Commissie: Wonen
Categorie: Kosten
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
65446
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 24 januari 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en installeren van traptreden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 5150,–. De levering heeft niet plaatsgevonden, aangezien de consument de order heeft geannuleerd. De consument heeft een bedrag van € 1.287,50,– aan annuleringskosten niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 28 oktober 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Via mailcontact zijn wij benaderd door de ondernemer. Daarna is een vrijblijvende afspraak gemaakt. Toen wij wegens persoonlijke omstandigheden wilden annuleren, bleek dat er annuleringskosten verschuldigd waren. Dit was echter niet op het orderformulier vermeld en voorts is dit ook niet medegedeeld. Bovendien is op deze transactie de Colportagewet van toepassing, zodat de gesloten overeenkomst nietig is. De consument verlangt, dat de annuleringskosten niet hoeven te worden betaald. Wel is de consument bereid om een bedrag uit coulance te betalen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De overeenkomst is gesloten onder de voorwaarden van [de branchevereniging]. Bij annulering dienen volgens deze voorwaarden annuleringskosten te worden betaald. In feite is de consument 30% van het aankoopbedrag verschuldigd. Wij hebben met 25% genoegen genomen. Beoordeling van het geschil Vooreerst wil de commissie opmerken, dat zij anders dan namens de consument is aangevoerd van oordeel is, dat de Colportagewet niet van toepassing is op de in geding zijnde overeenkomst. Hier is immers geen sprake van huis aan huis verkoop en voorts is de tussen partijen gesloten overeenkomst weliswaar ten huize van de consument afgesloten, maar gelet op het voorwerp van de overeenkomst, te weten het renoveren van een trap, kan de commissie het niet vreemd vinden, dat de transactie ten huize van de consument zijn beslag heeft gekregen. In dit verband voegt de commissie toe, dat noch gesteld noch anderszins is gebleken, dat de consument onder druk is gezet bij het sluiten van de overeenkomst. Daarbij komt, dat de consument pas veel later en vanwege persoonlijke omstandigheden, welke tijdens het sluiten van de overeenkomst niet aan de orde waren, heeft geannuleerd. Voorts heeft de commissie nog het volgende overwogen. Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel, dat de consument door ondertekening van het orderformulier een obligatoire overeenkomst met de ondernemer heeft gesloten. Zoals op het orderformulier duidelijk is aangegeven zijn op deze overeenkomst de [branche]-voorwaarden van toepassing. De reden waarom de consument zich genoodzaakt heeft gezien om zelf van de uitvoering van de overeenkomst af te zien, komt voor zijn rekening en risico. In geval van eenzijdige beëindiging van de overeenkomst zonder dat er sprake is van een aan de ondernemer toe te rekenen tekortkoming heeft de consument de door de ondernemer daarvan te ondervinden schade te vergoeden. Onder schade vallen niet de daadwerkelijk gemaakte kosten, maar ook de gederfde winst. In de hier van toepassing zijnde voorwaarden is daarvoor als een redelijke vergoeding 30% van het met de aanschaf gemoeide bedrag vastgelegd. Het feit, dat de ondernemer in het onderhavige geval genoegen neemt met 25% maakt dit niet anders. De omstandigheden van het onderhavige geschil zijn niet zodanig, dat de commissie een uitzondering op voormelde regel gerechtvaardigd oordeelt. Wat betreft de door de ondernemer gevorderde incassokosten deelt de commissie nog het volgende mede. Ter zitting is namens de consument nog onweersproken naar voren gebracht, dat de ondernemer zijn vordering nadat de klacht bij de commissie aanhangig was gebracht uit handen heeft gegeven aan een incassobureau. De commissie is van oordeel, dat de ondernemer zelf de commissie had kunnen inschakelen om van haar een oordeel over het geschil te verkrijgen. Alsdan hadden de thans gemaakte incassokosten achterwege kunnen blijven. Het spreekt daarom voor zich, dat de incassokosten door de ondernemer ten onrechte zijn gevorderd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten aanzien van de gevorderde annuleringskosten ongegrond is en ten aanzien van de gevorderde incassokosten gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde ten aanzien van de annuleringskosten wordt afgewezen. De consument is daarentegen geen incassokosten verschuldigd. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Voorts betaalt de ondernemer aan de commissie een bedrag van € 300,– als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt aan de ondernemer overgemaakt minus € 125,– klachtengeld, dat aan de consument wordt teruggestort. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 16 mei 2012.