Ondernemer trok examen twee dagen voor examendatum in zonder toestemming consument

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Rijopleidingen    Categorie: Praktijkopleiding    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 117212

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer kan niet 2 dagen voor de examendatum het examen intrekken, nu consument daarvoor geen toestemming heeft verleend en omdat daardoor het examen is komen te vervallen.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een tussen partijen gesloten overeenkomst voor het leveren door de ondernemer van motorrijlessen en een rijexamen. Het geschil heeft betrekking op het annuleren van het rijexamen.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is van mening dat zij klaar was voor het rijexamen nadat zij 17 lessen van 2 uur had gevolgd. De ondernemer had een examen afgesproken bij het CBR voor 27 november 2017. Op 25 november 2017 kreeg de consument te horen dat de ondernemer haar niet klaar achtte voor het examen en dat hij het examen had geannuleerd. De consument heeft aangegeven dat zij toch graag het examen wilde doen. De consument is van mening dat er geen redenen waren om het examen af te zeggen omdat de BOVAG stelt dat een examen alleen op zo’n korte termijn kan worden geannuleerd als er sprake is van slechte weersomstandigheden, of als het voertuig niet in orde is of als de consument het lesgeld niet heeft voldaan.
Van deze drie omstandigheden was geen sprake. Door de annulering van het rij examen moest de consument opnieuw het AVB (voertuigbeheersing) examen doen en daarvoor extra lessen nemen. Dit kostte de consument extra tijd en geld. De ondernemer heeft aangeboden om het examen om te zetten in een rij test of in een examen bij een andere rijschool. De consument heeft haar voorkeur voor dat laatste aangegeven. De consument ontkent dat zij 4x per week zou hebben gelest, maar dat is hoogstens 2 x tot 3x per week voorgekomen. De laatste 2 lessen gingen volgens de consument inderdaad niet goed maar dat was gelegen in het feit dat zij werd afgeleid door de vele adviezen, tips en vragen van de instructeur die tijdens het rijden op haar afkwamen. De consument is van mening dat het examen niet geannuleerd had mogen worden.

De consument wil dat haar schade zowel in tijd al in geld wordt vergoed.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument had al 3x eerder examen gedaan bij een andere rijschool en was 3x gezakt. Bij het starten van de lessen bij de ondernemer bleek al snel dat de consument niet over voldoende kennis beschikte. Bijvoorbeeld het terugschakelen beheerste zij niet.
De ondernemer stelt dat het examen onder voorbehoud is gepland en dat dit ook is gecommuniceerd aan de consument. Hij heeft aangegeven dat de consument zelf verantwoordelijk was voor het bereiken van het juiste examen niveau. Ook heeft hij een second opinion gevraagd aan een collega en ook zij was mening dat de consument nog niet klaar was voor een examen. Omdat de geldigheid van het AVB examen verliep, is gekozen voor de datum van 27 november 2017. Het AVB examen is door de consument bij een andere rijschool behaald, die er andere maatstaven op nahoudt. De ondernemer heeft aangegeven dat de consument extra lessen moest nemen om zichzelf te verbeteren met het oog op het examen. Na de examenaanvraag is de frequentie van de lessen door de consument echter verlaagd, ze had 25 uur moeten lessen in 32 dagen maar leste maar 12 uur.

De ondernemer is van menig dat de consument zo slecht rijdt dat zij slechts in één van de tien laatste lessen (naar de commissie begrijpt zonder ingreep) geen aanrijding zou hebben veroorzaakt.
Hij heeft dit ook voorgehouden aan de consument en de examendatum geannuleerd omdat hij het niet verantwoord achtte dat de consument examen zou doen. Na de ene positieve les is de consument gestopt met de extra lessen.
De ondernemer heeft aangeboden om het examen om te zetten naar een rij test zodat de examinator zou kunnen aangeven aan de consument wat er niet goed ging. Als de examinator zou aangeven dat de consument goed reed zou de ondernemer de kosten van de AVB lessen en examens voor zijn rekening nemen. De consument heeft dit aanbod niet geaccepteerd.

De ondernemer heeft op 11 oktober 2017 aangeboden om de kosten van het AVB examen op zich te nemen. Dit examen zou de consument naar de mening van de ondernemer nog veel moeite kosten om te halen omdat er geen sprake was van een goede motorbeheersing. Op 13 oktober 2017 heeft de ondernemer nogmaals aangeboden om 3 uur les en een AVB examen te betalen, terugbetaling van de tegoeden en dat de consument daarmee naar een andere rijschool zou gaan.
Op 10 mei 2018 heeft de ondernemer zijn aanbod nog een keer herhaald en aangegeven dat hij de consument financieel wil compenseren. De ondernemer biedt aan om de consument een bedrag van
€ 720,50 te vergoeden. Dit bedrag is opgebouwd uit een tegoed aan lesuren uit haar pakket, 3 lessen als compensatie om het AVB examen te halen en de kosten van het AVB examen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Het twee dagen voor het geplande AVB examen intrekken van dat examen acht de commissie niet correct mede nu dat examen daardoor is vervallen. Niet is komen vast te staan dat de consument daarvoor uitdrukkelijke toestemming heeft verleend, ondanks dat de ondernemer heeft gesteld dat er terzake door hem een voorbehoud is gemaakt.
De commissie acht het daarom juist dat de ondernemer heeft aangeboden de kosten van dat examen te vergoeden, alsmede dat er ook lessen zijn aangeboden als voorbereiding op dat examen.
De commissie zal bepalen dat de ondernemer daarvoor 3 lessen van elk 2 uur dient te geven.
Voorts is ook het aanbod van de ondernemer om de niet genoten lessen t.b.v. € 429,– terug te betalen onder de geschetste omstandigheden een juist aanbod.

Uit het voorgaande volgt dat het gedane aanbod van de ondernemer grotendeels als een redelijk aanbod heeft te gelden. Slechts de 3 maal 1 uur aangeboden compensatielessen acht de commissie ontoereikend nu dit 3 lessen van 2 uur hadden moeten zijn.
De commissie ziet hierin aanleiding om ook het klachtengeld ten laste van de ondernemer te brengen.

De behandelingskosten worden door de commissie gematigd tot 50%.

Mitsdien dient als volgt te worden beslist.

Beslissing

De commissie oordeelt de klacht ten dele gegrond. Het door de consument verzochte wordt als volgt gedeeltelijk toegewezen.

De ondernemer betaalt binnen 4 weken na verzending van dit bindend advies aan de consument een bedrag van € 578,– wegens niet genoten lessen en vergoeding van de kosten van het AVB examen.

De ondernemer dient voorts 3 lessen van 2 uur aan de consument te geven met het oog op het examen, binnen twee maanden na verzending van dit bindend advies.

De ondernemer betaalt een bedrag van € 77,50 wegens het klachtengeld aan de consument en wel binnen 2 weken na verzending van dit bindend advies.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie na matiging   50% van de behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Rijopleidingen, bestaande uit mr. J.G. Hinnen, voorzitter en de heren A. Belt en ing. D.G. Kooman, leden, op 3 september 2018.