Ondernemer is niet in staat om juiste bril te leveren en hij ontkent te kort te zijn geschoten. Overeenkomst wordt ontbonden.

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie




Commissie: Optiek    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 69886

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in maart 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een bril (montuur en glazen) voor een totaalprijs van € 270,–. De levering heeft in april 2012 plaatsgevonden.

De consument heeft bij de levering direct de klacht kenbaar gemaakt aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Als gevolg van het dragen van de bril werd ik blootgesteld aan constante hoofd- en oogpijn. Ondanks nieuwe metingen en nieuwe glazen kwamen de klachten steeds terug. Vervolgens heb ik de bril laten controleren door een andere opticien en die kwam tot de conclusie dat de door de ondernemer uitgevoerde metingen onjuist waren en dat als gevolg daarvan mijn bril niet goed was. Vervolgens ben ik voor de derde maal teruggegaan naar de ondernemer en heb hem verzocht opnieuw de glazen te vervangen en het door mij betaalde bedrag bij de andere door mij geraadpleegde opticien te vergoeden, doch daar is de ondernemer niet op ingegaan. De aan mij geleverde bril beantwoordt niet aan de overeenkomst en beschikt niet over de eigenschappen die voor een normaal gebruik nodig zijn, namelijk de juiste glazen.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Ik voel mij in de maling genomen door de ondernemer. De ondernemer is niet goed met mij omgegaan en het heeft allemaal veel te lang geduurd. Reeds bij de eerste aflevering kon ik niet goed zien en lezen. Dat heb ik gelijk kenbaar gemaakt. Ook een korte periode van gewenning leverde niets op. Ik keek niet goed door de bril. Vervolgens ben ik weer teruggegaan naar de ondernemer, die aangaf dat de meting goed was geweest, maar toch nieuwe glazen in het montuur heeft gezet. Evenwel bleven de klachten bestaan. Toen ben ik naar een andere opticien gegaan en die gaf aan dat de eerdere metingen door de ondernemer onjuist zijn geweest. Vervolgens ben ik weer bij de ondernemer langs geweest, maar die ging niet meer in op mijn verzoeken om nieuwe glazen en een vergoeding voor de door mij betaalde kosten aan de door mij geraadpleegde andere opticien. Ik heb geen vertrouwen meer in de ondernemer.

De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van het door haar betaalde aankoopbedrag van € 270,–, alsmede de kosten van de aanschaf van een nieuwe bril bij een andere opticien van € 40,–, reiskosten van € 27,20 en € 19,60, alsmede de kosten voor het versturen van driemaal een aangetekende brief van in totaal € 22,50 en ten slotte het door haar betaalde klachtengeld van € 50,–, derhalve in totaal € 429,30.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

In maart 2012 is een refractie gedaan bij de consument. In overleg met de consument is de beslissing genomen alleen een bril voor nabij te maken. De bril is afgeleverd en voldaan. Na ruim een maand kwam de consument terug in de winkel met de klacht dat de bril niet prettig was. Daarop is weer een refractie gedaan en is op dezelfde waardes uitgekomen. Wel was het rechter glas wat slordig gecentreerd, te hoog en te grote neuswortel PD. Hoewel dat theoretisch geen enkel probleem zou geven, is om het zekere voor het onzekere te nemen het glas vervangen, uiteraard zonder kosten voor de consument. De consument zette vervolgens de bril weer op en merkte op dat het nog steeds niet fijn keek. Wat opviel was dat zij op een paar meter afstand probeerde te kijken. Zij wilde met haar leesbril ook wat in de verte zien. Ik heb haar er duidelijk op gewezen dat een nabij bril alleen voor nabij te gebruiken is. Twee weken later kwam de consument weer terug in de winkel en gaf aan dat haar ogen door een andere opticien waren gemeten en dat die tot een heel andere conclusie was gekomen. Zij wilde daarom haar geld terug dat zij voor de bril had betaald, alsmede € 30,– voor de meting bij een andere opticien. Ik heb de consument voorgesteld gratis glazen in haar bril te slijpen met de waardes die waren gemeten door de andere opticien. De consument wilde daar aanvankelijk wel mee akkoord gaan, mits de ondernemer ook een bedrag van € 30,– zou vergoeden, hetgeen de consument aan de andere opticien had betaald. Dat is door de ondernemer geweigerd.

Ter zitting is door de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument is tweemaal bij ons in de zaak terug geweest. Zij hield dezelfde klachten. Bij het derde bezoek gaf zij aan bij een andere opticien te zijn geweest die op andere waardes was uitgekomen. Er is toen aangeboden de glazen wederom gratis te vervangen en daarbij de waardes te hanteren die door de andere opticien waren gemeten. Er is toen geweigerd om het bedrag van € 30,– aan de consument te vergoeden omdat de consument zonder overleg met ons kosten is gaan maken door een andere opticien te raadplegen. De ondernemer acht het niet zinvol om verder te reageren op het in deze zaak uitgebrachte deskundigenrapport. De ondernemer heeft daar wel wat vraagtekens bij. De ondernemer doet nog steeds het voorstel om de glazen gratis te vervangen door glazen met de waardes die door de andere opticien zijn gemeten.

