Commissie: Kinderopvang
Categorie: Communicatie
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
124062
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Consument klaagt erover dat op een bepaalde dag er geen opvang werd aangeboden en over de door de ondernemer gehanteerde wijze van communiceren. De ondernemer geeft in het standpunt aan dat de consument heeft bevestigd gebruik te maken van de internetsite van het ouderportaal. Voor de ondernemer was daarmee de kwestie opgelost. Dat op een bepaalde dag geen opvang is geboden, is duidelijk gecommuniceerd op het ouderportaal en door middel van posters op de opvang. Dit was vanwege verhuizing. De commissie stelt vast dat na het sluiten van de overeenkomst tussen partijen de wijze van communicatie eenzijdig door de ondernemer is aangepast. Uit de e-mail wisseling tussen partijen blijkt niet dat de consument hier niet mee akkoord zou zijn gegaan. Wel overweegt de commissie dat de ondernemer zich star heeft opgesteld door te stellen dat de consument de extra dag van de kerstvakantie, waarop de opvang wegens verhuizing gesloten was, niet tijdig heeft opgenomen. De commissie oordeelt dat de consument deze dag gedurende het gehele kalender jaar nog mag opnemen.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de door de ondernemer gehanteerde communicatiemethode, de communicatie rond een sluitingsdag, het niet kunnen compenseren van een opvangdag en vergoeding van schade.
De consument heeft haar klacht voor het eerst op 20 februari 2019 aan de ondernemer kenbaar gemaakt.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de consument op het volgende neer.
De consument maakt gebruik van buitenschoolse opvang op vrijdag bij de ondernemer voor haar zoon. Op 28 januari 2019 heeft zij verzocht het door haar afgenomen schoolwekenpakket per
1 maart 2019 om te zetten naar een basispakket. De ondernemer heeft hierop laten weten dat het niet mogelijk is om tussentijds een contract te wijzigen; dit had voor 1 december 2018 doorgegeven moeten worden. Per e-mail van 30 januari 2019 is vervolgens aangeboden om het contract toch, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2019 om te zetten, waarbij voor een niet opgenomen vrijdag in de kerstvakantie dan een tegoed aan uren zou ontstaan dat binnen twee maanden opgenomen kon worden. De consument is hiermee akkoord gegaan bij e-mail van 7 februari 2019.
Op 20 februari 2019 heeft de consument telefonisch contact opgenomen met de ondernemer om na te gaan of de opvang op vrijdag 22 februari 2019 de gehele dag open zou zijn. Dit omdat de schoolvakantie die dag al zou starten. Zij kreeg toen tot haar schrik te horen dat de opvang gesloten was in verband met een verhuizing. De consument stelt dat zij niet geïnformeerd is over deze sluitingsdag. De ondernemer heeft via de ouderapp gecommuniceerd, maar zoals de consument diverse keren heeft laten weten, wenst zij niet op deze manier te communiceren. De consument is van mening dat dergelijke belangrijke informatie niet via een app moet worden doorgegeven maar per e-mail, zoals andere belangrijke informatie ook wordt verstrekt. De consument heeft direct bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken. Bij schrijven van
26 februari 2019 heeft zij formeel een klacht ingediend en schadevergoeding geëist. De consument is van mening dat de ondernemer wanprestatie heeft geleverd door geen opvang te verzorgen op 22 februari 2019. Opvang op een andere dag heeft voor haar geen zin omdat zij alleen op vrijdag opvang nodig heeft en dit is al geregeld binnen het pakket dat zij afneemt. Bij schrijven van 7 maart 2019 heeft de ondernemer laten weten dat de verhuisdag gecompenseerd kan worden met opvang op vrijdag 15 maart 2019, een dag waarop de basisschool gesloten is in verband met een staking. De consument heeft hierop laten weten dat zij op vrijdag
15 maart 2019 hoe dan ook recht had op opvang van 14:00 uur tot 18:15 uur omdat het een normale schooldag betreft. Zij heeft verzocht de uren van 8:15 uur tot 14:00 uur op
15 maart 2019 te compenseren met een halve dag van de extra dag die zij nog tegoed had van de kerstvakantie. Daarnaast wenst zij een schadevergoeding voor de dag dat de opvang zonder dat dit vooraf op correcte wijze gemeld was gesloten was op 22 februari 2019. De ondernemer heeft hierop laten weten dat de extra dag van januari 2019 niet meer inzetbaar was aangezien deze binnen twee maanden opgenomen had moeten worden.
