Commissie: Zonwering
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
130960/133145
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Tussen partijen is in geschil of bij de overkapping al dan niet een oversteek is overeengekomen. De consument is van mening dat hij een overkapping heeft gekocht mét oversteek. De ondernemer stelt dat uit niets blijkt dat de consument ooit de wens heeft geuit een oversteek te willen hebben bij de overkapping en heeft om die reden geen oversteek gemonteerd. De commissie gaat mee in het standpunt van de consument dat hij in redelijkheid mocht verwachten overeenstemming te hebben bereikt over de aanschaf van een overkapping met oversteek. De ondernemer is de professionele partij en had bij de intake meer vragen moeten stellen om de nodige duidelijkheid te verschaffen. De commissie oordeelt de klacht dan ook gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 april 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een terrasoverkapping tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 18.750,–.
De levering en de werkzaamheden vonden plaats op of omstreeks 4 juni 2021.
De consument heeft (na een aanbetaling van € 7.500,–) het restantbedrag van € 11.250,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
De consument heeft op 4 juni 2021 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
“Ik heb een overkapping gekocht met overstek. De ondernemer monteert echter zonder overstek. Het montageformulier is niet door mij voor akkoord ondertekend. Op de dag van montage heb ik de ondernemer gebeld en een afspraak gemaakt om dit op te lossen, één week later gesprek gehad met de ondernemer. Het is partijen niet gelukt een schikking te treffen.
Ik zal graag een mondelinge toelichting geven. Vraag mij nu af hoe de screen geplaatst gaat worden onder de geleverde overkapping. Afwerking van de regenafvoer is er ook niet.
De klacht is dus mondeling ingediend op de dag van de montage.
De ondernemer zegt dat wij de maten voorgeschreven hebben en dat zij exact die
gemeten hebben. Ook hebben wij niet eerst de overkapping laten monteren om
vervolgens bij de oplevering aan het einde van de dag te verklaren dat dit niet de juiste overkapping
was.
In de bijgevoegde foto’s van de folder die wij meekregen, staan bij de Ventoux line 2
overkappingen met overstek. De prijs van de screen staat er bijgeschreven bruto en netto. De ondernemer kan zich niet herinneren dat wij een overkapping met overstek hebben besteld, dit ondanks dat hij ons wel een screen voor er onder heeft verkocht.
Mijn reactie op het rapport van de deskundige is de volgende:
Wij hebben ten tijde van de verkoop in de showroom onder een overkapping gestaan om te bepalen welke platen er op onze overkapping zouden komen. Wij hebben daar gekozen voor extra zonwerende platen. Daarna zijn wij met de verkoper samen naar een overkapping van het model Ventoux Line met overstek (en geen ander model) gaan kijken. Hier werd ook besproken welke afdichtingen wij op de schuifdeuren zouden krijgen. Daarna hebben wij met de verkoper aan tafel gezeten voor een indicatie van de prijs. Er werd gevraagd of ik de afmetingen wist. Ik heb aangegeven dat dit uit het blote hoofd ca. 3200 mm x 6000 mm was. Dat was alleen voor een prijsbepaling. Ik heb dus nooit een definitieve maatvoering opgegeven (Ter info: wij hadden een overkapping die 5,5 plaat breed was en dat zou zes platen worden. Onze nieuwe overkapping zou dus groter worden. De definitieve maten zijn later door de ondernemer bij ons thuis opgemeten). Hierna in de showroom weer naar de overkapping Ventoux Line (met overstek) gegaan. Hier kwam een screen ter sprake. Na enige discussie, hebben wij toen aangegeven dat dit mooi onder het overstek van de overkapping zou passen. De screen zou droog hangen onder het overstek en mijn echtgenote zei daar letterlijk dat ook de schuifdeuren dan minder vies zouden worden.
Wij hebben in de showroom onder een Ventoux Line overkapping gestaan met overstek. We kregen ook een folder met twee Ventoux Line modellen erin beide met overstek. Toen ik de offerte kreeg en Ventoux Line zag staan was dit voor ons de overkapping met overstek die wij besteld hadden. Hierbij hebben wij helaas verzuimd de afmetingen te controleren. Maar als leek mag je toch op een professional vertrouwen?
