plaatsnaam] aangeboden. Toen bleek dat de magneetkoppeling van de airco ook defect was. De ondernemer merkte toen op dat de consument nog een keer terug moest komen om ook dat onderdeel te laten vervangen. Dat was voor de consument onbespreekbaar. Aan een reparatie in Rotterdam wilde hij verder niet meer meewerken, maar wel heeft hij de kostprijs van het onderdeel (€ 210,–) vergoed. De hele reparatie van de airco heeft de consument € 570,13 plus € 106,47 (in totaal € 676,60) gekost, waarop in mindering komen de vergoedingen van de ondernemer van € 22,50 wegens onderzoekskosten en € 210,– voor onderdelen. Per saldo lijdt de consument dus een schade van € 444,10 exclusief de kosten van een reis van 300 kilometer naar [plaatsnaam]. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De eerdere berekening van de herstelkosten is niet helemaal juist. Ik toon u de facturen van de reparatie van de airco. Zoals u kunt zien heeft deze mij € 619,13 gekost plus € 106,47, dus in totaal € 725,60. Ik blijf bij mijn standpunt zoals verwoord op schrift. Ik heb vóór aankoop eerst de auto in [plaatsnaam] bekeken. Vervolgens heb ik een soortgelijke auto bekeken in [plaatsnaam]. Juist omdat de ondernemer daar mij niet kon garanderen dat ik eventuele gebreken onder garantie bij een garage bij mij in de buurt kon laten herstellen, heb ik gekozen voor de auto van de ondernemer en niet voor de auto die in [plaatsnaam] te koop werd aangeboden. De vergoeding van € 210,– van de ondernemer heb ik gekregen op voorwaarde dat ik zou tekenen dat ik daarmee akkoord was. Ik heb dat wel gedaan, maar onder protest, want ik heb aangegeven dat ik wel overwoog om de zaak aanhangig te maken bij de geschillencommissie. De consument verlangt vergoeding van de door hem gemaakte kosten Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De reparatie aan het wiellager heeft inderdaad in [plaatsnaam] plaatsgevonden. De uitvoerend ondernemer daar heeft een offerte opgemaakt die de ondernemer reëel vond, waarna de reparatie voor rekening van de ondernemer is uitgevoerd. Na 11 maanden kwam de consument met de klacht over een lekke condensor van de airco. De diagnose was wederom door een collega van de ondernemer in [plaatsnaam] gesteld. Deze offreerde echter een veel te hoge prijs voor het onderzoek en voor de reparatie. De ondernemer heeft altijd aangeboden zijn garantieverplichtingen na te komen, maar de consument was niet bereid om daarvoor naar het bedrijf van de ondernemer te komen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument legt aan zijn standpunt ten grondslag dat bij het aangaan van de overeenkomst tussen hem en de ondernemer is afgesproken dat de consument onder de afgegeven garantie vallende herstelwerkzaamheden kon en mocht laten uitvoeren bij een lokale dealer. Deze stellingname van de consument is door de ondernemer op geen enkele wijze weersproken, zodat de commissie deze voor juist aanneemt. Uitgaande daarvan, had de consument er op mogen vertrouwen dat het probleem met de airco, dat zich nog gedurende de garantieperiode voordeed, onder garantie door een lokale dealer zou worden verholpen. Dat is echter niet gebeurd, omdat is gebleken dat – anders dan door de ondernemer aan de consument is voorgehouden – een lokale dealer bij de consument in de buurt niet op het nakomen van garantieverplichtingen kon worden aangesproken. De commissie is van oordeel dat in dit geval de ondernemer gehouden is de voor het herstel gemaakte kosten aan de consument te vergoeden. Dat deze hem wellicht niet de gelegenheid heeft geboden om het herstel zelf uit te voeren, kan daaraan niet aan doen, omdat – gelet op hetgeen daarover bij de aankoop was overeengekomen – aangenomen moet worden dat de ondernemer afstand heeft gedaan van de aanspraak om zelf te mogen herstellen en de consument heeft toegestaan om reparaties die onder de garantie vielen lokaal op te laten lossen. In dat geval heeft de ondernemer in te staan voor de gevolgen van het feit dat hetgeen hij de consument omtrent de garantieregeling heeft voorgehouden ten aanzien van diens garantieaanspraken niet juist is gebleken. Van het bedrag van € 725,60 dat het herstel van de airco heeft gekost is een bedrag van € 210,– door de ondernemer vergoed. Het restant, € 515,60, zal de commissie (rekening houdend met eerdere reiskosten) afronden op € 550,–, welk bedrag bij wijze van vergoeding aan de consument zal worden toegekend. Daarom wordt beslist als na te melden. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 550,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, op 6 april 2010.