De consument beklaagt zich blijkens het vragenformulier van 12 april 2018 waarmee zij haar klacht aanhangig heeft gemaakt bij de commissie over het volgende.
- Het niet nakomen van de overeenkomst op 22 februari 2019;
- Het communiceren via een app of ouderportaal dwingend voorschrijven;
- Het niet of niet juist communiceren dat de opvang op 22 februari 2019 gesloten is;
- Het recht op een extra dag opvang dat is ontstaan op 30 januari 2019 en twee maanden geldig was, niet kunnen uitoefenen op 26 februari 2019. De consument heeft op
20 februari 2019 telefonisch verzocht de extra dag in te zetten op 26 februari 2019 maar dit werd geweigerd; zij diende dit verzoek per app te doen. De consument heeft hierop laten weten geen gebruik te willen maken van de app en het verzoek telefonisch te doen. De ondernemer heeft geen gehoor gegeven aan het compensatieverzoek. Vervolgens weigerde de ondernemer ook om de dag deels te compenseren op 15 maart 2019. Hierdoor is het de consument onmogelijk gemaakt de extra dag te gebruiken.
De consument vordert het volgende:
- Schadevergoeding voor het niet nakomen van de overeenkomst op 22 februari 2019, begroot op € 300,– door gederfde inkomsten van een van de ouders omdat hij de opvang moest verzorgen.
- Schadevergoeding van € 72,– voor het niet nakomen van het verzorgen van de een extra dag opvang binnen twee maanden na 30 januari 2019. De meerkosten voor het contract voor de maanden januari en februari zijn € 72,– terwijl de meerwaarde die daartegenover staat niet verzilverd kon worden.
- Dat alle communicatie voortaan ook via een andere weg dan app of inlogportaal mogelijk wordt gemaakt.
Ter zitting heeft de consument – in hoofdzaak – nog het volgende aangevoerd.
De belangrijkste klacht is dat de opvang op 22 februari 2019 niet geboden werd, terwijl de ondernemer daar contractueel wel toe verplicht was en de consument hier ook voor betaald heeft. Dat de opvang gesloten was is niet op een deugdelijke manier gecommuniceerd. De consument moest daar toevallig achter komen. Doordat zij pas zo laat hoorde dat er geen opvang was kon zij geen alternatief regelen en is haar echtgenoot noodgedwongen thuisgebleven om op hun zoon te passen. De consument is van mening dat de ondernemer gewoon voor opvang zorg diende te dragen, desnoods op een andere locatie.
De consument maakt verder ernstig bezwaar tegen de wijze van communiceren die door de ondernemer wordt gehanteerd. Zij wenst niet via app te communiceren en ook niet via het ouderportaal waarbij zij steeds moet inloggen. Zij vindt dit geen prettige manier van communiceren en vindt het niet fijn dat allerlei zaken bijgehouden kunnen worden en zij inlogcodes moet onthouden. Facturen worden wel per e-mail verstrekt. Het is dus wel degelijk mogelijk om per e-mail te communiceren. De consument begrijpt ook niet waarom zij niet per
e-mail of telefonisch ruildagen of een compensatiedag kan doorgeven en waarom dat alleen per app of ouderportaal zou kunnen. Het is volgens haar pure onwil van de ondernemer om geen uitzondering te willen maken. Bij het aangaan van de overeenkomst in 2017 was er geen sprake van een app. Later ontving de consument een bericht dat de wijze van communiceren zou veranderen. Zij heeft daar toen direct op gereageerd dat zij dit niet wenste en graag per e-mail geïnformeerd wenste te worden en dit verzoek heeft zij daarna nog meerdere keren herhaald. Zij is nooit akkoord gegaan met en heeft ook nooit gezegd dat zij gebruik zou maken van het ouderportaal of de app. Zij heeft in september 2018 slechts een keer ingelogd om te kijken of het werkte.
