Ondernemer heeft niet de vrijheid om aan verzoek van consument te voldoen

De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 199686/210113

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak gaat over een geschil tussen consument zijn opleiding bij ondernemer wil afronden. Ondernemer heeft het bedrijf overgenomen waar consument ingeschreven stond en ondernemer stelt dat er dus geen overeenkomst is met consument. De commissie oordeelt dat de ondernemer gehouden is aan bepaalde reglementen en het diploma inderdaad niet kaan verstrekken. De commissie verklaard de klacht ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De rechtsvoorganger van de ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verzorgen van de opleiding Hogere Veiligheidskunde.

De opleiding vond grotendeels plaats in of omstreeks 2012 en 2013.

Het geschil betreft de vraag of de consument alsnog in de gelegenheid moet worden gesteld om een scriptie in te leveren en daarmee de opleiding af te ronden.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft in 2012 via [naam uitgever studiemateriaal] de opleiding HVK gevolgd en alle modules met goed gevolg afgerond. Tijdens het schrijven van de afrondende scriptie is de consument ziek geworden en daardoor heeft hij de scriptie niet kunnen indienen.

De ondernemer heeft de activiteiten van [naam uitgever studiemateriaal] overgenomen. De consument heeft daarom aan de ondernemer gevraagd de scriptie alsnog te mogen inleveren om het diploma te behalen.

De consument heeft alle documenten aangeleverd, maar de ondernemer kan de gegevens van de consument niet terugvinden.

Het is niet mogelijk gebleken om de gegevens van de consument terug te vinden.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument is kort voor de afronding van zijn opleiding ernstig ziek geworden. De omvang en aard van zijn ziekte was zodanig, dat van een hervatting van het schrijven van de afrondende scriptie langdurig geen sprake kon zijn. De gezondheid van de consument had op dat moment prioriteit.

De consument is van mening dat er geen enkel beletsel is om hem toe te laten alsnog de afrondende scriptie te schrijven, zodat hij alsnog de opleiding volledig tot een goed einde zal kunnen brengen.

De ondernemer kon aanvankelijk nergens de studiegegevens van de consument vinden.

De consument is niet geïnformeerd over de overname van [naam uitgever studiemateriaal] en over de gevolgen daarvan, hoewel dat nog binnen de contractperiode tussen de consument en de ondernemer was.

De opleiding vergde in totaal één tot anderhalf jaar.

De consument is al jaren werkzaam in de veiligheidsbranche, met zijn opleiding tot chemicus als basis.

De consument verlangt toegelaten te worden om alsnog een scriptie te mogen inleveren en het diploma te behalen, zonder dat hij nog allerlei aanvullende opleidingen moet doen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De looptijd van de overeenkomst met de consument is op 9 mei 2016 verstreken. Van nakoming van de overeenkomst kan derhalve geen sprake zijn.

De ondernemer heeft geheel onverplicht nog onderzoek gedaan naar de mogelijkheid voor de consument om zich opnieuw in te schrijven en daarbij vrijstellingen aan te vragen voor de reeds door hem voltooide onderdelen. Bij deze specifieke opleiding zijn vrijstellingen niet mogelijk (Onderwijs-Examenreglement 2021-2022 onder artikel 12.3 (zie bijlage 1). De reden hiervoor is dat de wet- en regelgeving en richtlijnen in de veiligheidsbranche voortdurend in beweging zijn. De ondernemer dient aan haar zorgplicht te voldoen om veiligheidsdeskundigen af te leveren die met actuele kennis zijn opgeleid en op de arbeidsmarkt komen. Daarnaast dient de ondernemer rekening te houden met de criteria die Hobéon SKO stelt voor persoonscertificering die vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) verplicht is gesteld. De kennis van de consument is simpelweg verouderd en niet meer accuraat, aangezien die elf jaar geleden is verkregen en getoetst.

De consument stelt dat zijn gegevens niet meer terug te vinden zijn bij de ondernemer. Dat is niet juist. Het diploma van Middelbare Veiligheidskunde (MVK) en het resultaat van het examen van HVK zijn bewaard gebleven. Andere documentatie en (eventuele) afspraken zijn niet meer terug te vinden.
De ondernemer was overigens niet eens verplicht om deze gegevens tot 2022 te bewaren, gelet op de bewaartermijnen in het Onderwijs-Examenreglement 2021-2022 onder artikel 4.11 en artikel 8.2.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer kan zich slechts aan de geldende reglementen houden. De opleiding is begonnen in oktober 2012, de looptijd van de opleiding was één tot anderhalf jaar. Er gold een servicetermijn van twee jaar. Daarmee is de looptijd van de overeenkomst tussen partijen beperkt geweest tot drie jaar en zes maanden. Daarna kon de consument geen beroep meer doen op de overeenkomst. Afmaken van de opleiding kan dan ook niet meer aan de orde zijn.

De ondernemer heeft nog bekeken of gewerkt zou kunnen worden met vrijstellingen, maar daarvoor sluit de inhoud van de gevolgde opleiding onvoldoende aan. De enige mogelijkheid is dat de consument zich opnieuw inschrijft en opnieuw met de opleiding begint.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft aangevoerd dat er geen overeenkomst meer bestaat tussen de ondernemer en de consument. Voor het geval de ondernemer hiermee ook heeft willen betogen dat de klacht van de consument niet meer ter beoordeling van de commissie staat en de consument niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden of de commissie onbevoegd zou zijn, verwijst de commissie naar artikel 3 van het reglement van de commissie. Dat artikel luidt:
“De commissie heeft tot taak geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, voorzover de geschillen zijn ontstaan op of na 1 april 2007 en betrekking hebben op door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken. (…)”

De consument baseert zich op de overeenkomst uit 2012. Daarmee kan de consument het geschil aanmelden en is de commissie bevoegd erover te oordelen.

De commissie heeft begrip voor de situatie van de consument, die door zeer ongelukkige omstandigheden de toch wel kostbare opleiding niet heeft kunnen afronden. De consument vraagt nu aan de ondernemer om die opleiding alsnog te kunnen afronden.

De inhoud van de opleiding die de consument ruim tien jaar geleden gevolgd heeft kan niet meer de basis zijn voor een diploma dat nu zou worden afgegeven. De ondernemer heeft zich daarbij te houden aan de strikte reglementen. Als in 2023 of 2024 een diploma voor de betreffende opleiding wordt afgegeven, dient dat gebaseerd te zijn op de inhoud van de opleiding zoals die thans geldt. De ondernemer is niet vrij om daar naar eigen inzicht van af te wijken. De eisen worden door andere instanties geformuleerd en gecontroleerd.

Dat heeft tot gevolg dat er voor de ondernemer geen mogelijkheid bestond en bestaat om de consument na het enkel schrijven van een scriptie alsnog een diploma te geven. De ondernemer had dan ook niet de vrijheid om aan het verzoek van de consument te voldoen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit
mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, C. Broers en drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 9 augustus 2023.