
Commissie: Voertuigen
Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
5905/19881
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt over de gebreken die zich na de aanschaf bij de auto hebben voorgedaan. Bij een andere garage is hem verteld dat de auto in het verleden schade heeft geleden waarvan de herstelkosten €22.000,– bedroegen. Hierover heeft de ondernemer bij de aankoop niets gezegd tegen de consument. De consument stelt dat hij de auto niet gekocht zou hebben als hij dit had geweten en wenst vernietiging van de koopovereenkomst. De ondernemer geeft aan dat hij niets wist van de geleden schade. Daarnaast wijst hij erop dat de consument geen bewijs heeft overlegd dat de auto ten tijde van de koop niet goed reed. De commissie komt naar aanleiding van het deskundigenrapport tot het oordeel dat de ondernemer op de hoogte had moeten zijn van de schadehistorie van de auto. De commissie oordeelt dat het aannemelijk is dat de consument dat de auto niet gekocht had als hij had geweten dat de auto zware schade heeft gehad. De koopovereenkomst wordt dan ook vernietigd.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 16 augustus 2018 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een Ford Kuga tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 26.250,–.
De levering vond plaats op of omstreeks 16 augustus 2018.
De consument heeft op 3 december 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Vorig jaar augustus heb ik een Ford Kuga bij de ondernemer gekocht. Nadat zich enkele gebreken hebben geopenbaard die de ondernemer heeft geprobeerd te repareren, besloot ik in mei 2019 tot vervanging van de auto over te gaan. Bij andere garages kreeg ik toen te horen dat mijn auto in het verleden een schade heeft gehad waarvan de herstelkosten € 22.000,– bedroegen. Mijns inziens was de garage verplicht te melden dat de auto een flinke schade had gehad. Ik had hem dan niet gekocht.
De consument verlangt vernietiging van de koopovereenkomst.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 18 augustus 2018 heeft de consument bij de ondernemer een tweedehands Ford Kuga gekocht voor een bedrag van € 26.250,–, met daarbij overeengekomen een inruil van een Toyota Verso voor een bedrag van € 8.250,–, zodat er een door de consument te betalen bedrag overbleef van € 18.000,–.
De consument heeft de auto drie keer voordat hij de auto aanschafte gezien. De eerste keer heeft hij de auto alleen bekeken, de tweede keer kwam de consument met zijn vrouw en de derde keer heeft hij uitgebreid in de auto gereden. De ondernemer ontkent dat de consument enkele weken na aanschaf bij haar is gekomen omdat de Ford niet prettig reed en zelfs soms vreemd deed. De ondernemer erkent wel dat de consument zo’n twee maanden na aanschaf langs is geweest en aangaf dat hij graag wilde weten wat hij zou moeten bijleggen voor de Toyota Verso die de ondernemer op dat moment te koop had staan. De consument gaf aan dat de Toyota Verso toch meer zijn soort auto was. Er is niet gesproken over dat de Ford Kuga vreemd reed. Hetgeen de consument zou moeten bijleggen zou teveel zijn, volgens de consument.
In januari 2019 heeft de ondernemer inderdaad klachten (trillen/schudden tijdens het rijden) verholpen aan de Ford Kuga door het vervangen van de aandrijfas. Een monteur van de ondernemer is 2 uur met de auto en de consument gaan rijden waarna bleek dat de auto goed reed.
In maart 2019 is de consument weer met dezelfde soort klachten bij de ondernemer langsgekomen en heeft de ondernemer de auto één week bij haar in de garage gehad. De ondernemer heeft toen de andere aandrijfas vervangen. De consument kreeg een leenauto mee. Een monteur van de ondernemer is wederom met de consument enkele uren gaan rijden. Na deze week was de klacht van de consument verholpen. In de tussentijd heeft de auto (m.n. het dak) hagelschade opgelopen.
Dat de consument het in mei 2019 beu was, is de ondernemer niet bekend. En ook niet dat hij vanaf dat moment op zoek is gegaan naar een andere auto. De ondernemer ging er van uit dat alle klachten verholpen waren.
De consument stelt dat andere garagebedrijven een laag inruilbedrag aan de consument aanbieden vanwege het schadeverleden van het voertuig. De consument heeft hiervan geen enkel bewijs overgelegd.
Op of rond 30 juli 2019 heeft de consument de overeenkomst vernietigd op grond van dwaling, omdat de ondernemer de consument bij aanschaf van de auto niet zou hebben geïnformeerd dat de auto (flinke) schade heeft gehad. De consument stelt dat als hij dit had geweten, hij de auto niet had gekocht van de ondernemer. Bij aanschaf van de auto heeft de consument echter geen enkele vraag gesteld over de schadehistorie van de auto dan wel gevraagd of de auto schadevrij was. Ook heeft hij geen onderzoek verricht naar de auto. De ondernemer is derhalve van mening dat zij niet had moeten begrijpen dat dit essentiële informatie was voor de consument en als de consument dit wél bij aanschaf had geweten hij de auto niet zou hebben gekocht.
