Ondernemer maakt termijn niet kenbaar waarbinnen de klacht door de consument aan de commissie moet worden voorgelegd; termijnoverschrijding kan de consument niet kwalijk worden genomen.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 55209

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de nota’s van de ondernemer die de consument betwist en die de consument uiteindelijk wel aan het door de ondernemer ingeschakelde incassobureau heeft betaald; volgens de consument heeft zij een bedrag van € 2.484,94 betaald (inclusief buitengerechtelijke kosten en rente).   Standpunt van partijen omtrent de ontvankelijkverklaring   De ondernemer doet een beroep op de niet-ontvankelijkheid van de consument in haar klacht omdat die klacht niet conform artikel 18 lid 2 van de algemene voorwaarden van de ondernemer aan de commissie is voorgelegd. Immers, de klacht is in mei 2009 door de consument aan de ondernemer kenbaar gemaakt en vervolgens heeft de consument het klachtenformulier eerst op 21 februari 2011 bij de commissie ingediend. Volledigheidshalve voegt de ondernemer nog zijn brief aan de consument van 2 juni 2010 toe, waarin de ondernemer voor de laatste maal uitleg heeft gegeven en de consument heeft gewezen op een gang naar de commissie. De ondernemer wenst een separate beslissing ter zake de niet-ontvankelijkheid en de ondernemer behoudt zich het recht voor nader inhoudelijk verweer te voeren.   De consument stelt dat zowel voor en na de periode van de laatste brief van de ondernemer (2 juni 2010) er wel degelijk (telefonisch) contact is geweest met de ondernemer en dat de consument ook persoonlijk aan de balie van de ondernemer is geweest om het geschil op te lossen. De consument heeft haar best gedaan om tot een oplossing te komen en heeft het openstaande bedrag onder protest van gehoudenheid betaald aan de deurwaarder om verdere problemen en afsluiting te voorkomen. De communicatie met de ondernemer verliep stroef en er was en is geen begrip voor haar situatie. De consument is niet op de hoogte van voorwaarden en termijnen om een geschil bij de commissie aanhangig te maken. Eerst bij brief van 2 juni 2010 heeft de ondernemer het adres van de Geschillencommissie genoemd. Thans beroept de ondernemer zich op algemene voorwaarden en termijnoverschrijding. De ondernemer heeft een afdeling juridische zaken die alles tot in de puntjes kan uitzoeken. De consument heeft geen jurist in de arm genomen om die kwestie juridisch voor haar uit te zoeken. De consument heeft nooit eerder te maken gehad met een geschillencommissie en is niet (goed) op de hoogte van voorwaarden en termijnen om een geschil aanhangig te maken bij de geschillencommissie. De consument doet een beroep op de commissie om het geschil inhoudelijk te behandelen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Artikel 18 lid 2 van de toepasselijke algemene voorwaarden van de ondernemer bepaalt dat de consument uiterlijk drie maanden nadat de klacht aan de leverancier (de ondernemer) is voorgelegd, het geschil schriftelijk bij de geschillencommissie aanhangig dient te maken. Artikel 6 van het reglement van de commissie bepaalt dat de commissie de consument op verzoek van de ondernemer in haar klacht niet-ontvankelijk verklaart indien de consument de klacht niet eerst overeenkomstig de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden bij de ondernemer heeft ingediend en vervolgens bij de commissie aanhangig heeft gemaakt waarbij verder in artikel 6 lid 2 is bepaald dat in afwijking van het bepaalde in het 1e lid aanhef en onder a, de commissie kan besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de consument ter zake van de niet-naleving van de voorwaarden naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt treft. Uit het dossier volgt dat er in de periode 2009 tot medio 2010 contacten zijn geweest tussen partijen over de klacht(en) van de consument. Laatstelijk heeft de ondernemer bij brief van 2 juni 2010 jegens de consument gereageerd en daarbij aangegeven dat indien en voor zover de consument een klacht bij de commissie wenst in te dienen zij daar geheel vrij in staat. Vervolgens vermeldt de ondernemer het adres van de geschillencommissie in die brief aan de consument. De commissie is van oordeel dat het de consument niet euvel is te duiden dat zij vervolgens niet binnen de termijn van drie maanden die de algemene voorwaarden voorschrijven (en derhalve uiterlijk begin oktober 2010 in plaats van februari 2011) de klacht aan de commissie heeft voorgelegd. Immers, van de ondernemer had verwacht mogen worden dat hij, indien en voor zover hij de zaak als gesloten beschouwt en de consument verwijst naar de geschillencommissie, daarbij de termijn had genoemd waarbinnen die klacht door de consument aan de commissie had moeten worden voorgelegd. Dat nu heeft de ondernemer nagelaten, terwijl hij dat eenvoudig in de brief had kunnen vermelden. Onder de gegeven omstandigheden meent de commissie dat de consument ter zake de niet-naleving van de drie maanden termijn geen verwijt treft zodat zij wel kan worden ontvangen in haar klacht.   Op grond van het voorgaande is de consument ontvankelijk in haar klacht.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De consument wordt in haar klacht ontvankelijk verklaard.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 23 september 2011.