
Commissie: Kinderopvang
Categorie: Zorgvuldigheid ondernemer
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
208929/237114
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft een melding door de ondernemer over de zoon van de consument bij Veilig Thuis. De consument verwijt de ondernemer dat volstrekt ten onrechte een melding is gedaan bij Veilig Thuis en verlangt dat de ondernemer die melding intrekt en formeel excuses aanbiedt aan de ouders. De ondernemer stelt dat medewerkers van de ondernemer zich zorgen over de gezondheid, veiligheid en verzorging van de zoon van de consument maken. Een incident heeft de doorslag gegeven tot het doen van een melding. De commissie dient te beoordelen of de ondernemer bij het doen van de melding voldoende zorgvuldig te werk is gegaan. De commissie stelt vast dat de ondernemer het stappenplan van de meldcode goed heeft doorlopen en op grond daarvan overleg heeft gevoerd met haar pedagogisch medewerkers, met de ouders van en met de begeleider van het gezin. Vervolgens heeft zij advies ingewonnen bij het meldpunt Veilig Thuis. Pas hierna heeft zij een melding gedaan. De commissie is van oordeel dat de ondernemer daarmee zorgvuldig en in het belang van het kind heeft gehandeld. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een melding door de ondernemer over de zoon van de consument bij Veilig Thuis. De consument stelt dat die melding ten onrechte en op onjuiste gronden is gedaan en verlangt dat die melding wordt ingetrokken.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Zoon [NAAM ZOON ]van de consument werd sinds 2017 opgevangen door de ondernemer, eerst op het kinderdagverblijf en later bij de buitenschoolse opvang (BSO). Op 6 maart 2023 heeft de ondernemer een melding gedaan bij Veilig Thuis. De aanleiding was dat de vader zijn zoon op 14 februari 2023 zou hebben mishandeld. De consument ontkent ten stelligste dat hier sprake van is of is geweest. De overige verwijten die de ondernemer de consument heeft gemaakt ten aanzien van de verzorging van de zoon zijn eveneens onjuist en onterecht. Meerdere gezinsleden in het gezin van de consument zijn bekend met een stoornis in het autistisch spectrum. Dit geldt voor beide ouders en ook voor zoon [NAAM ZOON] Het gezin wordt dan ook via de gemeente begeleid door medewerkers van ‘Go voor Jeugd’ en door ‘Talentenzorg’. Anders dan de ondernemer zijn de begeleiders van het gezin van de consument van mening dat aanvullende hulp of zorg voor [NAAM ZOON] niet nodig is. Sinds eind november 2023 gaat [NAAM ZOON] niet meer naar de opvang van de ondernemer, maar naar de opvang van Talentenzorg. Daar gaat het goed met D. Daarnaast heeft [NAAM ZOON] constitutioneel eczeem waardoor zijn huid steeds stuk gaat. De huidproblemen van [NAAM ZOON] zijn een constante bron van zorg en aandacht voor de consument. De zalf die [NAAM ZOON] voorgeschreven kreeg, werkte niet goed genoeg ondanks het dagelijks insmeren. De dermatoloog van het ziekenhuis waar [NAAM ZOON] onder behandeling is, heeft hem een nieuw medicijn voorgeschreven dat sinds kort op de markt is waarmee enige verbetering is te zien. De verwijten die de ondernemer de ouders ten aanzien van de zorg voor [NAAM ZOON]maakt, raken hen zeer.
De consument verwijt de ondernemer dat volstrekt ten onrechte een melding is gedaan bij Veilig Thuis. De consument verlangt dat de ondernemer die melding intrekt en formeel excuses aanbiedt aan de ouders.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Sinds september 2017 ging zoon [NAAM ZOON] van de consument een aantal dagen per week naar het kinderdagverblijf van de ondernemer. Vanaf augustus 2019 ging [NAAM ZOON] naar de BSO. Al jaren maken de medewerkers van de ondernemer zich zorgen over de gezondheid, veiligheid en verzorging van [NAAM ZOON]. [NAAM ZOON] liep onder meer achter in zijn algemene ontwikkeling, at aanvankelijk geen vast voedsel, had last van ernstige eczeem dat niet altijd goed werd verzorgd en zijn algehele hygiëne was slecht. De medewerkers van de ondernemer hebben hun zorgen over [NAAM ZOON] meermaals met de ouders gedeeld waarna het soms een periode wat beter leek te gaan.