Naar de afmeting heb ik niet meer gekeken dat was immers door de ondernemer in de persoon van [naam persoon] opgemeten. Mijn oude overkapping was 5,5 plaat breed en de nieuwe zou breder worden namelijk zes platen. Dat er een overkapping geplaatst is van uitstekende kwaliteit daar ben ik het mee eens. Maar dat mag ook gezien het prijskaartje wat eraan hangt, maar het is niet de overkapping die wij bij de ondernemer besteld hebben”.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
“Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. De geleverde en gemonteerde overkapping heb ik niet gekocht, omdat daaraan een overstek ontbreekt. We hebben toen in de showroom alleen maar overkappingen gezien met overstek. Wij hebben een overkapping met overstek besteld en daar blijf ik bij. Dit is een fout van de ondernemer. Als ik alles overdenk dan had ik een overkapping met overstek Ventoux Line moeten krijgen ongeacht of de afmeting 3500 mm was of 3150 mm.
Ik verlang levering en montage van de juiste overkapping met overstek zonder bijbetaling”.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is op 24 februari 2021 bij de ondernemer in de showroom geweest om een nieuwe terrasoverkapping te kopen. De consument had reeds in het verleden een terrasoverkapping bij de ondernemer gekocht. Deze “oude” overkapping had eveneens geen overstek. De ondernemer heeft met de consument een Ventoux lijn overkapping uitgezocht (in de showroom staat er een met en een zonder overstek) en met hem is alles doorgenomen. De consument heeft samen met de verkoper een schets gemaakt en ook enkele maten doorgegeven die hij uit zijn hoofd wist (hij had namelijk zijn oude overkapping met de maten erbij vermeld verkocht), namelijk een breedtemaat van 6100 mm en een diepte- /lengtemaat van 3150 mm. De maatvoering diende namelijk hetzelfde te zijn als zijn bestaande overkapping. De schets is als bijlage 3 bijgevoegd.
De ondernemer heeft de consument vervolgens een aanbieding gedaan gedateerd 16 maart 2021, welke offerte op zijn verzoek op 23 maart 2021 nog verder is uitgewerkt. [Naam ondernemer] heeft namens de ondernemer vervolgens alles bij de consument nagemeten en de door de consument opgegeven maten klopte exact. Tijdens het inmeten – als de consument ooit had aangegeven een overkapping met overstek te willen – had [naam ondernemer] aan moeten geven dat dit onmogelijk was, omdat immers een gemetselde kolom links voor gedeeltelijk zou moeten worden afgebroken. Deze staat namelijk in de weg en was dan zeker ter sprake gekomen. Juist uit het feit dat dit niet ter sprake is gekomen kan (nogmaals) worden afgeleid dat er geen sprake was van een overkapping met overstek.
Al deze maten staan ook in de offerte. Op 9 april 2021 heeft De consument de opdracht gegeven welke aan hem is bevestigd voor de totaalprijs ad € 18.750,–. Ook in deze opdrachtbevestiging zijn alle maten duidelijk vermeld (bijlage 5). In de opdrachtbevestiging is ook vermeld dat binnen 48 uur altijd wijzigingen kunnen worden doorgegeven, hetgeen door de consument niet gedaan is.
De consument heeft vervolgens een aanbetaling van € 7.500,– verricht en op 4 juni 2021 is de overkapping (nog zonder de zijwanden en dergelijken) op de locatie bij de consument gemonteerd. De consument weigert vervolgens aan het einde van de dag – wanneer de monteurs klaar zijn – om de bon af te tekenen omdat hij zich dan – en dat is voor het eerst dat de consument klaagt – opeens van mening is dat hij niet de juiste overkapping geleverd heeft gekregen.
De discussie welke helaas door de consument wordt gevoerd houdt in dat hij van mening is dat hij een overkapping met een overstek heeft besteld zoals deze o.a. in de showroom van de ondernemer te zien is. Wat in ieder geval voor de ondernemer vaststaat is dat de consument daar nimmer over gesproken heeft jegens de ondernemer.
