Commissie: Energie
Categorie: Factuur
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
157250/166750
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument klaagt over een gecorrigeerde factuur en in het bijzonder over de meterstanden, die volgens consument niet juist zijn. De ondernemer schetst de situatie en geeft aan dat de meterstanden geschat zijn. De commissie gaat niet mee in de uitleg van de ondernemer. De commissie oordeelt dat de ondernemer een nieuwe factuur moet opstellen, met een meer afdoende gemotiveerde schatting van het verbruik. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de factuur van 26 oktober 2021.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is het niet eens met het op de gecorrigeerde factuur van 26 oktober 2021 in rekening gebracht verbruik voor de het pand [adres] te [stad] over de periode van 1 juli 2020 tot 1 juli 2021 met een bij te betalen bedrag van € 3.164,30. Met verwijzing naar de reeds bij de ondernemer ingediende klacht en foto’s van meterstanden stelt de consument dat de ondernemer die factuur deels heeft gebaseerd op verkeerde meterstanden. Zo gebruikt de ondernemer voor het normale telwerk elektriciteit als beginstand per 1 juli 2020 dezelfde meterstand van 96.511 die een eerdere bewoner met een ander contract op 27 september 2019 heeft doorgegeven. De ondernemer heeft die ten onrechte als startpunt genomen voor het verbruik. Dit valt daarom hoger uit dan het feitelijke gebruik. Verder kloppen de meterstanden elektriciteit op de factuur niet met de standen die we hebben doorgegeven middels foto’s op 1 september 2021. Verder kan de consument de gehanteerde meterstanden niet rijmen met de eerdere factuur van 20 augustus 2020 over de periode van 27 september 2019 tot 1 juli 2020.
De ondernemer heeft verder aangegeven dat we bij waren met betalen en heeft daarom ten onrechte incassokosten in rekening gebracht. De ondernemer heeft niet kunnen aantonen dat de hoogte van de factuur juist is, we willen een verifieerbare berekening van de hoogte van de hoofdsom. Na een correctie willen we ook een terugbetaling van de gemaakte incassokosten.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Voor het studentenhuis aan de [adres] ([postcode]) te [stad] is op 13 juni 2017 een overeenkomst voor stroom en gas met ons aangegaan. De levering van stroom en gas is op 21 juli 2017 gestart en is jaarlijks hernieuwd middels een nieuw overeenkomst tot 1 juli 2020. De meterstanden zijn tijdens deze levering jaarlijks door de hoofdbewoner opgenomen en aan ons doorgegeven. Op 3 juni 2020 is een nieuw overeenkomst voor stroom en gas met ons aangegaan met de toen nieuwe (zijnde de vorige) hoofdbewoner. De levering van stroom en gas is op 1 juli 2020 gestart. Ondanks de veelvuldige verzoeken om werkelijke meterstanden door te geven per 1 juli 2020 is dit niet gebeurd. Conform de marktregels heeft de netbeheerder de meterstanden geschat met inachtneming van de werkelijke meterstanden in de periode 21 juli 2017 tot 1 juli 2020. Op 16 december 2020 heeft de netbeheerder meterstanden op dit adres opgenomen. Naar aanleiding hiervan heeft de netbeheerder de beginstanden per 1 juli 2020 aangepast. Bij deze correctie heeft de netbeheerder de eerder bekende werkelijke standen sinds en het historisch jaarverbruik meegewogen. Op 01 september 2021 heeft de klant een klacht ingediend dat de nieuwe berekende meterstanden van de netbeheerder niet zouden kloppen. Naar aanleiding hiervan is de klant gevraagd om een foto van zijn meterstanden op te sturen welk op 2 september 2021 zijn verzonden. Deze meterstanden zijn voor controle naar de netbeheerder gestuurd. De netbeheerder heeft deze meterstanden met de werkelijk door hun opgenomen meterstand van 16 december 2020 vergeleken. Uit deze vergelijking blijkt dat de door hun berekende meterstanden per 1 juli 2020 aangepast te hoog (en dus in de voordeel van de consument) zijn berekend. Een deel van het verbruik van de consument is dus aan de oude bewoners toegewezen. Op basis hiervan is gekozen om niet nogmaals een correctie door te voeren welk zou leiden tot een hogere energienota. De consument kon zich niet vinden in bovenstaande toelichting en heeft toen meerdere bedragen niet voldaan. Wij hebben getracht om een uitzondering te maken door een betalingsregeling te treffen over een langere periode. Helaas stond de consument hier niet voor open en is er na veelvuldig overleg de vordering overgedragen aan een incassobureau. Feitelijk hebben wij conform de gemaakte afspraken, overeenkomst en werkelijke meterstanden de berekende meterstanden gebruikt in de voordeel van de consument. Ook hebben wij conform de gemaakte afspraken, in de vorm van de voorwaarden en de betaalgedrag van de klant terecht de vordering uit handen gegeven aan de incassobureau uit handen gegeven. De ondernemer ziet geen aanleiding om zijn standpunt of de energienota aan te passen.
