Commissie: Post
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55627
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een door de consument verzonden brief met belangrijke documenten die niet ter bestemder plaatse is aangekomen. De consument heeft op 18 augustus 2010 de klacht voorgelegd aan TNT Post. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. TNT Post heeft een door mij verzonden brief met belangrijke documenten opzettelijk laten verdwijnen. Hierdoor lijd ik grote schade. De brief was gericht aan [een instantie die vergunningen verstrekt] en bevatte documenten die nodig waren voor een transportvergunning. De documenten zaten in een envelop van [de instantie] met het adres en ik begrijp dan ook niet waarom deze niet is aangekomen. Het moet berusten op opzet of in elk geval verregaande nalatigheid aan de zijde van TNT Post. Doordat de documenten niet waren aangekomen heb ik 6 weken niet kunnen werken en dus inkomen gederfd. TNT Post wijst mijn claim af op de grond dat de brief niet aangetekend is verzonden. Dat was naar mijn mening niet noodzakelijk gezien het feit dat het logo van [de instantie] op de envelop staat. Ik heb zelf alle zorgvuldigheid betracht die nodig was. De consument verlangt een door de commissie naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen vergoeding. Standpunt van TNT Post Het standpunt van TNT Post luidt in hoofdzaak als volgt. Wij zijn van mening dat de commissie zich onbevoegd dient te verklaren, nu er geen bewijs is van de door de consument gestelde overeenkomst tot verzending van een poststuk. In artikel 3 van het reglement van de commissie is bepaald dat de commissie tot taak heeft geschillen tussen een consument en TNT Post te beslechten voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot een dienst van TNT Post. Volgens de consument is de brief met belangrijke documenten per gewone post verzonden. Dergelijke zendingen kunnen in het verwerkingsproces niet gevolgd worden. In artikel 8 (de commissie neemt aan dat bedoeld is artikel 9) van de toepasselijke Algemene voorwaarden voor de Universele Postdienst, dat een uitwerking is van de aansprakelijkheid zoals die geregeld is in de Postwet, wordt aansprakelijkheid voor gewone postzendingen zonder aanvullende dienst zoals “aangetekend” uitgesloten. De reden van deze aansprakelijkheidsbeperking is dat wij dagelijks 13 miljoen postzendingen vervoeren. Bij een dergelijke omvang zou een aansprakelijkheid voor gewone postzendingen een veel te hoog risico met zich meebrengen, waardoor de tarieven onaanvaardbaar hoog zouden worden. Dit heeft de wetgever willen voorkomen. Als de commissie meent dat zij bevoegd is het geschil te behandelen, dan dient de klacht op grond van het voorgaande ongegrond te worden verklaard. Beoordeling van het geschil De commissie wijst het beroep van TNT Post op onbevoegdheid af. TNT Post heeft niet uitdrukkelijk en gemotiveerd ontkend dat de consument een overeenkomst met haar heeft gesloten. Zij heeft slechts gesteld dat er geen bewijs is van een dergelijke overeenkomst. Afgaande op de door de consument verstrekte gedetailleerde informatie is de commissie echter van oordeel dat de consument genoegzaam het bestaan van een overeenkomst aannemelijk heeft gemaakt. Van een opzettelijk laten verdwijnen van de door de consument verzonden brief is de commissie niet gebleken. Derhalve mag TNT Post een beroep doen op haar algemene voorwaarden – de consument heeft de toepasselijkheid daarvan niet betwist – waar deze aansprakelijkheid voor schade aan een per gewone post, dus zonder aanvullende diensten, verzonden brief of postpakket uitsluiten. De commissie verwijst naar de door TNT Post gegeven verklaring van de in de algemene voorwaarden opgenomen beperking van haar aansprakelijkheid. Daarbij komt dat diezelfde voorwaarden aansprakelijkheid voor gevolgschade, zoals inkomensderving, in artikel 9.2 uitsluiten. TNT Post kan dus niet aansprakelijk worden gehouden voor de door de consument gestelde schade. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 24 mei 2011.