Ondernemer kan niet verlangen dat consument partytent aanpast, nu niet vaststaat dat de deze op moment van plaatsing op de hoogte was dat een partytent niet was toegestaan.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Recreatie    Categorie: Huurovereenkomst m.b.t. vaste standplaatsen    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC07-0062

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het verbod een partytent met houten hekwerk te plaatsen.
 
Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument huurt al sinds jaren een standplaats bij de ondernemer. In 2005 schafte hij een partytent aan met een houten hekwerk. Na plaatsing daarvan deelde de ondernemer hem mee dat een dergelijke partytent niet was toegestaan.
De consument vindt de informatie die door de ondernemer in het verleden is verstrekt niet duidelijk.
De ondernemer zegt dat in het boekje van 2005 afbeeldingen van tenten die wel en niet zijn toegestaan zijn opgenomen. De consument was hiervan echter niet op de hoogte. Hij heeft dit nummer niet ontvangen. De consument was zich dan ook niet er van bewust dat zijn partytent niet was toegestaan toen hij deze aanschafte.
De consument is niet van plan een berging van zijn partytent te maken en haalt iedere winter zijn tent weg. De consument wil gaarne handhaving van zijn huidige partytent.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Toen er partytenten op de camping verschenen met een houten hekwerk en/of bloembakken heeft de ondernemer besloten dat dergelijke partytenten niet zijn toegestaan. Dat geldt zowel voor houten als voor aluminium hekwerken. Dergelijke tenten zijn volgens de ondernemer makkelijk om te vormen tot schuurtje of permanente opbergruimte. Aangezien de gemeente maar één type berging toestaat, doet de ondernemer alles om dit te handhaven. De huidige tenten met een sierwerkje zijn wel toegestaan. In brieven die aan het einde van het seizoen naar de recreanten worden gezonden en in het door het recreatieteam uitgegeven boekje is hierover meermalen gepubliceerd. In het boekje van 2005 zijn foto’s van partytenten die wel en niet zijn toegestaan opgenomen.
Ter zitting deelt de ondernemer mee dat het voorschrift over de partytenten niet is opgenomen in een reglement, maar dat de informatie daarover in brieven en in het Horstje staat. Het boekje wordt niet altijd aan alle recreanten wordt toegezonden. Exemplaren hiervan liggen wel bij de receptie.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie is van mening dat de informatie die door de ondernemer is verstrekt aan zijn recreanten over de al dan niet toegestane partytenten niet eenduidig is en bovendien de wijze van bekendmaking van deze regeling niet sluitend is. In 2003 wordt in het boekje vermeld dat zijschotten niet zijn toegestaan, maar in een in 2003 verzonden brief wordt gesproken over “extra palen of hekjes voor klimopplanten (pergola)” die niet zijn toegestaan. De informatie in het boekje uit 2005 is duidelijker, omdat daarin afbeeldingen van partytenten zijn geplaatst. Echter, de consument zegt deze uitgave van Het Horstje niet te hebben gezien en de ondernemer geeft toe dat niet iedere recreant Het Horstje krijgt toegezonden. De commissie komt tot de conclusie dat niet vaststaat dat de consument er van op de hoogte was dat zijn partytent niet was toegestaan toen hij deze plaatste.
De vraag is nu of de ondernemer de consument desondanks kan verbieden zijn partytent in de huidige vorm te handhaven. De commissie acht het belang van de ondernemer bij een verbod van de partytent van de consument niet zo groot, omdat het verbod van het ombouwen van een partytent tot berging ook op andere wijze kan worden gehandhaafd.
Op grond van redelijkheid en billijkheid is de commissie derhalve van oordeel dat de ondernemer niet van de consument kan verlangen dat hij zijn partytent verbouwt dan wel een andere aanschaft om aan de regels van de ondernemer te voldoen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Beslissing

De ondernemer dient de consument toe te staan zijn huidige partytent in het seizoen te plaatsen op zijn staanplaats.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 1 november 2007.