De consument wijst er voorts op dat het voorbehoud dat nu gemaakt wordt door de ondernemer dat de inzet van de extra dag alleen mogelijk is als de leidster/kind ratio dat toelaat, niet genoemd is toen het pakket is gewijzigd. Zij is van mening dat zij recht heeft op deze extra dag en dat haar zoon hoe dan ook moet kunnen komen op een andere dag, desnoods moet de ondernemer dan maar een extra kracht inzetten.
De posters waarop de sluiting aangekondigd werd heeft de consument nooit gezien en toen zij onlangs inlogde op het ouderportaal om het bericht van 18 december 2018 te bekijken dat volgens de ondernemer zou zijn geplaats, kon zij dat nergens vinden. Bewijs dat de sluitingsdag vooraf gecommuniceerd is, kan volgens haar dan ook niet geleverd worden.
In reactie op het aanbod van de ondernemer ter zitting inzake compensatie van de dag in de kerstvakantie heeft de consument laten weten dat zij de compensatie voor de extra dag alleen zal aanvragen via app of ouderportaal als de commissie bepaalt dat dit de geëigende wijze is.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de ondernemer op het volgende neer.
De consument wil geen gebruik maken van de communicatiemiddelen van de ondernemer, waardoor er in de afstemming van de opvang/ruilen/sluitingsdagen etc. onduidelijkheid ontstaat.
De ondernemer stelt zich op het standpunt dat hij ouders de werkwijze uitlegt en daarover informeert en ouders conform de richtlijnen van de ondernemer gebruik dienen te maken van de communicatiemiddelen die de ondernemer biedt.
Op 25 september 2018 en 7 maart 2019 is er e-mailcontact geweest met de consument. Daarin is verwezen naar de mogelijkheid om gebruik te maken van de internetsite van het ouderportaal, die dezelfde mogelijkheden biedt als de app. De consument heeft op 25 september 2018 bevestigd dat zij daar gebruik van zal gaan maken. Voor de ondernemer was daarmee de kwestie opgelost en is verder niet gemerkt dat er bij de consument weerstand bestond tegen het gebruik van deze mogelijkheid.
De ondernemer stelt dat hij geen uitzondering kan maken voor de consument omdat hij vreest voor miscommunicatie. De ondernemer wijst erop dat hij zich niet onderscheidt van andere kinderopvang organisaties door te communiceren via een ouderportaal.
De ondernemer beroept zich op artikel 14 lid 4 van de Algemene voorwaarden. Uit hoofde van dat artikel dient de consument zich te onthouden van gedragingen waarmee zij de overeenkomst met de ondernemer verzwaart. Volgens de ondernemer voldoet de consument hier niet aan door te weigeren gebruik te maken van de wijze van communiceren die de ondernemer biedt. Bovendien is deze wijze van communiceren in het belang van beide partijen.
De ondernemer verwijst voor wat betreft de communicatie naar een eerdere uitspraak van de commissie, waarin deze bepaalde dat geen norm geschonden was door een ouder te informeren via een ouderportaal. Volgens de ondernemer is dit ook op de onderhavige casus van toepassing.
De ondernemer wijst de door de consument gevorderde schadevergoeding van de hand, nu de ondernemer naar zijn mening niet aansprakelijk is voor de gestelde schade. Van wanprestatie of een tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst is geen sprake. Voor zover er al schade is geleden door de consument en haar echtgenoot, hetgeen door de ondernemer wordt betwist, dan dient deze voor hen te blijven.
