Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Bewijs / Ontbinding
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
176798/179008
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument bestelde een sportfiets van de ondernemer. De fiets is echter nooit geleverd. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst, alsmede een schadevergoeding. Volgens de ondernemer heeft de levering vertraging opgelopen door een slecht leverbaar onderdeel. Volgens de track & trace-gegevens is de fiets vervolgens aan de consument geleverd, aldus de ondernemer. Omdat de consument aangaf de fiets niet te hebben ontvangen, heeft de ondernemer een onderzoek laten instellen bij de vervoerder. Naar het oordeel van de commissie is ontbinding niet aan de orde, nu de overeenkomst nagekomen kan worden door de ondernemer. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft via een digitale zitting plaatsgevonden op 21 oktober 2022.
Ter zitting middels digitale inlog zijn verschenen de consument en diens partner en hebben hun standpunt toegelicht.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Het geschil betreft de aankoop en levering van een [FIETSMERK EN -MODEL] (hierna: de fiets).
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft een fiets gekocht, het aankoopbedrag aan ondernemer betaald op 9 december 2021. De levering van de fiets zou uiteindelijk in maart 2022 plaatsvinden. Echter, tot op heden is de fiets nog steeds niet geleverd. De consument heeft geen enkel vertrouwen meer in de ondernemer en wenst ontbinding van de koopovereenkomst, het aankoopbedrag (€ 4.038,95) retour ontvangen alsmede een schadevergoeding van € 900,–.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De levering van de fiets heeft vertraging ondervonden omdat het te leveren slot niet leverbaar was. De fiets zou op 16 maart 2022 geleverd worden aan de consument. Volgens de track & trace gegevens zou de fiets ook aan de consument geleverd zijn. Echter, de consument heeft ons op 15 april 2022 bericht dat de fiets niet geleverd was waarna de vervoerder is verzocht een onderzoek te verrichten. Op 25 mei 2022 ontvangt de ondernemer een bericht van de rechtsbijstandsverzekeraar van de consument met het verzoek een nieuwe fiets te leveren of het aankoopbedrag terug te betalen. Omdat het onderzoek van de vervoerder te lang op zich laat wachten heeft de ondernemer de rechtsbijstandsverzekeraar op 28 juni 2022 laten weten akkoord te gaan met de levering van een nieuwe fiets. De consument laat de ondernemer op 29 juni 2022 echter weten geen prijs meer te stellen op levering van de fiets en het aankoopbedrag terug wil ontvangen alsmede de extra kosten waaronder de kosten van de door hem aangespannen procedure bij de commissie. De ondernemer wijst dit af nu deze niet verantwoordelijk is voor de opgevoerde schade zijnde het inmiddels bestaande prijsverschil en de kosten voor ander vervoer nu de fiets niet geleverd is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit hetgeen partijen hebben aangevoerd en ingebracht stelt de commissie een aantal feiten vast.
Na betaling van het aankoopbedrag zou de consument de bestelde fiets geleverd krijgen. Nu het door de consument bestelde fietsslot niet op tijd voorradig was zou de levering van de fiets uiteindelijk op 16 maart 2022 geleverd worden. Partijen verschillen van mening of die levering heeft plaatsgevonden. Onderzoek door de ondernemer bij de verzender heeft daar geen duidelijkheid over gegeven. Toen de ondernemer per mail op 25 mei 2022 door het [VERTEGENWOORDIGER] namens de consument voor de keuze werd gesteld de fiets te leveren of het aankoopbedrag terug te betalen is de ondernemer, nu terugkoppeling van de uitkomst van het onderzoek bij de verzender te lang op zich liet wachten, akkoord gegaan met de levering van de fiets en heeft dit op 28 juni 2022 aan de [VERTEGENWOORDIGER] laten weten. [DE VERTEGENWOORDIGER] heeft de bemiddeling gestaakt toen bleek dat de consument inmiddels een procedure heeft gestart bij de commissie en in tegenstelling tot zijn eerdere berichten de consument niet akkoord ging met levering. Hij wil geen levering meer van de fiets, het aankoopbedrag terug en een vergoeding van de door hem geleden schade. De ondernemer was bereid te schikken en zelfs het aankoopbedrag terug te betalen aan de consument maar weigert de door de consument gevorderde schadevergoeding te betalen. De ondernemer wacht dan ook de beslissing van de commissie af.
Het gaat in deze zaak om een aantal vragen. De eerste vraag is of de fiets aan de consument is geleverd op of omstreeks 16 maart 2022. Dit is niet komen vast te staan en komt voor rekening en risico van de ondernemer. Rechtens moet de ondernemer de fiets dan ook alsnog leveren. Echter, de consument wenst ontbinding van de koop, het aankoopbedrag terug ontvangen en een vergoeding van de door hem geleden schade. Wat betreft dit laatste is dit ondermeer gegrond op het opnieuw aankopen van dezelfde fiets.
Ontbinding is naar het oordeel van de commissie niet aan de orde nu nakoming of herstel mogelijk is en de ondernemer in redelijkheid in staat moet worden gesteld alsnog zijn verplichting tot levering na te komen. De omstandigheid dat de consument geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer kan daar niet aan afdoen te meer nu de ondernemer in deze zich alleszins redelijk heeft opgesteld om tot een oplossing te komen en door de weigerachtige houding van de consument de levering nog steeds niet heeft kunnen plaatsvinden.
De tweede vraag is of de ondernemer de door de consument gewenste schade moet vergoeden. Het gaat om het prijsverschil bij aankoop van dezelfde fiets bij een derde en de autokosten nu de consument genoodzaakt was met de auto naar zijn werk te rijden in plaats van met de niet geleverde fiets.
De eerste schadevordering zal de commissie afwijzen nu hiervoor reeds is overwogen dat de gevorderde ontbinding zal worden afgewezen en de consument de fiets van de ondernemer geleverd zal krijgen. Wat betreft de tweede post is onvoldoende onderbouwd waaruit zou kunnen blijken dat er een rechtstreeks verband zou bestaan tussen het niet leveren van de fiets en die gestelde schade, nog afgezien van de vraag of en in hoeverre de consument aan zijn verplichting heeft voldaan zijn schade te beperken. Ook die schadevordering zal de commissie dan ook afwijzen.
De commissie zal op grond van hetgeen hiervoor is overwogen de klacht ongegrond verklaren. De consument is gehouden de levering van de fiets door de ondernemer te aanvaarden. Die levering zal moeten plaatsvinden binnen een week na verzending van deze uitspraak.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en bepaalt dat de consument gehouden is de levering van de fiets door de ondernemer te aanvaarden. Die levering door de ondernemer zal moeten plaatsvinden binnen een week na verzending van deze uitspraak.
Wijst de door de consument gevorderde schadevergoeding af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. S.L.R. van Nuijs, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 21 oktober 2022.