Bij de ondernemer was alleen bekend dat er wat kleurverschil zat in het portier (linksvoor als de ondernemer het zich goed herinnert). Dit betekent voor de ondernemer niet dat er hier sprake is van een grote of ernstige schadeauto.
De consument heeft geen enkel bewijs overgelegd dat de auto ten tijde van de koop in augustus 2018 niet goed reed en niet geschikt was voor normaal gebruik. De ondernemer stelt dat de schade aan de auto was gerepareerd, dat de auto voldeed aan de eisen die door de RDW worden gesteld en ook APK was goedgekeurd. De ondernemer stelt dan ook dat de consument veilig aan het verkeer kon deelnemen en dat de auto geen ernstige gebreken had. De consument heeft de auto voor een courant bedrag van de ondernemer gekocht.
Ingevolge art. 6:228 lid 1 aanhef en onder b BW is een overeenkomst vernietigbaar als deze tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet (of niet op dezelfde voorwaarden) zou zijn gesloten en de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten.
Uit de stellingen van de consument blijkt dat hij al enkele weken na aanschaf van de auto gevraagd heeft om de auto in te ruilen aangezien hij de auto niet prettig vond rijden. In mei 2019 is de consument op zoek gegaan naar een andere auto en toen vernam hij dat de Ford Kuga een auto met eerdere schade betrof waarbij deze (deels) was overgespoten.
De consument heeft bij aanschaf niet geïnformeerd naar de (schade)historie van de auto. De consument heeft ook niet aangetoond dat de klachten die hij eerder constateerde (het niet lekker rijden, trillen/schudden van de auto) iets te maken zouden hebben met de eerdere schade aan de auto.
De ondernemer betwist van de schadehistorie van de auto te hebben geweten en dit te hebben kunnen weten.
Indien de commissie van mening is dat de koopovereenkomst op goede gronden wegens dwaling buitengerechtelijk vernietigd is door de consument, dan stelt de ondernemer zich op het standpunt dat de restitutie van de koopprijs moet worden verminderd met een bedrag aan afschrijving. De ondernemer weet niet hoeveel kilometer de consument in de tussentijd met de auto heeft afgelegd, maar de commissie dient hier wel rekening mee te houden. De consument kan de auto namelijk niet meer in de staat teruggeven waarin de auto zich op het moment van de koop bevond. De consument schiet derhalve tekort in de nakoming van haar verbintenis tot teruggave of ongedaan making (art. 6:74 BW).
Conclusie
De ondernemer stelt dat haar bij de aanschaf van de auto geen enkele vraag over een schadehistorie is gesteld door de consument. De ondernemer stelt dat de auto bij aflevering goed reed en geschikt was voor normaal gebruik. De klachten die de consument had over de auto heeft de ondernemer netjes verholpen. Tevens stelt de ondernemer nadrukkelijk dat het niet mogelijk is voor haar om de historie van auto’s te bekijken of in te zien. De consument heeft geen overtuigend bewijs van zijn stellingen overgelegd. Om deze redenen is de ondernemer van mening dat de vordering van de consument dient te worden afgewezen.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Nadere beschrijving van het voertuig
Het betreft een personenauto voorzien van een vier cilinder turbo benzinemotor gekoppeld aan een handgeschakelde zes versnellingsbak. Het voertuig verkeert gelet op de leeftijd, gepresteerde kilometers en aanwezige hagelschade, in redelijke staat. Door mij zijn deuken in de motorkap en het dak vastgesteld welke duidden op een hagelschade. Verder blijken er gebruikersbeschadigingen aanwezig, zoals een kras op het linker voorscherm en een deuk in het linker voorportier.
Uit aangeleverde opdrachtinformatie en gesprek met de consument heb ik een 2-tal klachten opgemaakt:
1. Het voertuig heeft schade gehad wat niet is vermeld bij de aanschaf;
2. Er is een trilling aanwezig bij het rustig accelereren.
Vaktechnisch oordeel
Klacht 1:
In eerste oogopslag betreft het een voertuig, buiten de hagelschade, in goede staat.
Uit een wat kritischere inspectie kan men vaststellen dat er “schade” herstelwerkzaamheden aan de voorzijde en linkerzijde van het voertuig zijn verricht. Wij constateerden dat de bevestigingsbouten van de portierscharnieren zijn beschadigd, er stofdeeltjes en lakfouten in de lak aanwezig waren van de voorbumper en de linker carrosseriedelen. De lak van de bevestigingsbouten van de portierscharnieren raakt beschadigd zodra de bouten worden gedemonteerd en gemonteerd.