Ter zitting is namens de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
In 2018 is het ouderportaal en de ouderapp ingevoerd als nieuw communicatiemiddel waarmee informatie van de ondernemer onder de aandacht van de ouders kan worden gebracht en ouders zelf ruildagen kunnen aanvragen of hun kind kunnen aan- of afmelden. Het is een systeem van deze tijd. De informatie die voorheen in schriftjes werd bijgehouden is nu digitaal in te zien. Het ouderportaal is te gebruiken via de computer, waarbij men voor ieder bezoek dient in te loggen. Er kan ook een app worden geïnstalleerd op de telefoon, waarbij het niet nodig is om steeds in te loggen om de informatie op het ouderportaal in te zien.
Ouders krijgen via e-mail een melding als een nieuw bericht is geplaatst op het ouderportaal. De ondernemer benadert hen dus actief. Berichten blijven, afhankelijk van de inhoud, een bepaalde periode op het portaal zichtbaar. Nadat deze termijn verlopen is, behoudt de ondernemer de historie.
Mondelinge verzoeken om dagen te ruilen of om een extra dag te compenseren zijn foutgevoelig en juist daarom ook is ervoor gekozen om dergelijke verzoeken via het ouderportaal/de app te laten lopen. Er kan dan direct in het systeem erachter nagegaan worden of voldaan kan worden aan het verzoek.
Het systeem ontzorgt de pedagogisch medewerkers die zich hierdoor niet met allerlei administratieve zaken bezig behoeven te houden maar met dát waar ze goed in zijn.
Het bericht dat de opvang wegens een verhuizing op 22 februari gesloten zou zijn is op
13 december 2018 op het ouderportaal geplaatst. Alle ouders hebben diezelfde dag een notificatie per email ontvangen dat dit bericht beschikbaar was. Het bericht is nu niet meer zichtbaar op het portaal omdat de plaatsingstermijn al enige tijd is verlopen. Naast dit bericht is de sluiting op verschillende andere manieren gecommuniceerd. Zo hebben er enkele weken posters op de opvang gehangen en is het besproken met de kinderen op de opvang en ook op school. Het betrof namelijk niet zomaar een kleine verhuizing maar een gezamenlijke verhuizing van school en opvang. De ondernemer heeft gehandeld volgens de richtlijnen en heeft de sluitingsdag in verband met een uitzonderlijke situatie besproken met de oudercommissie die akkoord is gegaan met de sluiting. Daarnaast is de ondernemer alle ouders tegemoetgekomen door aan te bieden dat de dag gecompenseerd kon worden op een dag dat gestaakt werd in het onderwijs, 15 maart 2019. De ondernemer heeft van geen enkele andere ouder gehoord dat er sprake was van onduidelijkheid wat betreft de communicatie of bezwaren vernomen tegen de sluiting op 22 februari 2019.
De ondernemer zegt toe dat de extra dag uit de kerstvakantie alsnog door de consument kan worden opgenomen op een ander moment, gedurende geheel 2019. Voorwaarde is wel dat er, gelet op de leidster/kind ratio, plaats op de opvang is. De ondernemer zal ervoor zorgen dat de uren als tegoed worden genoteerd in het ouderportaal. Het tegoed kan via het ouderportaal worden opgenomen als vakantiedag, ook mag het tegoed worden opgenomen in twee dagdelen.
De ondernemer kan niet zonder meer toezeggen dat de extra dag gecompenseerd kan worden omdat rekening gehouden dient te worden met de kwaliteitseisen, zoals de leidster/kind ratio.
Gelet op de doelgroep waar de ondernemer mee te maken heeft, is bij de invoering van het systeem niet overwogen om een overgangsperiode aan te houden voor ouders die geen gebruik van het systeem kunnen of willen maken. Dat is ook niet nodig gebleken want op de consument na, heeft geen enkele andere ouder aangegeven het nieuwe systeem bezwaarlijk te vinden. Een uitzondering maken voor de consument door haar alle informatie apart per e-mail te zenden, acht de ondernemer niet wenselijk. Het gaat niet om een korte periode maar om mogelijk zeven jaar. De kans dat dit op enig moment tot fouten zal leiden is groot, zeker bij personeelswisselingen die in die periode kunnen plaatsvinden. Juist om fouten te voorkomen is het volgens de ondernemer goed om zo rechtlijnig mogelijk te zijn wat betreft de wijze waarop gecommuniceerd wordt.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
Wat betreft de klacht inzake de wijze van communiceren overweegt de commissie het volgende.
