Ondernemer komt eigen Algemene Voorwaarden niet na; klacht consument gegrond verklaard

De Geschillencommissie




Commissie: Private Lease    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 191424/196449

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een private leaseovereenkomst die consument heeft met ondernemer. Consument beweert dat ondernemer zich niet aan de overeenkomst houdt. Bij inlevering van de leaseauto heeft ondernemer eenzijdig besloten om achteraf op een willekeurige dag en locatie een schaderapport op te stellen. Dit is gebeurd zonder bijzijn van consument. Ondernemer geeft aan consument wel op de hoogte te hebben gesteld. De commissie oordeelt dat ondernemer op verschillende punten niet aan zijn eigen voorwaarden heeft voldaan. Consument heeft op tijd bezwaar gemaakt en hier had ondernemer gehoor aan moeten geven. De klacht van consument wordt als gegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Private Lease (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 7 februari 2023 te Utrecht.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 2 april 2021 tussen partijen gesloten privé leaseovereenkomst waarbij de ondernemer een [naam auto] voor de duur van 60 maanden aan de consument ter beschikking heeft gesteld, waartegenover de consument gehouden is maandelijks een bedrag van € 316,– aan de ondernemer te voldoen.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

De consument heeft een bedrag van € 2.180,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij inlevering van de leaseauto heeft de ondernemer zich niet gehouden aan het innameprotocol/-proces en de Keurmerk Private Lease voorwaarden, zoals overeengekomen in het contract. De ondernemer heeft eenzijdig besloten om achteraf op een willekeurige dag en locatie en zonder aanwezigheid van de consument een schaderapport op te stellen en de consument verantwoordelijk te stellen voor de risico’s en op dat moment geconstateerde schades. De ondernemer kan volgens de consument de risico’s op schades van het incorrect (lees: niet conform overeenkomst) handelen niet zomaar bij de consument neerleggen, maar dient de geconstateerde schades in dit geval voor eigen rekening te nemen. De ondernemer is het hier niet mee eens, zij geven aan wel volgens de voorwaarden gehandeld te hebben, en verzoeken de consument om ‘gewoon’ te betalen voor de schade.
Ter oplossing van het geschil stelt de consument voor dat het volledige bedrag gecrediteerd wordt.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het inhoudelijk standpunt en daarmee het verweer van de ondernemer tegen de klacht is wat de ondernemer betreft toereikend verwoord in de correspondentie gevoerd met de consument, meer in het bijzonder de e-mail namens de ondernemer d.d. 17 oktober jl. Sinds deze correspondentie hebben zich geen nieuwe feiten voorgedaan op grond waarvan de ondernemer het standpunt in deze zaak wenst te wijzigen. Kortheidshalve verwijst de ondernemer daarom naar deze correspondentie:

“Mijn collega [naam] heeft u op 17 juni per e-mail geïnformeerd over het innameprotocol en dat de auto na ontvangst op ons opslagterrein in Barneveld zal worden geschouwd, de inname administratief zal worden afgehandeld en u de eindafrekening zal ontvangen. Daarnaast heeft mijn collega [naam] u op 3 oktober reeds medegedeeld dat de geconstateerde schades en berekende eigen risico’s terecht zijn. Conform de voorwaarden van het Keurmerk Private Lease dient u bij het betwisten van ons innameproces bewijslast te leveren dat de door ons geconstateerde schades niet op uw auto aanwezig waren, zie onderstaand artikel 61 uit bijgevoegde Algemene Voorwaarde Keurmerk Private Lease 1 december 2017:

“61. Hoe wordt de staat van het voertuig bij inlevering vastgesteld?

Bij inlevering van het voertuig beoordeelt een medewerker van de leasemaatschappij of van het bedrijf waar het voertuig ingeleverd moet worden, samen met u of het voertuig beschadigd is, schoon is en of alle bij het voertuig afgeleverde toebehoren, onderdelen en documenten aanwezig zijn. Het resultaat van die beoordeling wordt vastgelegd in een innamerapport. U bent niet verplicht aanwezig te zijn bij die beoordeling, maar als er een verschil van mening ontstaat over de juistheid van het innamerapport, moet u bewijzen dat het rapport onjuist is
Aangezien wij geen bewijslast van u hebben ontvangen blijft ons standpunt dat de geconstateerde schades en berekende eigen risico’s terecht zijn. Derhalve zullen wij de factuur dus ook niet crediteren, gaan wij zonder bewijslast niet verder met u in gesprek over de kwestie. Wel zou u zich kunnen wenden tot de geschillencommissie van het Keurmerk Private Lease, de gegevens en procedure hieromtrent vindt u in bijgevoegde Algemene Voorwaarden Keurmerk Private Lease. De geschillencommissie zal een geschil pas in behandeling nemen nadat u klachtengeld en een bedrag ter hoogte van de door u betwiste factuur in depot bij hen heeft gestort. Daar wij ons gehouden hebben aan de voorwaarden van het Keurmerk Private Lease zien wij de eventuele uitspraak van de geschillencommissie met vertrouwen tegemoet en gaan ervan uit op deze wijze alsnog betaling van de terechte factuur ontvangen. Ik wil u dan ook nogmaals streng aanraden de openstaande facturen gewoon te betalen. Onze afdeling debiteuren-beheer zal bij niet betalen van de openstaande facturen het dossier overdragen aan een incassobureau en de betalingsachterstand registreren bij het BKR. Een gemelde betalingsachterstand blijft minimaal vijf jaar staan en zal consequenties hebben voor uw toekomstige aanvragen van financiële producten als hypotheken, leningen of private lease.”