Nergens blijkt uit dat hij op enigerlei wijze ooit de wens heeft geuit een overstek te willen hebben bij de overkapping. Sterker nog, hij heeft zelf de maten doorgegeven (want die wist hij uit uw hoofd), deze zijn nagemeten en waren correct. Als er ooit sprake was geweest van een bij de consument kenbare wens om een overstek te realiseren was dat tijdens het nameten al aan hem aangegeven dat in dat geval er aanpassingen dienen te komen. Hij heeft echter met geen woord daarover gerept.
De schets welke de verkoper met de consument de showroom gemaakt heeft (waar de maten ook op zijn ingevuld) laat juist geen overstek zien. De consument heeft ook tot driemaal toe de offerte en opdrachtbevestiging ontvangen met deze (door hem opgegeven) maten op vermeld. Het is dan ook in de visie van de ondernemer niet meer vol te houden dat de ondernemer de professional is en dat deze beter zou moeten weten. Immers, zowel de maten, de schets als de gesprekken en de wensen van de consument hebben geen enkele aanleiding gegeven om ook maar te veronderstellen dat hij een overkapping met overstek wilde bestellen. Zijn vorige overkapping had ook geen overstek.
De stelling van de consument dat hij zelfs nog een screen heeft besteld welke alleen onder een overstek zou passen – althans zo begrijpt de ondernemer deze stelling – is onnavolgbaar. Immers dit screen kan ook onder een overkapping zonder overstek gemonteerd worden, hetgeen in casu ook het geval is. Wat de ondernemer vervelend vindt is dat de echtgenote van de consument heeft aangegeven dat zij al gelijk bij het begin van de montage ’s ochtends zag dat de overkapping niet goed zou zijn. Zij heeft hierover de hele dag niets gezegd, noch contact met de ondernemer opgenomen.
Ook het verhaal dat de buurvrouw kennelijk hem heeft gewezen op het ontbreken van het overstek (wat hij kennelijk dus niet gezien zou hebben) is bijzonder ongeloofwaardig. In plaats daarvan heeft hij de overkapping laten monteren en weigert hij botweg aan het einde van de dag de bon te ondertekenen. De ondernemer acht deze handelswijze bepaald niet redelijk. De ondernemer kon dan ook in haar visie op geen enkele wijze bevroeden dat de consument iets anders had bedoeld dan hetgeen hij besteld en feitelijk al grotendeels geleverd heeft gekregen. Uit het vorenstaande blijkt juist dat op ieder contact moment (showroomgesprek, schets, offertes en opdracht en inmeten) geen enkele keer over een overstek is gerept, hetgeen wel voor de hand had gelegen, zeker omdat de consument reeds een overkapping van de ondernemer had zonder overstek.
Conclusie
De ondernemer kan er in het geheel niets aan doen dat de consument kennelijk bedoeld heeft een overkapping met overstek te kopen, maar feitelijk een overkapping zonder overstek besteld en gekocht heeft. Op diverse momenten had de consument kunnen zien/ moeten begrijpen dat hij een overkapping zonder overstek gekocht en besteld heeft. De consument geeft ook aan dat de verkoper aangegeven heeft zich niet voor de geest te kunnen halen dat de consument een overkapping met overstek wilde hebben. Hieruit, doch ook uit de schets, metingen, offerte, wijzingen op de offerte, order, oude overkapping en het inmeten en gesprekje tussen [naam ondernemer] en de consument blijkt juist eens temeer dat de consument een overkapping zonder overstek heeft besteld. De ondernemer is nog immer bereid de aanpassingen conform de aangegeven opties en bijbehorende (gereduceerde) kostenplaatjes geheel onverplicht uit te voeren. De ondernemer betreurt deze hele gang van zaken doch zij kan daar helaas geen enkel verwijt van gemaakt worden. Indien nodig is de ondernemer bereid ter zitting zaken nader toe te lichten.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft volgens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
“Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.
Mijn bevindingen zijn de volgende:
In dit specifieke geval betreft het een geschil over de uitvoering die in praktijk anders is dan de consument verwacht had. De consument had een oude veranda en heeft aangegeven tijdens diens bezoek in de winkel deze te willen laten vervangen door een nieuwe. In de showroom zijn een aantal varianten bekeken, ook uit de Ventoux-Line. Ook is er gesproken over het toevoegen van een screen aan de voorzijde. De consument heeft in de showroom een maat genoemd (ter indicatie voor een prijs, later in het nameten bleek die maat exact te kloppen). Zoals in het dossier zichtbaar, is er in de showroom een globale schets gemaakt van deze maatvoering waarbij op de schets geen duidelijk overstek zichtbaar is.