Standpunten van partijen
De commissie heeft in het tussenadvies aan de ondernemer gevraagd om een nadere uitleg van de factuur van 26 oktober 2021, waarin – met inachtneming van de vragen van de consument – concreet met vermelding van de toepasselijke standen en berekeningswijze wordt uitgelegd hoe die zijn berekend en hoe die zich verhouden tot de standen op de voorgaande factuur, de door de netbeheerder op 16 december 2020 opgenomen standen en de door de consument op 2 september 2021 ingestuurde foto’s van de meterstanden.
De ondernemer heeft in de brief van 11 oktober 2022 de navolgende uitleg gegeven:
“Het onderhavige geschil ziet op de gehanteerde meterstanden elektriciteit voor de jaarafrekening van Klant d.d. 26-10-2021 (hierna: de “Jaarafrekening”).
Voor de Jaarafrekening is een beginstand opgenomen van 96.511 voor het telwerk ‘totaal’ en een beginstand van 55.155 voor het telwerk ‘nacht’. Dit ongebruikelijke onderscheid tussen een telwerk ‘totaal’ en een telwerk ‘nacht’ komt omdat de meter van Klant een zogenaamde “[…] meter’ betreft. Er wordt bij een […] meter geen onderscheid gemaakt tussen een normaal- en dalstand, maar tussen een totaal- en nachtstand. De normaalstand wordt berekend door de nachtstand af te trekken van de totaalstand. Ik vermoed dat hiermee al enige onduidelijkheid wordt weggenomen.
De beginstand van 96.511 op 01-07-2020 is tot stand gekomen na een berekening van de Netbeheerder. Met de Commissie is [ondernemer] het eens dat het opvalt dat de beginstand van 96.511 gelijk is aan de beginstand van de eindafrekening d.d. 20-08-2020. Echter, omdat er geen meterstanden door de klant zijn doorgegeven, is de beginstand door de Netbeheerder geschat. De Netbeheerder maakt een dergelijke schatting op basis van het Standaard Jaarverbruik (hierna: “SJV”), welke de Netbeheerder in dit geval op 0 heeft gezet. [Ondernemer] is in deze (helaas) volledig afhankelijk van de Netbeheerder en kan daar zelf geen correctie op doen. Daarnaast blijkt uit de eindafrekening d.d. 23-08-2020 ook dat de er een negatief verbruik van 10.493 is toegekend. Dat is destijds gebeurd om een correctie door te voeren op de meterstanden. Graag benadruk ik hier dat er tussen de eindafrekening d.d. 20-08-2020 en de Jaarafrekening een contractovername heeft plaatsgevonden, waarmee de tenaamstelling is gewijzigd, maar het huishouden niet.
