Ondernemer levert product niet; consument recht op vergoeding

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 229956/235154

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil gaat over de vraag of er een overeenkomst tussen consument en ondernemer is. Consument heeft op de website van ondernemer artikelen besteld. De bestelling is geaccepteerd door ondernemer, maar er werd aangegeven dat de producten niet op voorraad zijn. Consument heeft de artikelen vervolgens rechtstreeks bij de fabrikant gekocht voor een hogere prijs. Consument wil het bedrag dat ze meer heeft betaald bij de fabrikant vergoedt krijgen van ondernemer. De commissie oordeelt dat ondernemer de producten niet had mogen aanbieden, omdat al bekend was dat er niet geleverd kon worden. De ondernemer moet het prijsverschil van de producten vergoeden aan consument. De klacht is gegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2023 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting via een videoverbinding hun standpunt toegelicht.

De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam].

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 31 mei 2023 door de consument bij de ondernemer geplaatste bestelling. De bestelling betrof negen herenslips tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 20,95 per stuk, totaal € 194,50 inclusief bezorgkosten.

Het geschil betreft de vraag of tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen waaruit een verplichting tot leveren voortvloeit.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De bestelling van de consument is door de ondernemer geaccepteerd met de aantekening “Momenteel niet op voorraad. Nu vooraf bestellen indien voorradig.”

De ondernemer heeft, naar de status gevraagd, aan de consument meegedeeld dat het artikel niet meer op voorraad was en ook niet meer op voorraad werd verwacht. Daarom is de bestelling geannuleerd.

De consument heeft om een toelichting gevraagd, omdat het bewuste artikel op dat moment op de website van de ondernemer nog steeds wordt aangeboden voor dezelfde prijs. Ook blijkt het artikel aangeboden te worden op de website van de fabrikant, zodat het voor de ondernemer nog altijd mogelijk is en was om te leveren.

Omdat de ondernemer niet wilde leveren, heeft de consument de bestelling geannuleerd, waarbij hij aanspraak gemaakt heeft op vergoeding van schade, te weten de meerprijs die de consument voor hetzelfde product bij bestelling rechtstreeks bij de fabrikant heeft moeten betalen, in totaal € 63,36.

De ondernemer heeft aangegeven dat het bestelde artikel bij de ondernemer uit de collectie is en ook niet meer wordt bijbesteld.

Volgens de consument is de ondernemer aan de bestelling gebonden en zou deze moeten nakomen. Dat de ondernemer de bestelling onder een voorwaarde heeft aanvaard, doet daaraan niet af, omdat de ondernemer de vervulling van die voorwaarde zelf kon bepalen.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Het was voor de consument niet duidelijk dat sprake was van een uitverkoopaanbieding.

Het artikel staat nog steeds voor dezelfde prijs op de website. Dat is volgens de consument een oneerlijke handelspraktijk.

De consument heeft de gekochte artikelen elders kunnen kopen, maar was daarvoor meer geld kwijt. Het prijsverschil is de schade van de consument.

De consument verlangt vergoeding van € 63,36.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen schriftelijk verweer overgelegd, maar ter zitting mondeling het standpunt meegedeeld. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het is niet bekend wie oorspronkelijk de leverancier van het product is geweest. De ondernemer heeft het artikel nog aangeboden hoewel er geen actuele voorraad meer was. Het was een aanbieding in het kader van uitverkoop, het product ging uit het assortiment. De ervaring leert echter dat regelmatig bestellingen retour komen in het internationale magazijn, waarmee het artikel dan alsnog beperkt leverbaar is.

Als het goed is, is het artikel niet meer vermeld op de website. Als dat wel het geval is, is sprake van een ongelukkig misverstand. Bij controle door de ondernemer ten tijde van de zitting bleek dat het artikel nog werd aangeboden op de website van de ondernemer.

De ondernemer acht zich niet gehouden om alsnog te leveren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft een aanbieding gedaan, waarbij vermeld werd dat een consument kon bestellen voor het moment dat het product weer voorradig zou zijn.

Volgens het bepaalde in artikel 6:193c lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek is een handelspraktijk misleidend als feitelijk onjuiste informatie wordt verstrekt ten aanzien van onder meer beschikbaarheid van het product.

Uit hetgeen de ondernemer heeft aangevoerd, blijkt dat de ondernemer ten tijde van de vermelding op de website geen actuele voorraad meer had en het product ook niet meer zou inkopen. Niet voorzienbaar was of nog enige voorraad beschikbaar zou komen.

Anderzijds was het product nog wel elders verkrijgbaar, de consument heeft het product alsnog elders kunnen kopen.

Naar het oordeel van de commissie had de ondernemer het product niet op deze wijze mogen aanbieden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

De commissie is van oordeel dat het redelijk en billijk is dat de ondernemer aan de consument het prijsverschil tussen de aanbieding van de ondernemer en de uiteindelijk door de consument betaalde prijs vergoed. Daarom dient de ondernemer € 63,36 aan de consument te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 63,36. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. S.L.R. van Nuijs en mr. M.J. Boon, leden, op 6 december 2023.