De consument geeft aan dat dit wel in de winkel besproken is. De ondernemer geeft aan zich dit totaal niet te kunnen herinneren en zelfs te geloven dat dit niet zo ter sprake is gekomen. Deskundige miste dit feit in het dossier en heeft gevraagd of de maatvoering die de consument opgaf de vrije binnenmaat van de veranda zou moeten zijn, wat zou impliceren bij een overstek de dieptemaat (dakmaat) dan groter zou moeten worden (nu 320 cm wenselijk volgens klant en 350 cm inclusief het overstek); dit is niet zichtbaar in de offerte en in de latere opdracht. Als deskundige puur naar offerte kijkt met dieptemaat 3150 mm en de consument zou uitgaan van een overstek, zou de vrije binnenmaat van de veranda een stuk kleiner worden dan de oude veranda. Tijdens het inmeten is besproken dat de oude bevestiging van de oude veranda weg zou moeten, omdat daar de onder geleiding van de glaswanden zou moeten komen wat weer impliceert dat de totale diepte van 3150 mm met het geringe overstek is zoals nu uitgevoerd. Anders zou in de opdracht een diepte van 3500 mm moeten worden vernoemd. Hier wijst klant naar onwetendheid en plicht ondernemer juiste informatie te verschaffen en verantwoordelijkheid als deskundige partner.
Deskundige wil benadrukken dat hij uiteraard op geen enkele wijze bij de verkoopgesprekken in de showroom en later bij het inmeten aanwezig is geweest en dus alleen maar kan volgen wat beide partijen verwoorden in het dossier.
De consument geeft nogmaals aan dat hij voor zijn gevoel duidelijk over een oversteek heeft gesproken en geeft nogmaals aan een maat van 3500 mm die echter nergens in het dossier verder vernoemd is noch in offerte en opdrachtbevestiging. Klant geeft aan dat ze zelfs nog gesproken hebben over het droog hangen van de screen, wat deskundige ook niet kan staven. Echter ook in de huidige situatie zou de screen (kast) onderzijde goot komen en dus droog hangen. Zonder te oordelen zou dit zo door de verkoper in de showroom zijn begrepen.
Op dit moment is alleen het dak van de veranda geplaatst en de staanders. De wanden en de screen zijn na het stopzetten van het werk niet geplaatst en liggen bij ondernemer in het magazijn. Van hetgeen wat gemonteerd is, kan deskundige alleen maar zeer positief zijn en de klacht van de consument dat bij regen hij het water in de goot hoort vallen is volgens deskundige inherent aan het systeem maar geen tekortkoming. Deskundige is zelfs van mening dat de wijze van montage en uitvoering met polycarbonaatplaten zeer professioneel is.
Wat deskundige ter plaatse heeft waargenomen is dat er vanuit een pilaar een steen is weggehaald om de goot te kunnen plaatsen, maar indien de dakmaat 3500 mm zou moeten worden er nog wat aanpassingen zouden moeten worden gedaan. Deskundige kan geen stukken vinden die staven of dit wel of niet besproken is. Volgens ondernemer is dit tijdens inmeten niet besproken wat de consument ook aangeeft; die vertrouwde volledig op de ondernemer.
De klacht betreft vooral verschil van inzicht.
Herstel is mogelijk.
Zoals al door ondernemer is aangeboden, kan er uiteraard een nieuw langer dak worden geplaatst tegen meerkosten. De tweede aangeboden optie van het terugplaatsen van de staanders (verkleinen binnenmaat) is volgens deskundige niet een wenselijke oplossing daar het hele principe van de veranda dan veranderd na het plaatsen van de glaswanden.
De eerste optie van het verlengen van het (nieuwe) dak is volgens deskundige de meest voor de hand liggende oplossing, echter vraagt deskundige zich af of die 30 cm overstek die men hiermee creëert wel datgeen toevoegt wat de klant voor ogen heeft. Als het puur om de screen gaat, hangt deze nu ook onder de goot (dus droog) maar is dit voor een screen totaal niet noodzakelijk.
