Ondernemer had meer onderzoek moeten doen naar vochtproblematiek.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf    Categorie: Ondeugdelijk werk (non conformiteit)    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 62831

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 6 april 2009 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen schilderswerkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 5.870,– (exclusief 6% BTW). De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 28 september 2009.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De (schilders)werkzaamheden aan de timpanen zijn door de ondernemer uitgevoerd zonder dat voorafgaand de toestand van de timpanen deugdelijk is beoordeeld. Er is ten onrechte geen vochtmeting gedaan. Op 16 en 17 maart 2010, dus binnen 7 maanden na gereedkomen van het werk vallen er verfschilfers van de prefab betonnen dakplaten van het (zuid) timpaan af. Dit terwijl de ondernemer een garantietermijn op het schilderwerk geeft van twee jaar. Op 23 april 2010 is op verzoek van de ondernemer door [de fabrikant] een onderzoek ingesteld. [De fabrikant] geeft onder meer aan dat de onthechting van het verfsysteem ontstaat door een hoge vochtbelasting vanuit de ondergrond. De ondernemer verwijst ten onrechte naar [de bouwer] en onderneemt verder niets. Op verzoek van de consument heeft [een bouwadviesbureau] een onderzoek naar de gesteldheid van de timpanen uitgevoerd. De consument wenst terugbetaling van het betaalde bedrag nu sprake is van wanprestatie aan de kant van de ondernemer.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Het werk is volgens de offerte en goed en deugdelijk uitgevoerd. Er heeft geen vochtmeting plaatsgevonden maar wel een goede beoordeling van de ondergrond. De ondergrond was droog en vertoonde geen onthechting. Het was ten tijde van de werkzaamheden droog weer en ongeveer 20 graden. De gebruikte verf is topkwaliteit van [merknaam]. De ontstane schade is niet ontstaan door het werk van de ondernemer. Naar mening van de ondernemer is de oorzaak gelegen in de voortdurende sneeuwval, vorst en dooi gedurende de maanden december tot en met februari. Dit heeft geleid tot schade aan de aansluiting van timpaan en dak, wellicht onder het grind. De stuclaag is daardoor gedeeltelijk onthecht van de ondergrond.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Vaktechnisch oordeel Bovenzijde prefab betonplaten Op de bovenzijde van de timpanen zijn kitrillen aangebracht om het regenwater te geleiden dat van de timpaan afstroomt.   Door verminderde elasticiteit (bros worden) van de kitrand onthecht de kit van het beton en ontstaan er inwateringsmogelijkheden onder de kitrand. Zie foto’s. Hierop is duidelijk waarneembaar dat de kit los komt van de ondergrond en de ondergrond daaronder kaal is. Dit heeft als gevolg dat het vocht de ondergrond indringt en het verfsysteem onthecht. Het patroon van deze onthechting is boven iedere kitril goed waarneembaar. De gemeten vochtwaarden van de afdekplaat is te hoog. Deze bedroeg overal > 6%. Het gehele verfsysteem onthecht van de ondergrond. Met het gehele verfsysteem wordt bedoeld het oude en nieuw aangebrachte verfsysteem. De laatst aangebrachte verflagen zijn goed gehecht op het oude verfsysteem.   Timpanen Voorzijden De gebreken zijn het gevolg van een te hoge vochtbelasting vanuit de ondergrond. Die te hoge vochtbelasting wordt weer op zijn beurt veroorzaakt door invloeden vanuit de achterzijde (dakzijde). Opmerking: de voorzijde van de timpaan van de achtergevel heb ik niet kunnen waarnemen. Maar eenzelfde beeld is daar te verwachten als bij de timpaan van de voorgevel, gezien de slechte conditie van de achterzijde.   Achterzijde (dakzijde) Verfsysteem Het verfsysteem onthecht op vele plaatsen van de pleisterlaag. De gemeten vochtwaarden op de plaatsen waar onthechting plaats vindt is > 6%, hetgeen veel te hoog is. De hechting van het laatst aangebrachte verfsysteem op het oude is goed. Duidelijk is dat het totale verfsysteem (oud + nieuw) door deveel te hoge vochtbelastingvan de ondergrond afbladdert.   Pleisterlaag De hechting van de pleisterlaag op de kalzandsteen is over het algemeen slecht. (door op de ondergrond te kloppen hoort men waar die loszit).   