De commissie stelt vast dat in 2018, ná het aangaan van de overeenkomst met de consument voor buitenschoolse opvang van haar zoon, de ondernemer de wijze van communiceren eenzijdig heeft aangepast. De consument stelt dat zij hiertegen direct bij invoering bezwaar heeft gemaakt. Uit de overgelegde stukken en hetgeen partijen ter zitting nog hebben aangevoerd kan de commissie dit evenwel niet vaststellen. De consument heeft zelf erkend dat zij haar bezwaar destijds naar een no-reply adres heeft gezonden, zodat de ondernemer daar geen kennis van heeft kunnen nemen. Uit een e-mailwisseling op 24 en 25 september 2018 blijkt voorts wel dat de consument niet enthousiast is over de noodzaak van het installeren van de app, maar de indruk wekt zich daarbij neer te leggen: “Omdat ik geen belang heb bij een stroef verlopende communicatie, zal ik een volgende keer overwegen om de app te installeren. Bovenstaande wil ik er dan wel over gezegd hebben”. Als zij vervolgens door de ondernemer gewezen wordt op de mogelijkheid ook zonder app gebruik te kunnen maken van het ouderportaal lijkt zij zich daarin te kunnen vinden: “Prima, dan doe ik dat…..”. Naar het oordeel van de commissie mocht de ondernemer er destijds op basis van deze uitingen vanuit gaan dat de consument akkoord ging met de nieuwe wijze van communiceren.
De commissie overweegt voorts dat het hier naar haar oordeel niet om een onredelijke wijze van communiceren gaat, die zowel de ondernemer als de ouders belangrijke voordelen biedt. De commissie vindt het daarbij belangrijk dat door de ondernemer actief melding per e-mail wordt gedaan als een nieuw bericht wordt geplaatst. Ouders zijn dus niet genoodzaakt om zelf frequent het portaal te raadplegen om te voorkomen dat zij nieuwe informatie missen. Het gaat daarbij, zoals de consument zelf desgevraagd ter zitting heeft aangegeven, om circa twee meldingen per week, zodat niet gesteld kan worden dat sprake is van een onevenredige belasting voor ouders. Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de commissie, zelfs als vastgesteld zou kunnen worden dat de consument wél tijdig bezwaar had gemaakt tegen de eenzijdige wijziging, in redelijkheid niet van de ondernemer worden verwacht dat hij voor een enkele ouder een uitzondering maakt door alle communicatie voortaan ook via een andere weg dan app of inlogportaal mogelijk te maken, zoals door de consument wordt geëist. Dit klachtonderdeel faalt derhalve.
Wat betreft de klacht dat de ondernemer incorrect heeft gehandeld door geen opvang te bieden op 22 februari 2019 en de consument niet tijdig en correct heeft geïnformeerd over deze sluitingsdag overweegt de commissie het volgende. Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer voldoende aannemelijk gemaakt dat het hier een uitzonderlijke situatie betrof die slechts sporadisch zal voorkomen. De ondernemer heeft de sluiting van de opvang wegens een verhuizing voorgelegd aan de oudercommissie. Hieruit blijkt naar het oordeel van de commissie zorgvuldig handelen door de ondernemer. Niet gebleken is dat de ondernemer in deze uitzonderlijke situatie niet gerechtigd was de opvang te sluiten. De commissie overweegt daarbij dat de ondernemer voorts naar haar oordeel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de ouders, waaronder de consument tijdig, namelijk op 13 december 2018, zijn geïnformeerd over de sluitingsdag. Uit de stukken, waaronder een door de ondernemer ter zitting overgelegd bericht van de helpdesk van het digitale systeem, blijkt dat de consument op 13 december 2018 een notificatie per e-mail heeft ontvangen dat er een nieuw bericht was geplaats op het ouderportaal. Dat de consument om haar moverende redenen geen kennis heeft genomen van dit bericht waarin wordt gemeld dat de opvang op 22 februari 2019 gesloten zal zijn wegens een verhuizing, kan de ondernemer niet verweten worden. Daarnaast heeft de ondernemer naar het oordeel van de commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat de sluitingsdag ook tijdig op andere manieren is gecommuniceerd, waaronder middels flyers op de opvang.