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op zich verwijst de ondernemer terecht naar de Algemene Voorwaarden Keurmerk Private Lease (hierna: algemene voorwaarden), meer in het bijzonder onderdeel W. van de algemene voorwaarden:
“W. Inlevering van het voertuig en afhandeling van bij inname aan het voertuig geconstateerde schade”
In dat onderdeel is onder andere artikel 59 opgenomen:
“59. Waar moet ik het voertuig inleveren?
U moet tijdig voor het einde van de leaseperiode een afspraak voor de inlevering maken met de leasemaatschappij of haar vertegenwoordiger. De leasemaatschappij bericht u dan waar het voertuig moet worden ingeleverd.”

De consument heeft correspondentie met de ondernemer overgelegd, waaruit blijkt dat partijen een afspraak hebben gemaakt over het inleveren van het voertuig.
De consument heeft op 12 juli 2022 voorgesteld de auto in te leveren op 15 september 2022, bij de dealer in Amsterdam-Noord waar de auto ook is afgegeven. Daarop heeft de ondernemer de volgende dag gereageerd: “Fijn dat je een afspraak hebt kunnen maken bij [naam]. Ik heb de transportopdracht in onze administratie verwerkt en de auto zal 16 september 2022 opgehaald worden.” Daarmee heeft de consument naar het oordeel van de commissie conform artikel 59 tijdig een afspraak gemaakt voor de inlevering en heeft de ondernemer als leasemaatschappij bevestigd waar het voertuig moet worden ingeleverd.

Dan is van belang het door de ondernemer geciteerde artikel uit de algemene voorwaarden:
“61. Hoe wordt de staat van het voertuig bij inlevering vastgesteld?
Bij inlevering van het voertuig beoordeelt een medewerker van de leasemaatschappij of van het bedrijf waar het voertuig ingeleverd moet worden, samen met u of het voertuig beschadigd is, schoon is en of alle bij het voertuig afgeleverde toebehoren, onderdelen en documenten aanwezig zijn. Het resultaat van die beoordeling wordt vastgelegd in een innamerapport. U bent niet verplicht aanwezig te zijn bij die beoordeling, maar als er een verschil van mening ontstaat over de juistheid van het innamerapport, moet u bewijzen dat het rapport onjuist is.”

De consument heeft bij het inleveren van de auto aan de dealer verzocht om samen met de consument het innameprotocol en -proces in acht te nemen. De dealer kon de inspectie en bijbehorende werkzaamheden echter niet uitvoeren. De ondernemer heeft bevestigd dat dit klopt. Volgens de ondernemer had de consument de optie om de auto bij een [naam]-vestiging in te leveren voor een bindende inname en een bindend schouwingsrapport. Dit heeft de ondernemer echter pas achteraf meegedeeld. De ondernemer heeft dit niet meegedeeld bij de maanden daarvoor gemaakte afspraak en bevestiging waar het voertuig moest worden ingeleverd. Dit had wel op de weg van de ondernemer gelegen. Nu komt het voor rekening en risico van de ondernemer dat het niet mogelijk was – zoals artikel 61 van de algemene voorwaarden wél voorschrijft – dat bij inlevering van het voertuig een medewerker van het bedrijf waar het voertuig ingeleverd moet worden samen met de consument beoordeelt of het voertuig beschadigd is, schoon is en of alle bij toebehoren aanwezig zijn.

Bovendien heeft de ondernemer vervolgens – opnieuw – niet conform de algemene voorwaarden gehandeld. De commissie wijst op artikel 64 van de algemene voorwaarden:
“64. Wat als ik het niet eens ben met het oordeel van de leasemaatschappij?
U kunt het niet eens zijn met het oordeel van de leasemaatschappij:
– dat de vastgestelde beschadiging volgens de hiervoor genoemde maatstaven voor uw rekening komen;
– over het bedrag dat volgens de leasemaatschappij voor uw rekening komt.
In die gevallen kunt u binnen een week na de verzending van het bericht van de leasemaatschappij de leasemaatschappij schriftelijk in kennis stellen van uw bezwaar. (…)
Als u wel en tijdig bij de leasemaatschappij bezwaar maakt, dan schakelt de leasemaatschappij een expert in die lid is van het Nederlands instituut voor register experts (NIVRE). (…)”

De consument heeft tijdig bezwaar gemaakt, maar de ondernemer heeft niet gewezen op de mogelijke nadere expertise.

Al met al is de commissie van oordeel dat de ondernemer op verschillende punten niet volgens de algemene voorwaarden heeft gehandeld bij de inlevering en afhandeling bij inname van het voertuig. De ondernemer is ten onrechte niet ingegaan op de klachten dienaangaande van de consument. De commissie verbindt aan een en ander de consequentie, dat de ondernemer de factuur [naam] d.d. 28 september 2022 ten bedrage van € 2.180,– aan de consument moet crediteren. Het door de consument in depot gestorte bedrag moet aan hem worden terugbetaald.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De klacht is gegrond.

De ondernemer moet het bedrag van € 2.180,– aan de consument crediteren.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag van € 2.180,– wordt overgemaakt aan de consument.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Private Lease, bestaande uit de heer mr. J.P.C. van Dam van Isselt, voorzitter, de heer C.J. Bal, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 7 februari 2023.