Deskundigenrapport 

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Opvallend is het sterkteverschil van beide brillen en mijn meting. Doordat dit zo opvallend afwijkt heb ik dit nogmaals bij de consument gecontroleerd. Subjectief blijkt dit geen invloed te hebben op de klachten bij de consument. Dan blijven er twee verschillen over tussen de bril van de ondernemer en mijn meting/de andere bril. De pupildistantie van de bril van de ondernemer blijkt groter te zijn en de as-stand van de cilinder van het linker glas blijkt af te wijken bij de bril van de ondernemer ten opzichte van mijn meting/de andere bril. Het is nu juist deze afwijkende pupildistantie en de afwijkende as-stand van de cilinder welke de klachten veroorzaken. Hierdoor gaat de consument  dubbelzien op leesafstand als gevolg van de convergentie insufficiëntie, zoals hierboven beschreven. De afwijkende sterkte blijkt ondergeschikt te zijn voor de onrust- en hoofdpijnklachten.

Herstel is volgens de deskundige mogelijk door de glazen te vervangen door glazen met de juiste pupildistantie en as-stand van de cilinder van het linker glas. De herstelkosten worden door de deskundige becijferd op € 100,–.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De vraag die voorligt, is of de door de ondernemer geleverde bril (meer in het bijzonder de glazen) aan de overeenkomst beantwoordde, dat wil zeggen dat die bril de eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Volgens de commissie dient die vraag ontkennend te worden beantwoord. Duidelijk is geworden – want ook niet betwist door de ondernemer – dat de consument van meet af aan niet (goed) door de bril kon zien en dat zij daarvoor ook tot tweemaal toe tevergeefs is teruggeweest bij de ondernemer. Uit het deskundigenrapport blijkt dat de pupildistantie en een afwijkende as-stand van de cilinder in de glazen van de ondernemer de klachten van de consument hebben veroorzaakt waardoor zij niet goed kon zien/lezen. De ondernemer heeft daardoor een ondeugdelijke bril – want voor de consument niet bruikbaar – geleverd. Dat valt de ondernemer euvel te duiden en te verwijten. Aldus is sprake geweest van een tekortkoming aan de zijde van de ondernemer nu hij tot tweemaal toe niet in staat is geweest om een juiste bril (glazen) te leveren. De commissie onderschrijft in dat verband dan ook de bevindingen van de deskundige, eens temeer omdat van de zijde van de ondernemer daartegen geen (tegen)bewijs is ingebracht. Het lijkt erop dat de ondernemer slechts heeft volstaan met een oogmeting en dus alleen de sterkte van de ogen heeft gemeten, maar ten onrechte heeft nagelaten een goed optometrisch onderzoek te doen. In het licht van de omstandigheden van het geval heeft de consument dan ook terecht een andere opticien ingeschakeld om het euvel te verhelpen, hetgeen ook is gebeurd. Nu de ondernemer niet in staat is geweest om een juiste bril aan de consument te leveren en ook nog eens heeft volhard in zijn ontkenning van de tekortkoming en de consument verder geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer, acht de commissie het onder de gegeven omstandigheden redelijk dat de overeenkomst wordt ontbonden. Ontbinding houdt in dat de wederzijds gedane prestaties ter zake de geleverde bril ongedaan zullen moeten worden gemaakt, hetgeen betekent dat de consument de bril bij de ondernemer zal terugbrengen indien en voor zover de ondernemer dat wenst en de ondernemer op zijn beurt het volledige aankoopbedrag ter zake de bril van € 270,– aan de consument zal moeten terugbetalen. Ook acht de commissie het redelijk dat de ondernemer het door de consument gevorderde bedrag van € 22,50 voor drie aangetekende brieven zal vergoeden. De door de consument gevorderde kosten voor de aanschaf van een nieuwe bril bij een andere opticien van € 40,–, alsmede de door haar gevorderde reiskosten zal de commissie afwijzen. Nu de overeenkomst wordt ontbonden en de consument het aankoopbedrag terugkrijgt kan de ondernemer niet gehouden zijn om de aankoop van de consument van een bril bij een ander (derde) te moeten vergoeden, terwijl verder op basis van artikel 22 van het reglement van de commissie de gemaakte reiskosten voor eigen rekening van de consument komen. Nu de klacht van de consument gegrond zal worden bevonden, is de ondernemer tevens gehouden om het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De overeenkomst van april 2012 wordt ontbonden verklaard. De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 270,– terug, tegen teruggave van de bril door de consument aan de ondernemer, indien de ondernemer dat wenst. Tevens dient de ondernemer een bedrag van € 22,50 aan de consument als schadevergoeding te betalen. De betaling van de bedragen dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien de betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over die bedragen vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 80,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, op 17 december 2012.