
Commissie: Voertuigen
Categorie: Schade
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
130126/153974
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument liet zijn auto repareren bij de ondernemer. Drie dagen na die reparatie had de auto dezelfde storing. Twee monteurs hebben de auto opgehaald, waarna gemeld werd dat er geen storing in de auto zat. Echter, na inspectie bleek dat er een scheurtje in het motorblok zat. De consument verlangt terugbetaling van de reparatiekosten. De ondernemer schrijft dat de consument in de drie dagen na de reparatie 1.000 kilometer heeft gereden. De ondernemer is ervan overtuigd geen invloed te hebben gehad op het ontstaan van de scheur. De scheur is na de reparatie ontstaan. De door de commissie ingeschakelde deskundige is van mening dat het cilinderblok, net als de cilinderkop, gevlakt had moeten worden tijdens de herstelwerkzaamheden. Ook rapporteert de deskundige dat het voertuig technisch totaal los is. De commissie is van oordeel dat de ondernemer een beroepsfout heeft gemaakt. De klacht is ten dele gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De commissie heeft een onderzoek laten doen door de heer [DESKUNDIGE], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 16 mei 2022 te Utrecht.
De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft in de kern kort gezegd de vraag of de ondernemer aansprakelijk is voor schade die de consument stelt te hebben geleden ten gevolge van een door de ondernemer gemaakte fout bij het uitvoeren van een reparatie aan de auto van de consument.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Ik heb mijn auto voor € 3.300,– laten repareren bij de ondernemer. Vervolgens had de auto binnen drie dagen na reparatie weer dezelfde storing. Twee monteurs hebben de auto daarna opgehaald en zijn naar de werkplaats gereden. Gemeld werd dat er geen storingen de auto zat. Na een inspectie bleek er echter een scheurtje in het motorblok te zitten. Ik verlang dat de ondernemer € 3.300,– aan mij terugbetaald, omdat de ondernemer het defect niet goed heeft beoordeeld en de auto daardoor nu stuk is.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In mei 2021 is de auto bij ons gebracht met een koelvloeistofprobleem. Aangegeven is dat er twee mogelijke oorzaken zijn, de eerste mogelijke oorzaak betreft een defecte koppakking en de tweede betreft een defect motorblok. Na overleg met de consument hebben we de motor open gemaakt en zijn we tot de conclusie gekomen dat de koppakking defect is. Deze is in combinatie met een onderhoudsbeurt hersteld en de consument heeft hier inderdaad € 3.300,– voor betaald. Nadat de reparatie in orde is gemaakt, zijn er nog wat testkilometers gemaakt om te kijken of de reparatie goed is verlopen. Dit is gedaan en de chef werkplaats heeft de auto vervolgens als technisch in orde afgemeld. Helaas is de consument na drie dagen met een soortgelijke klacht gestrand. De consument vermeld niet dat ze in die drie dagen 1.000 Kilometer heeft gereden zonder problemen. Het probleem dat zich na drie dagen openbaarde was wederom een melding van koelvloeistof. Na een door een van onze medewerkers uitgevoerde controle was er geen uitwendige lekkage aanwezig. Daarom hebben we nogmaals de motor open gemaakt. Wat nu blijkt is dat er een scheur in het motorblok zit. De consument is ervan overtuigd dat de scheur in het motorblok aanwezig moet zijn geweest bij het vervangen van de pakking, wij zijn van mening dat deze scheur niet aanwezig geweest kan zijn, omdat de consument na reparatie 1.000 kilometer heeft gereden. Wij zijn van mening dat wij geen invloed op hebben gehad op het ontstaan van deze scheur of iets hebben gemist in de diagnose. Wij zijn ervan overtuigd dat 1.000 kilometer rijden met een scheur in het motor blok zonder meldingen niet mogelijk is.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Tijdens het onderzoek zijn door de deskundige de navolgende punten geconstateerd en indien nodig van commentaar voorzien.
Deskundige treft het voertuig in een deels gedemonteerde toestand aan. De cilinderkop ligt nagenoeg los op de motor. Binnen enkele minuten is de cilinderkop verwijderd en wordt de scheur in het motorblok waargenomen. De scheur is aanwezig tussen de 2e en 3e cilinder. Op deze plek is de koppakking ook defect geraakt. Hierdoor was de eerste reparatie noodzakelijk. Bij deze reparatie is ook de cilinderkop gevlakt. De cilinderkop is van aluminium wat veelal een zacht materiaal is. Wanneer de motortemperatuur extreem hoog raakt, bijvoorbeeld bij zware motorbelasting of bij koelingsproblemen, kan het aluminium krom trekken. Om deze reden vlakt men altijd een cilinderkop als de koppakking defect is geraakt. Dit is ook gebeurd tijdens de eerste herstelwerkzaamheden.
Wat opvalt is dat het motorblok van hetzelfde materiaalsoort is als de cilinderkop (aluminium). Veelal is dit van gietijzer wat zwaarder is maar ook sterker. Uit metingen is gebleken dat op de hoogte waar de scheur in het motorblok zit, de cilinderbus lager ligt dan het motorblok. Dit is niet gebruikelijk. Uit de technische gegevens blijkt dat de hoogte van de cilinderbussen moet worden gemeten. Echter een afkeurmaat of iets dergelijks wordt helaas niet vermeldt.
Resumé
Doordat de cilinderbussen lager liggen dan het motorblok zelf zal de aanlegdruk van de koppakking op de plek van de cilinderbussen lager zijn dan gebruikelijk. De nieuwe koppakking kan dit voor een deel oplossen. Als de aanlegdruk van de cilinderbus verminderd is het risico van herhaling van een defecte koppakking aanwezig, en de warmteoverdracht van de cilinderbus op de cilinderkop kan ook veranderen.
Deskundige is daarom van mening dat het cilinderblok, net als de cilinderkop, gevlakt had moeten worden tijdens de herstelwerkzaamheden.
De geconstateerde gebreken zijn niet meer te herstellen. Het voertuig is technisch totaal los, wat betekent dat de herstelkosten hoger uitvallen dan de waarde van het voertuig.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare. Gelet hierop, is de commissie van oordeel dat de ondernemer door het cilinderblok niet te vlakken een beroepsfout heeft gemaakt. Gelet op het rapport van de door haar ingeschakelde deskundige had het op de weg van de ondernemer gelegen ook het motorblok te vlakken. Aangezien tussen partijen niet ter discussie staat dat de consument na het vervangen van de koppakking door de ondernemer 1000 km met de auto heeft kunnen rijden, is de commissie het met de ondernemer eens dat de scheur in het motorblok niet aanwezig zal zijn geweest op het moment van het vervangen van de koppakking. Mede gelet op het rapport van de door haar ingeschakelde deskundige, acht de commissie het wel aannemelijk dat de scheur in het motorblok is ontstaan ten gevolge van problemen die voortvloeien uit het feit dat de ondernemer heeft nagelaten ook het cilinderblok te vlakken. Een andere mogelijke oorzaak is namelijk niet gesteld of gebleken. Gelet op het door de ondernemer gemaakte fout is de commissie van oordeel dat de ondernemer gehouden is de ten gevolge van deze fout voor de consument ontstane schade aan haar te vergoeden. De commissie begroot deze waarde ex aequo et bono op € 3.000,–.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 3.000,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Het meer of anders verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers, voorzitter, de heer A.M. Velberg, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 16 mei 2022.