Ik heb de lakdikte van de diverse carrosseriedelen gemeten, waaruit duidelijk werd dat de linkerzijde, de motorkap en het dak zijn overgespoten, de lakdikte is van de betreffende carrosserie delen beduidend dikker dan af-fabriek. Lakdiktes zijn gemeten van meer dan 237 Um aan de linkerzijde, de motorkap en het dak. Na administratief onderzoek te hebben verricht is duidelijk geworden dat het voertuig op 31 augustus 2016 bij een tellerstand van 3.990 kilometer beschadigd is geraakt aan de voorzijde en linkerzijde waarbij tevens de wielophanging beschadigd is geraakt en de airbags zijn geactiveerd. Er was op dat moment sprake van economisch totaalverlies. De herstelkosten van het voertuig zijn destijds begroot op € 26.665,04.
Klacht 2:
Voor het waarnemen van de trilling is er door mij een proefrit gemaakt met het voertuig van in totaal 8 kilometer. De trilling was duidelijk waarneembaar. Bij het rustig accelereren trilt/ schudt de voorzijde van het voertuig. Een dergelijke trilling wordt veelal veroorzaakt door een oneenparigheid in de aandrijflijn zoals een defecte aandrijfas en/of homokineet. Verder constateerden wij dat het voertuig naar links afwijkt.
Vervolgens heb ik het voertuig op de hefbrug geïnspecteerd, waaruit ik visueel geen afwijkingen en/of beschadigingen heb vastgesteld. Wel blijken de homokineethoezen van de linker aandrijfas niet langer voorzien van de originele klemmen.
Herstel
Herstel is technisch mogelijk. Nader onderzoek aan de wielophanging evenals aan de aandrijflijn is vereist om de oorzaak van de trilling en het naar links afwijken van het voertuig te herleiden. In het huidige stadium is de herstelwijze en zijn de herstelkosten niet te bepalen.
Zowel de kras als de deuk heb ik als “voorkomende” gebruikersschade beoordeeld. Inzake de herstelkosten wil ik opmerken dat deze sterk afhankelijk zijn van de herstelwijze en gekozen reparateur. Indien zowel de kras als de deuk gelijktijdig worden hersteld is er sprake van combinatiewerkzaamheden. Ik schat de herstelkosten voor het herstellen van de deuk in het linker voorportier op een totaalbedrag van € 700,– inclusief BTW. Dit is inclusief een deklaag spuiten van het linker voorscherm. Indien men gelijktijdig de kras wil herstellen schatten wij de kosten € 125,– inclusief BTW hoger in.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In deze zaak staat de vraag centraal of de consument op goede gronden vernietiging van de koopovereenkomst die hij op 18 augustus 2018 met de ondernemer heeft gesloten verlangd.
In artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, vernietigbaar is indien (1) de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten; (2) indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten; (3) de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.
Van een professionele autoverkoper zoals de ondernemer mag professionele toewijding worden verwacht, zoals is omschreven in artikel 6:193a, lid 1 onder f BW. Uit artikel 6:193c BW vloeit voort dat een handelaar zoals de ondernemer juiste informatie dient te verstrekken aan een consument. Of een auto al dan niet een schadeverleden heeft, hoort in beginsel tot de feiten die een verkoper zoals de ondernemer bij verkoop aan een koper moet meedelen, ook al heeft de koper daar niet expliciet navraag naar gedaan. Een schadeverleden kan van relevante (en wellicht zelfs doorslaggevende) betekenis zijn bij de onderhandelingen over de aankoop van een occasion, zeker wanneer het een grotere schade is geweest. Door geen mededeling te doen over de omstandigheid dat de aangeboden auto na een schade was hersteld, onthoudt de verkoper de belangstellende koper de mogelijkheid om vanwege het schadeverleden af te zien van aankoop of zelf een (nader) onderzoek te verrichten naar de staat van de aangeboden auto en eventueel daarmee samenhangende risico’s. Op dit punt kan mogelijk anders geoordeeld worden wanneer het slechts een geringe schade betreft, maar in het onderhavige geval is achteraf gebleken dat bij een kilometerstand van 3.990 km sprake is geweest van een zodanige beschadiging dat er op dat moment sprake was van economisch totaalverlies. Of de ondernemer dit wist of behoorde te weten op een moment van verkoop, laat de commissie in het midden. De ondernemer heeft wel erkend dat hij op het moment van de totstandkoming van de koopovereenkomst met de consument op de hoogte was van kleurverschil tussen het portier en de rest van de auto die hij verkocht. De professionele toewijding die van een verkoper van gebruikte auto’s, zoals de ondernemer, wordt vereist, houdt mede in dat deze verkoper/handelaar zich vergewist van de staat waarin een door hem in de verkoop gebrachte