Commissie: Wonen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
45393
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 september 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en montage van, kort gezegd, een keuken tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 20.277,–. De levering en montage vond in januari 2009 plaats. De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Medio 2009 is een scheur in het aanrechtblad van composiet (hierna te noemen: het blad) ontstaan. De consument hoeft geen scheurvorming te verwachten, al helemaal niet na vier maanden. Voor zover het blad wel aan de overeenkomst mocht beantwoorden, heeft de consument gedwaald omdat hem niet is gezegd dat composiet niet hittebestendig is en hij anders niet voor composiet had gekozen. De consument verlangt primair kosteloze vervanging of herstel van het blad, subsidiair een schadevergoeding naar billijkheid. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft een handtekening voor akkoord gezet dat het werkblad schadevrij en zonder gebreken is opgeleverd. Bij de beoordeling van de scheur is gebleken dat geen sprake is van een externe spanning door foutieve montage. Ook is geen sprake van een productiefout. De scheur is ontstaan omdat de consument er een heet voorwerp op heeft geplaatst, zodat het gebrek aan de consument zelf te wijten is. De ondernemer verwijst naar artikel 15, de leden 6 en 7, van de [branche]-voorwaarden. De ondernemer heeft op 15 maart 2010 aangeboden dat de consument er voor kan kiezen: 1e. het werkbladdeel met de kookplaatuitsparing compleet te vervangen tegen bijbetaling van € 1.500,–exclusief montage, of 2e. het blad bij de kookplaat door te slijpen en vervanging van het deel rechts van de kookplaat tegen bijbetaling van € 500,– exclusief montage, waarbij de montagekosten dan € 250,– zullen bedragen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De scheur van de voorkant van het blad naar de achterkant van het blad is ongeveer 20 cm in het composiet werkblad. Het is duidelijk aanwezig. Thermoshock is de enige mogelijke oorzaak, bijvoorbeeld door een theepot (waarover gesproken is) op het werkblad te zetten. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de ondernemer de pagina’s 2.3.2 en 2.3.3 van productinformatie overgelegd. Na kennisneming daarvan is namens de consument verklaard daartegen geen bezwaar te hebben, waarna hem ook een kopie van die beide pagina’s is verstrekt. Zo de ondernemer al terecht aanvoert dat de consument het blad schadevrij heeft geaccordeerd, aanvaard en opgeleverd heeft gekregen, laat dit onverlet dat het blad gebreken kan vertonen waarvoor de ondernemer aansprakelijk is. Voor zover de consument niet uitsluit dat een onjuiste montage de klachtoorzaak kan zijn, vindt dit geen enkele steun in het deskundigenrapport. Volgens de deskundige is een thermoshock de enige klachtoorzaak. De ondernemer geeft aan dat het blad een geleidelijke opwarming kan verdragen, maar dat de plotselinge plaatsing van een hittebron het blad kan doen scheuren. Gelet op dit alles staat voor de commissie vast dat een warm voorwerp plotseling op het blad is geplaatst, als gevolg waarvan de scheur is ontstaan. De ondernemer beroept zich op artikel 15, de leden 6 en 7, van de toepasselijke [branche]-voorwaarden, waarin is bepaald: “6. Garantiebepalingen zijn slechts van kracht bij het met de bestemming corresponderend gebruik van de geleverde zaken of van het uitgevoerde werk. 7. De afnemer is verplicht zich als een goed afnemer te gedragen, waaronder bijvoorbeeld wordt verstaan dat de zaak goed en afdoende wordt onderhouden en oordeelkundig wordt behandeld”. Gelet op de door de ondernemer gestelde producteigenschap dat het blad een geleidelijke opwarming kan verdragen maar dat de plotselinge plaatsing van een hittebron het blad kan doen scheuren, kan de plaatsing van een warm voorwerp op het blad naar het oordeel van de commissie niet zonder meer worden beschouwd als een niet met de bestemming corresponderend gebruik of een onoordeelkundige behandeling zoals bedoeld in de genoemde [branche]-bepalingen. Daarom faalt het beroep van de ondernemer op artikel 15, de leden 6 en 7, van de [branche]-voorwaarden. Op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid is de ondernemer als meest deskundige partij in dit geval zelfs verplicht om de consument over de producteigenschappen met betrekking tot de hittebestendigheid van het blad te informeren. Als de ondernemer die verplichting heeft geschonden, mag hij zich niet beroepen op een door de consument geschonden onderzoeksplicht. De consument betwist de stelling van de ondernemer dat hij meermalen over die producteigenschappen van het blad is geïnformeerd. Het door de consument (mee)ondertekende contract bepaalt echter: “Ja, ik heb met de verkoper het werkblad (…) en praktisch gebruiksgemak doorgenomen. En ik heb een kopie productinformatie ontvangen”. Als onderhandse akte levert dat tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van de daarin opgenomen verklaring van de consument dat hij in ieder geval de productinformatie over het blad heeft ontvangen. Alhoewel dat namens de consument ter zitting is ontkend, is de commissie er van overtuigd dat het daarbij gaat om de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde productinformatie. Deze vermeldt: “1. Gebruik altijd onderzetters De meeste moderne aanrechtbladen zijn bestand tegen warmte. De temperatuur van voorwerpen wordt echter dikwijls onderschat. Een pan die rechtstreeks van de hittebron komt bijvoorbeeld, kan een temperatuur hebben van meer dan 350°C: hoog genoeg om elk blad aan te tasten”. Al hierom staat voor de commissie vast dat de ondernemer aan zijn mededelingsplicht heeft voldaan. Dat in strijd daarmee een warm voorwerp plotseling op het blad is geplaatst waardoor de scheur is ontstaan, kan in dit geval niet aan de ondernemer worden toegerekend maar komt voor risico van de consument. De consument stelt onweersproken dat de klacht binnen zes maanden na aflevering bij de ondernemer is gemeld. Desondanks wordt niet vermoed dat het blad bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Dat de scheur is ontstaan door de aan de consument toe te rekenen plotselinge plaatsing van een warm voorwerp op het blad, verzet zich tegen dat door de consument ingeroepen vermoeden. Ook het door de consument gedane beroep op dwaling met betrekking tot de hittebestendigheid van het blad faalt. De enkele omstandigheid dat de consument een onjuiste voorstelling van zaken had, tast de geldigheid van de overeenkomst niet aan. De ondernemer heeft de consument correct over de hittebestendigheid geïnformeerd en niet gebleken is dat de ondernemer de desondanks bij de consument aanwezige onjuiste voorstelling van zaken kende of behoorde te kennen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Daarom wordt als volgt beslist en behoeven de overige geschilpunten geen bespreking meer. Beslissing De commissie wijst het door de consument verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 9 februari 2011.