In 2018 hebben de buren van de ouders een melding gedaan bij Veilig Thuis. Al een aantal jaren zijn er diverse hulpverlenende instanties betrokken bij het gezin voor zowel de ouders als voor [NAAM ZOON] en zijn (half) broers en zussen. Op 14 februari 2023 heeft zich een incident voorgedaan dat aanleiding vormde voor de Veilig Thuis melding. Op die dag kwam de vader [NAAM ZOON] ophalen bij de BSO maar [NAAM ZOON] weigerde mee te gaan. De vader heeft [NAAM ZOON] toen aan zijn oor en zijn nek vastgepakt en meegesleurd onder luid gegil van [NAAM ZOON] De pedagogisch medewerkers van de ondernemer vonden het handelen van de vader zodanig schokkend en ernstig dat de ondernemer de ouders heeft uitgenodigd voor een gesprek. Dat gesprek verliep moeizaam en de ernst van het incident werd weersproken en ontkend. De ondernemer heeft de ouders te kennen gegeven dat een aanscherping van de hulp binnen het gezin raadzaam leek. De ondernemer heeft na toestemming van de ouders contact opgenomen met de begeleider van het gezin van ‘Go voor Jeugd’. Omdat deze begeleider en ook de ouders afhoudend reageerden op een aanscherping van de hulp en de ondernemer zich ernstig zorgen maakte over het welzijn van [NAAM ZOON] heeft de directeur contact opgenomen met Veilig Thuis. Veilig Thuis heeft de ondernemer geadviseerd een melding te doen hetgeen de ondernemer op 6 maart 2023 heeft gedaan. De ondernemer heeft daarbij alle stappen uit de meldcode doorlopen. De ondernemer is dan ook van mening dat de klacht van de consument ongegrond dient te worden verklaard.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vooraf merkt de commissie op dat de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld professionals in de kinderopvang de verantwoordelijkheid geeft om te reageren bij signalen en zorgen omtrent een kind. Zorgverleners zijn verplicht tot het gebruik van de meldcode bij vermoedens van onveiligheid van een kind.
De ondernemer heeft toegelicht dat er al langer zorgen bestonden over het welzijn van [NAAM ZOON] Op 14 februari 2023 heeft zich een incident voorgedaan dat bij de ondernemer de doorslag heeft gegeven tot het doen van een melding. Over dat incident lopen de lezingen van partijen uiteen. De ondernemer heeft gesteld dat de vader zoon [NAAM ZOON] aan zijn oor heeft meegesleurd, maar de vader heeft verklaard dat hij zijn zoon bij zijn kraag vast heeft gepakt, omdat hij niet mee wilde komen. De commissie hecht eraan erop te wijzen dat het niet de taak is van de professional, in dit geval de ondernemer, om aan waarheidsvinding te doen; bij vermoedens en signalen van onveiligheid dient er een melding te worden gedaan. Wat er al dan niet is voorgevallen op 14 februari 2023 is voor de beoordeling van de klacht dan ook niet van belang. De commissie dient te beoordelen of de ondernemer bij het doen van de melding voldoende zorgvuldig te werk is gegaan.
De ondernemer heeft genoegzaam toegelicht dat signalen en vermoedens van onveiligheid van [NAAM ZOON] aanwezig waren. Bij [NAAM ZOON] was volgens de ondernemer sprake van een achterstand in ontwikkeling, een slechte hygiëne, ernstig eczeem dat niet goed werd behandeld en het vermoeden van fysiek geweld. De commissie stelt vast dat de ondernemer het stappenplan van de meldcode goed heeft doorlopen en op grond daarvan overleg heeft gevoerd met haar pedagogisch medewerkers, met de ouders van [NAAM ZOON]en met de begeleider van het gezin. Vervolgens heeft zij advies ingewonnen bij het meldpunt Veilig Thuis. Pas hierna heeft zij een melding gedaan. De commissie is van oordeel dat de ondernemer daarmee zorgvuldig en in het belang van [NAAM ZOON]heeft gehandeld. De commissie is dan ook van oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het verzoek van de consument af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes en mevrouw mr. M. Stroetenga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 22 januari 2024.