auto zich bevindt. Daarbij hoort naar het oordeel van de commissie ook dat de verkoper/handelaar zich vergewist van het schade- en onderhoudsverleden, zeker indien hij een kleurverschil bemerkt dat duidt op een schadeverleden. De commissie maakt uit het rapport van de door haar ingeschakelde deskundige op dat de ondernemer in ieder geval door middel van een lakdiktemeting zelf had kunnen ontdekken dat de linkerzijde, de motorkap en het dak van de auto die hij verkocht zijn overgespoten. De ondernemer stelt dat het voor haar niet mogelijk is de schadehistorie van auto’s te bekijken of in te zien. In het licht van voornoemde omstandigheid dat het voor een handelaar met enige professionele toewijding vrij eenvoudig was om meer te weten te komen over de omvang van het schadeverleden van de auto van de consument, kan de ondernemer de consument niet tegenwerpen dat hij zelf ook niet op de hoogte was van het schadeverleden. De ondernemer had over die wetenschap behoren te beschikken. De stelling van de ondernemer dat de consument zelf geen onderzoek heeft verricht naar de staat van de auto, gaat uit van een visie op verantwoordelijkheidsverdeling tussen handelaar en consument die geen steun vindt in wet- of regelgeving. Dat de consument de koopovereenkomst ook (onder dezelfde voorwaarden) had gesloten als hij had geweten dat de auto meer dan alleen lichte schade heeft gehad, acht de commissie niet aannemelijk.
Dit alles brengt de commissie tot de slotsom dat de consument op goede gronden vernietiging van de koopovereenkomst verlangt. De ondernemer had in ieder geval op grote lijnen van het omvangrijke schade verleden op de hoogte kunnen en moeten zijn en de consument bij verkoop over dat schadeverleden moeten informeren.
In geval van vernietiging van een koopovereenkomst ter zake een auto dient de koper de auto met alle daartoe behorende papieren en accessoires in goede staat terug te leveren aan de verkoper, waarna deze de consument voor de auto vrijwaart. De verkoper is in beginsel gehouden de koopprijs bij de ontvangst van de auto aan de koper terug te betalen. In het onderhavige geval is gebleken dat na het moment van levering van de auto door de ondernemer aan de consument er deuken in de motorkap en het dak van de auto zijn ontstaan, evenals een kras op het linker voorscherm en een deuk in het linker voorportier. Aangezien de consument gehouden is de auto in goede staat terug te leveren, behoeft de ondernemer dit niet te verwachten. Naar de commissie begrijpt begroot de door de commissie ingeschakelde deskundige de herstelkosten van deze schade op een bedrag van € 825,–, hetgeen niet door partijen is weersproken. De commissie zal daarom bepalen dat de ondernemer niet gehouden is de gehele koopsom aan de consument terug te betalen. Het voornoemde bedrag van € 825,– zal op de terug te betalen koopsom in mindering worden gebracht.
De commissie merkt voorts nog het volgende op. Uit de bij de dossierstukken aanwezige factuur maakt de commissie op dat de auto op het moment dat deze aan de consument werd geleverd een kilometerstand had van 13.333 km. Uit het rapport van de door de commissie ingeschakelde deskundige blijkt dat de auto op het moment dat het onderzoek plaatsvond een kilometerstand had van 62.467 km. De consument heeft derhalve inmiddels in ieder geval om en nabij 50.000 km met de auto gereden. In het licht van deze omstandigheid is de commissie van oordeel dat de consument ongerechtvaardigd zou worden verrijkt ten koste van de ondernemer, indien de consument met een geslaagd beroep op vernietiging de koopprijs terug zou krijgen zonder een vergoeding te betalen voor het gebruik van de auto, ook al wordt er al € 825,– in mindering gebracht op de koopprijs omwille van bovengenoemde reden. De commissie acht het gelet op het aantal kilometers dat de auto door de consument is gebruikt redelijk een gebruiksvergoeding ten bedrage van € 5.000,– in mindering te brengen op de koopprijs die de consument terug ontvangt bij vernietiging van de koopovereenkomst, dit bovenop de reeds genoemde bedrag van € 825,–.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De overeenkomst d.d. 18 augustus 2018 wordt vernietigd verklaard. Dit betekent dat de consument de auto met alle daartoe behorende papieren en accessoires in goede staat terug levert aan de ondernemer, waarna deze de consument voor de auto vrijwaart. De ondernemer betaalt bij de ontvangst van de auto een bedrag van (€ 26.250,– min € 5.825,– =) € 20.425,– aan de consument.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers, voorzitter, de heer A.M. Velberg, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, leden, op 26 augustus 2020.