De door de ondernemer genoemde meerkosten van € 4.000,– acht deskundige zeer billijk daar het een compleet nieuw dak betreft (profielen en carbonaat platen) en uiteraard ook een forse montageklus. Wederom vraagt deskundige zich af of die kosten wel in enige verhouding staan met het creëren van slechts 30 cm meer overstek aan de buitenzijde van de veranda, maar deskundige begrijpt het gevoel van de consument die een andere verwachting had en stellig overtuigd was dat er een overstek zou zijn groter dan nu.
Zoals aangegeven gaat deskundige mee in de coulante offerte van de ondernemer met € 4.000,–. Deskundige schat in tegen werkelijke kosten en arbeid dat dit makkelijk ook € 5.000,– kan zijn. Nieuwe geleiders, (produceren en moffelen) nieuwe dakplaten, demontage en daarna montage (arbeid ingeschat op ca. € 1.000,– verkoop)
Toelichting op het rapport: Deskundige is wel van mening dat in het algemeen bij dit soort dure technische producten het beter zou zijn met de offerte, maar zeker bij de opdrachtbevestiging, een duidelijke technische tekening mee te sturen van wat de klant gaat krijgen. Vaak is de klant niet deskundig genoeg om te weten wat van ondernemer verwacht mag worden en speelt emotie ook een rol.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen is (dus) in geschil of bij deze overkapping al dan niet een oversteek is overeengekomen.
De contractstukken laten hier naar het oordeel van de commissie een leemte die moet worden opgevuld. Uit de op schrift gestelde afspraken met bijbehoren is immers geen uitsluitsel te verkrijgen of de overkapping conform afspraak met of zonder oversteek moet worden uitgevoerd. Er is immers door de ondernemer niet – zoals vaak wel gebeurt bij overkappingen in deze prijsklasse – een technische tekening/visuele uitwerking van de te construeren overkapping gemaakt, welke tekening deel is gaan uitmaken van het overeengekomene, in het bijzonder ook door deze voor akkoord te laten paraferen door de koper.
Enkel is aan de hand van door de consument gegeven “binnenmaten” van de huidige te vervangen overkapping door de ondernemer een ruwe handmatige schets gemaakt voor de duiding van de opgegeven maten, en kennelijk uitsluitend met als doel om die aldus opgegeven maten later ter plaatse door de ondernemer te controleren op juistheid en haalbaarheid. Op die schets is geen oversteek getekend, wat dus op zich kan kloppen omdat immers daarin enkel de inhoudsmaten van de oude overkapping zijn opgenomen, welke overkapping – zo staat tussen partijen vast – geen oversteek had. Wel is daaruit af te leiden dat die binnenmaten bij de nieuwe overkapping moeten worden geëerbiedigd, en dat daarover wilsovereenstemming bestaat.
Voor de beantwoording van de vraag of partijen al dan niet een oversteek zijn overeengekomen komt het daarom aan op hetgeen zij op dit punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten: het zogenaamde Haviltex criterium (Hoge Raad 13 maart 1981, NJ 1981/635). De toepassing van dat criterium komt erop neer dat bij de uitleg van een overeenkomst niet slechts gekeken dient te worden naar de letterlijke of taalkundige betekenis van de tekst, maar ook naar de betekenis die partijen – in de gegeven omstandigheden en op basis van hetgeen zij over en weer van elkaar mochten verwachten – aan die tekst mochten toekennen. De bedoelingen van de contractspartijen bij het sluiten van de overeenkomst, zijn daardoor van belang. Voor de vraag wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten, zijn de omstandigheden van het geval van belang. Hierbij dient onder meer gekeken te worden naar wie de betrokken partijen zijn.
