Ondernemer hoeft de consument niet te wijzen op voordeliger opties voor een abonnement. De consument heeft een eigen onderzoeksplicht.

  • Home >>
  • Sport en Beweging >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Sport en Beweging    Categorie: Aanbod    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 115264

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 20 februari 2013 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van de gelegenheid om gebruik te maken van de sportfaciliteiten van de ondernemer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 73,– per maand.

De consument maakt gebruik van de faciliteiten vanaf februari 2013.

Het geschil gaat over de vraag of de ondernemer de consument onjuist heeft voorgelicht dan wel bedrogen heeft.

De consument heeft op 27 november 2017 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument maakt al bijna vijf jaar gebruik van de diensten van de ondernemer. Bij het afsluiten van de overeenkomst in 2013 is haar geadviseerd het betreffende abonnement af te sluiten, omdat dat voor haar het voordeligste zou zijn. De consument is inmiddels gebleken dat zij jarenlang maandelijks het dubbele aan abonnementsgeld heeft betaald in vergelijking met andere leden. De consument voelt zich daarom bedrogen. Zij is niet juist voorgelicht, van de ondernemer had verwacht mogen worden dat de consument er over geïnformeerd zou worden als zich gedurende de looptijd van de overeenkomst voordeliger mogelijkheden zouden aandienen.

De consument verlangt terugbetaling van hetgeen zij onterecht teveel heeft betaald.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

In de toepasselijke algemene voorwaarden is geen bepaling opgenomen dat de ondernemer verplicht is een consument voortdurend te informeren over nieuwe tarieven. De consument kon bovendien ook zelf op verschillende manieren in de gaten houden of in de loop van de tijd gunstige aanbiedingen aan de orde waren. Zij had dan de lopende overeenkomst kunnen opzeggen en aansluitend een voordeliger overeenkomst kunnen afsluiten.

De abonnementen in 2017 zijn heel anders dan de abonnementen in 2013. Daar kan geen vergelijking tussen gemaakt worden.

De ondernemer heeft de consument er ook over geïnformeerd dat conform de algemene voorwaarden gehandeld is.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft bij het afsluiten van de overeenkomst gekozen voor een studentenlidmaatschap. Een van de kenmerken van het studentenlidmaatschap was dat het per maand opzegbaar was. Daarom was het betreffende abonnement duurder dan een langlopend abonnement, maar wel veel flexibeler. In het algemeen kan gezegd worden dat de abonnementen met een langere looptijd per maand veel voordeliger zijn dan abonnementen met een korte looptijd.

Alle abonnementen bij de ondernemer geven recht op het gebruik van alle faciliteiten. Wel kan sprake zijn van een beperking in tijd. In het geval van het abonnement van de consument was sprake van een beperking tot daluren.
De ondernemer heeft een aantal jaren geleden de tariefstructuur gewijzigd. Het studentenabonnement bestaat niet meer. In plaats daarvan is er nu een abonnement voor jeugdigen tot en met 21 jaar.

Een per maand opzegbaar lidmaatschap voor daluren bestaat nog steeds, dit kost momenteel € 82,– per maand.

De abonnementenstructuur en de tarieven bij de ondernemer zijn transparant en voor iedereen duidelijk. Het is echter ondoenlijk om voor alle ongeveer 5.000 leden bij te houden welk abonnement op welk moment het meest voordelige is en passend bij het individu. Het is aan een consument zelf om dat in de gaten te houden en om zich desgewenst daarover te laten informeren.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen is een overeenkomst gesloten.
Niet is gebleken dat de consument bij het afsluiten van de betreffende overeenkomst onjuist of onvolledig is voorgelicht.

Uit die overeenkomst volgt niet dat de ondernemer gehouden is de consument te informeren indien en zodra er een voor haar voordeliger abonnement beschikbaar is.

De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer, door de consument er tijdens de looptijd van de overeenkomst niet op te wijzen dat zij met een ander abonnement voordeliger uit zou kunnen zijn, niet in strijd heeft gehandeld met hetgeen tussen partijen is overeengekomen.

De commissie is van oordeel dat ook de tussen partijen geldende goede trouw bij de uitvoering van de overeenkomst niet met zich meebrengt dat de ondernemer de consument had moeten informeren over voordeliger opties.
De ondernemer heeft een duidelijke tariefstructuur, die voor eenieder toegankelijk en beschikbaar is. Naar het oordeel van de commissie is het bij langer lopende overeenkomsten, zoals betrekking hebbend op levering van energie of van telecommunicatiediensten, aan een consument om in de gaten te houden of er voordeliger opties zijn, bij dezelfde dan wel bij een andere leverancier. Datzelfde geldt ook voor een abonnement bij een organisatie als die van de ondernemer. Het is dan ook de eigen verantwoordelijkheid van de consument geweest dat zij niet eerder van abonnementsvorm is veranderd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging op 21 maart 2018.