Ondernemer heeft zeggenschap over eigen terrein en mag verkoopvoorwaarden hanteren

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 41882/53433

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt dat hij een stacaravan bij de ondernemer heeft gekocht welke hij niet mag doorverkopen. De consument geeft aan hierdoor schade te lijden voor een bedrag rond de € 5000,– euro. De ondernemer geeft aan dat bij de verkoop van de stacaravan een jaarovereenkomst is opgemaakt. Bij het ondertekenen van de overeenkomst heeft de consument de voorwaarden en het parkreglement ontvangen. De consument was daarmee op de hoogte van de verkoopvoorwaarden die de ondernemer hanteerde. De ondernemer stelt dat de caravan, opstallen en bestrating nu in slechte conditie verkeren, waardoor de stacaravan niet meer van eigenaar mag wisselen. Volgens de commissie houdt de ondernemer zeggenschap over welke huurders op zijn standplaats komen, aangezien het zijn terrein is. Daarnaast mag de consument de caravan verkopen, echter moet de verkoop wel los van de standplaats plaatsvinden. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over de doorverkoop van de door de consument in 2015 gekochte stacaravan.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overlegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij de aankoop van de stacaravan in 2015 heeft de ondernemer hem niet gezegd dat hij de laatste eigenaar zou zijn en dat de stacaravan niet meer mocht worden doorverkocht. De consument lijdt daardoor schade, bestaande uit een bedrag van rond de € 5.000,– en verwijderingskosten.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overlegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij de aankoop van de stacaravan in 2015 door de consument, heeft de ondernemer op 11 september 2015 een jaarovereenkomst opgemaakt waarbij de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen van toepassing zijn verklaard. Bij het ondertekenen van de overeenkomst heeft de consument die voorwaarden en het parkreglement ontvangen. De consument was daarmee op de hoogte van de verkoopvoorwaarden die de ondernemer hanteerde. De stacaravan was destijds bij de aanschaf door de consument nog in een conditie om van eigenaar te wisselen. De vorige eigenaren hielden de plaats en de caravan altijd netjes bij. De afgelopen 5 jaar is er helaas weinig onderhoud gepleegd.
De caravan, opstallen en bestrating verkeren nu in een slechte conditie en de ondernemer heeft besloten dat de stacaravan nu niet meer mag wisselen van eigenaar. Deze keuze is volgens de ondernemer noodzakelijk voor een aantrekkelijk up-to-date chaletpark. Het is niet noodzakelijk dat de jaarplaats per omgaande ontruimd wordt; de stacaravan mag alleen niet meer op de plek worden doorverkocht aan nieuwe recreanten. De consument mag dus gewoon van de jaarplaats gebruik blijven maken. Wel verlangt de ondernemer van de consument dat die zijn plaats en opstallen netjes onderhoudt zolang hij de jaarplaats huurt.

Beoordeling van het geschil
Vast staat dat tussen partijen de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen van toepassing zijn.
Artikel 9, eerste lid van die voorwaarden luidt als volgt:

Verkoop kampeermiddel
1. Verkoop van het kampeermiddel is te allen tijde toegestaan. De verkoop van het kampeermiddel met behoud van plaats is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de ondernemer.”

Op grond van deze bepaling is voor verkoop van het kampeermiddel op dezelfde standplaats toestemming nodig van de ondernemer. De achtergrond van deze bepaling is dat het terrein van de ondernemer is en dat de ondernemer zeggenschap houdt over welke huurders op zijn standplaatsen komen. Aan de toestemming kunnen door de ondernemer voorwaarden worden verbonden, die de ondernemer zelf mag bepalen. De ondernemer heeft dus beleidsvrijheid om bij een overdracht van een kampeermiddel de plaats niet mee te verhuren. De beleidsvrijheid van de ondernemer wordt alleen begrensd wanneer het onthouden van de toestemming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dat is een hoge drempel waar niet snel aan voldaan zal worden en die situatie doet zich hier naar het oordeel van de commissie ook niet voor. Het enkele feit dat de consument heeft aangevoerd dat hij wel degelijk onderhoud heeft gepleegd en dat de caravan ook is verbeterd, zowel in cosmetisch als in technisch opzicht, is daartoe onvoldoende. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard. De commissie voegt daar ter informatie van de consument nog aan toe dat hem niets in de weg staat om de caravan te verkopen, maar dat die verkoop dan los van de standplaats zal moeten plaatsvinden. Verder kan de consument ook van zijn jaarplaats gebruik blijven maken. De ondernemer kan de overeenkomst met de consument immers alleen beëindigen op één van de in artikel 11 lid 1 van de Recron-voorwaarden bedoelde gevallen of wanneer artikel 14 lid 1 van die voorwaarden aan de orde is.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit mr. J. L. Sierkstra, voorzitter, drs. P. C. Hoogeveen-de Klerk en mr. M. de Rooij–Slager, leden, op 19 april 2021.