Herstel Herstel is mogelijk maar dan zal eerst een bouwkundig onderzoek moeten plaats vinden wat de oorzaak is van de te hoge vochtbelasting in de ondergrond.   Toelichting Het aangebrachte verfsysteem t.w. [merknaam], is een uitstekend verfsysteem, dat goed toepasbaar is op dit soort ondergronden. De afstemming van dit systeem op het bestaande is juist. Als ik het goed heb begrepen uit het dossier heeft de aannemer geen schriftelijk advies van de verffabrikant gekregen maar is er wel mondeling overleg geweest. Dit is naar mijn mening voldoende. De aannemer is vakkundig genoeg om te oordelen op welke wijze een ondergrond behandeld dient te worden. Hij zal voor een dergelijke ondergrond en grootte, niet zo snel bij een fabrikant een schriftelijk advies vragen. Hij is tenslotte ook eindverantwoordelijk. Opmerking: Bij de beoordeling van een ondergrond welk systeem er zal worden toegepast controleert men vanzelf de vochtigheid van de ondergrond. Is die op moment te hoog dan zal het bestaande verfsysteem dat middels gebreken in de vorm van onthechting en verkleuringen, laten zien.   In hoeverre de winterse omstandigheden, na het schilderwerk in 2009, invloed hebben gehad op de ontstane gebreken kan ik niet beoordelen. Maar gezien de geconstateerde bouwkundige problemen (dakaansluitingen e.d.) verrast mij dit niet.   Resumé en conclusie: Geconstateerd moet worden dat de onthechting van het verfsysteem (oude en nieuwe) en de schade aan de pleisterlaag niet te wijten zijnaan het toegepaste verfsysteem en de applicatie, maar aan het te hoge vochtgehalte van de ondergrond. Uit de inspectie is gebleken dat de gebreken in de ondergrond zich hoofdzakelijk voordoen aan de binnenzijde van de timpanen. Deze gebreken zijn allemaal het gevolg van een te hoge belasting vanuit de ondergrond. Om de oorzaak te achterhalen van het te hoge vochtgehalte van de ondergrond is een gedegen bouwkundig onderzoek nodig.”   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie stelt voorop dat zij – mede op basis van het rapport van de deskundige van de commissie – concludeert dat de ondernemer goed en deugdelijk werk heeft geleverd voor wat betreft het toegepaste verfsysteem en de afstemming daarvan op de aanwezige verflaag.   De commissie maakt echter tevens op uit het rapport dat de gemeten vochtwaarden (ten tijde van het onderzoek op 22 februari 2012) veel te hoog waren en dat dit te hoge vochtgehalte in belangrijke mate de oorzaak was van de onthechtingsproblematiek in de daarvoor gelegen periode.   De commissie is van oordeel dat de vochtproblematiek ook reeds aanwezig moet zijn geweest ten tijde van het uitvoeren van het schilderwerk door de ondernemer. Dit maakt zij op uit het feit dat reeds enkele maanden na het uitvoeren van het – op zichzelf verder naar de regelen der kunst uitgevoerde – werk sprake was van ernstige achteruitgang van het schilderwerk.   Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer een inschattingsfout gemaakt door te volstaan met een visuele inspectie van de ondergrond en had de ondernemer de vochtproblematiek kunnen ontdekken indien hij een vochtmeting had uitgevoerd, alvorens het werk uit te voeren. De consument zou alsdan de keuze hebben gehad om het werk wel of niet te laten uitvoeren. Indien de consument met kennis van de vochtproblematiek er voor had gekozen om het werk toch uit te laten voeren zouden de gevolgen voor zijn rekening en risico zijn gekomen.   Deze keuze is de consument evenwel ontnomen, hetgeen naar het oordeel van de commissie er toe dient te leiden dat de overeenkomst tussen partijen wordt ontbonden en de ondernemer het door de consument betaalde bedrag van € 6.222,20 (€ 5.870,– vermeerderd met 6% BTW) aan de consument dient terug te betalen.   Het vorenoverwogene leidt tot de slotsom dat de klacht van de consument gegrond is.   Beslissing   De overeenkomst d.d. 6 april 2009 wordt partieel ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer het door de consument aan hem betaalde bedrag van € 6.222,20 (€ 5.870,– inclusief 6% BTW) dient terug te betalen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 685,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf op 11 mei 2012.