Hier is de ondernemer de professionele en ervaren partij. De consument beschikt niet over specifieke kennis op het gebied van overkappingen als hier aan de orde, en is naar de showroom van de ondernemer gegaan om zich te laten voorlichten over vernieuwing van diens oude – reeds dertig jaren bestaande – overkapping. De consument heeft zich daarbij zonder de bagage van voorkennis/verdieping in het product laten voorlichten door de ondernemer, die naar zeggen van de consument dertig jaar geleden de vorige overkapping ook al had geplaatst. Door de ondernemer is in de showroom de overkapping van het type VentouxLine 2 getoond, welke overkapping een oversteek heeft. De consument is daarvan ook een folder meegegeven, waarin ook uitsluitend overkappingen met oversteek zijn te zien. Op de website van de ondernemer zijn – zo heeft de commissie mogen ervaren – ook een flink aantal overkappingen te zien van dit merk en type, nagenoeg alle voorzien van oversteek. Dit strookt dus met de bevindingen van de consument in de showroom van de ondernemer, die kennelijk van dit merk/type overkapping geen model in de showroom heeft zien staan zonder oversteek.
De consument en diens partner hebben niet eerst elders advies gevraagd en hebben zich voor of bij deze aanschaf evenmin laten bijstaan door een adviseur. Zij waren voor hun keuze dus geheel afhankelijk van de informatie die de ondernemer hen verstrekte.
Hiervoor is reeds uiteengezet dat de schets met de daarin overgenomen maatvoering – kortgezegd – niet kan gelden als een tekening van de gekochte overkapping. De functie daarvan was beperkt tot het vastleggen en later op basis daarvan controleren van binnenmaten van de huidige overkapping.
Zo heeft de consument die tekening in redelijkheid ook mogen beschouwen: het was geen volledige weergave van de door hem aangeschafte overkapping.
De ondernemer had bij de intake duidelijk moeten uitvragen of de consument een overkapping met of zonder oversteek wilde. Mogelijk is de ondernemer er stilzwijgend van uitgegaan dat de oude overkapping zonder overstek (dus) vervangen moest worden door een overkapping ook zonder oversteek, maar duidelijk moge zijn, dat de ondernemer als technisch kundige partij de consument hierover had moeten ondervragen aan de hand van de hem voor te leggen mogelijkheden. De aldus ontstane onduidelijkheid voor de ondernemer is door hemzelf in de hand gewerkt door geen aanschouwelijke uitwerking van het eindresultaat aan de consument voor te leggen opdat reeds daarom aan de wensen van de consument niet kan worden getwijfeld.
Daarbij komt dat het in deze branche gebruikelijk is om juist de binnenmaten te noteren en niet de buitenmaten, wat geschilpunten als deze in de hand werkt in het geval geen aanschouwelijke uitwerking van het eindresultaat wordt voorgelegd alvorens op basis daarvan de afspraken definitief te maken.
Samenvattend, gaat de commissie dan ook mee in het standpunt van de consument dat hij in redelijkheid mocht verwachten overeenstemming te hebben bereikt over de aanschaf van een overkapping met oversteek, met zo goed als dezelfde binnen maten als de huidige overkapping.
De commissie oordeelt de klacht dan ook gegrond, en zal de ondernemer verplichten tot nakoming van de afspraak dat deze overkapping VentouxLine 2 bij de consument wordt geleverd, gemonteerd en geplaatst met oversteek. Daaraan doet niet af dat geen afspraak is gemaakt over de maat van de oversteek, omdat een normaal te achten oversteek moet worden aangebracht voor zover daarvoor ter plaatse ruimte is. De ondernemer heeft hier aan te sluiten bij wat normaal is te achten aan oversteek bij een overkapping als deze.
Nu terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie ook gehouden om het klachtengeld te voldoen aan de consument alsmede om de behandelingskosten te betalen aan het secretariaat van de commissie. Die behandelingskosten worden de ondernemer separaat bij factuur in rekening gebracht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Verplicht de ondernemer tot nakoming op de wijze zoals hiervoor is aangeduid, zonder dat de consument daarvoor meerkosten in rekening mogen worden gebracht.
Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.
Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van acht weken na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd;
Zodra de commissie bericht heeft ontvangen van beide partijen dat een en ander overeenkomstig de beslissing is geschied, zal het depotbedrag ad € 11.250,– worden overgemaakt aan de ondernemer.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zonwering, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer W.J.M. van den Berg en mr. B.W. Weilers, leden, op 2 maart 2022.