De compensatie die de ondernemer heeft geboden door opvang aan te bieden van 8-18:15 op de stakingsdag 15 maart 2019, acht de commissie redelijk. In zijn e-mail van 12 maart 2019 heeft de ondernemer daarnaast reeds toegezegd dat de consument de uren van 14-18:15 uur die zij op basis van haar contract al afnam, tegoed hield en op een ander moment gedurende het kalenderjaar mocht inzetten, mits de bezetting dat toeliet. Daarmee is de ondernemer naar het oordeel van de commissie in voldoende mate tegemoet gekomen aan de consument.
Gezien het voorgaande is naar het oordeel van de commissie dit klachtonderdeel ongegrond.
Wat betreft de klacht dat de ondernemer het de consument onmogelijk heeft gemaakt om de extra dag van de kerstvakantie op te nemen overweegt de commissie het volgende. Beide partijen hebben zich naar haar oordeel op dit punt te star opgesteld. De ondernemer door te stellen dat het tegoed niet tijdig is besteed. Dit terwijl redelijkerwijs uitgegaan moest worden van een termijn waarbinnen het tegoed opgenomen diende te worden van twee maanden na 30 januari 2019. De consument door geen gebruik te willen maken van het ouderportaal voor het aanvragen van de compensatiedag op 26 februari 2019. Wat daar ook van zij, ter zitting heeft de ondernemer aangeboden dat de consument alsnog het tegoed mag besteden gedurende het gehele kalenderjaar. De commissie zal bepalen dat de ondernemer gehouden is dit aanbod gestand te doen, nu zij dit een redelijke oplossing acht voor het geschil op dit punt. De commissie acht de voorwaarde die de ondernemer heeft gesteld, namelijk dat de consument bij de aanvraag gebruik maakt van het ouderportaal of de app, alleszins redelijk. Zo ook het voorbehoud ten aanzien van de beschikbaarheid, gelet op de noodzaak dat voldaan wordt aan de leidster/kind ratio. Gezien het voorgaande is dit klachtonderdeel naar het oordeel van de commissie deels gegrond. Gelet hierop zal de commissie tevens bepalen dat de ondernemer het klachtengeld dat de consument voldaan heeft bij het aanhangig maken van het geschil aan haar dient te vergoeden.
De commissie wijst de door de consument gevorderde schadevergoeding in verband met gederfde inkomsten af, nu deze kosten gelet op hetgeen hiervoor is overwogen naar haar oordeel niet het gevolg zijn van onjuist handelen van de ondernemer.
De door de consument gevorderde vergoeding van schade als gevolg van het niet kunnen compenseren van de extra dag in de kerstvakantie kan onbesproken blijven, nu deze schade niet meer aan de orde is gelet op het aanbod dat de ondernemer ter zitting heeft gedaan.
Voor zover door partijen aangevoerde argumenten c.q. klachten niet zijn besproken, kan daarvan worden afgezien, omdat deze niet tot een andere beslissing kunnen leiden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht van de consument is deels gegrond.
De ondernemer dient zijn aanbod zoals ter zitting gedaan inzake de compensatie van een niet gebruikte dag in de kerstvakantie gestand te doen.
Het door de consument gevorderde wordt afgewezen.
De ondernemer dient conform het Reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden inzake klachtengeld.
Aldus beslist op 13 juni 2019 door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. drs. E.I.P. Weijnen, voorzitter, de heer drs. T. Blom en de heer drs. H. Grachten, leden, waarbij mevrouw mr. C.E. Segeren-Weber als secretaris fungeerde.