Op 02 september 2021 heeft Klant naar aanleiding van de jaarafrekening d.d. 23-08-2021 foto’s van de meter naar [ondernemer] gestuurd. Op basis van die foto’s is die jaarafrekening gecorrigeerd naar de Jaarafrekening. Niet de beginstanden zijn gecorrigeerd, maar de eindstanden. In de jaarafrekening d.d. 23-08-2021 werd namelijk als eindstand ‘totaal’ 99.673 gehanteerd en als eindstand ‘nacht’ werd 68.414 gehanteerd. Deze eindstanden zijn wederom – wegens gebrek aan doorgegeven meterstanden door Klant – geschat.
Uit de foto’s van Klant d.d. 02 september 2021 blijkt duidelijk dat de gehanteerde meterstanden in de jaarafrekening d.d. 23-08-2021 te laag zijn geschat. Op die foto’s zijn immers een totaalstand van 23.553 en een nachtstand van 71.704 af te lezen. Het telwerk ‘totaal’ is ‘over-de-kop’ gegaan en weer bij 0 begonnen. Op basis hiervan heeft de Netbeheerder wederom de eindstand op 01-07-2021 gecorrigeerd (geschat) en volgde de Jaarafrekening. Hierbij heeft de Netbeheerder de nachtstand van 71.704 één-opéén overgenomen wegens de uitfasering van het TF-signaal waardoor een dalstand niet meer doorloopt. De eindstand van de totaalmeter heeft de Netbeheerder geschat op 7.005.
Graag wil ik tot slot nogmaals benadrukken dat indien Klant geen meterstanden doorgeeft, [ondernemer] voor afrekeningen volledig afhankelijk is van de schattingen gedaan door de Netbeheerder.”
Verdere beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie oordeelt dat de uitleg van ondernemer niet afdoende is. De commissie overweegt daarbij het navolgende.
De ondernemer geeft aan dat het hier gaat om een zogenaamd “[…] meter”, die alleen beschikt over een telwerk “totaal” en een telwerk “nacht” en waarbij de normaalstand wordt berekend door de nachtstand van de totaalstand af te trekken. Verder wordt vermeld dat in de betwiste factuur van 26 oktober 2021 een beginstand van 96.511 kWh is opgenomen voor het telwerk “totaal” en een geschatte beginstand van 55.155 kWh voor het telwerk “nacht”. Er wordt echter vervolgens een “normaal” verbruik in rekening gebracht van 10.493 kWh, zijnde het verschil tussen de beginstand 96.511 kWh van het telwerk “totaal” en de geschatte eindstand van 7.004 kWh, en een dalverbruik van 16.549 kWh, zijnde het verschil tussen de geschatte beginstand van 55.155 kWh op het telwerk “nacht” en een geschatte eindstand van 71.104 kWh.
Deze berekening kan naar het oordeel van de commissie niet juist zijn, omdat daarbij het verbruik op het telwerk “totaal” én het verbruik op het telwerk “nacht” opgeteld in rekening wordt gebracht, hetgeen tezamen een verbruik van 27.042 kWh oplevert. Nu het gaat om een […] meter kan het totale verbruik immers nooit meer zijn dan het verbruik op het telwerk “totaal” en dient het “normaal” verbruik te worden berekend door het verbruik op het telwerk “nacht” af te trekken van het verbruik op het telwerk “totaal”.
Bovendien kan de commissie het in totaal in rekening gebrachte verbruik van 27.042 kWh over de periode van 1 juli 2020 tot 1 juli 2021 niet rijmen met het totaalverbruik volgens de meterstanden zoals die blijken uit de door de consument ingestuurde foto’s, die door de ondernemer niet zijn weersproken. Uit die foto’s blijkt dat de meterstand van het telwerk “totaal” op 27 september 2019 96.511 kWh was en op 1 september 2021 23.553 kWh. Daaruit volgt een werkelijk totaalverbruik van 27.042 kWh over de periode van 27 september 2019 tot en met 1 september 2021. De commissie kan, gelet hierop, niet begrijpen dat een schatting van eenzelfde totaalverbruik op de betwiste factuur van 27.042 kWh over een veel kortere en binnen dat tijdvak gelegen periode van 1 juli 2020 tot 1 juli 2021 juist kan zijn.
De commissie ziet verder in de nadere uitleg geen adequate verklaring voor het – ook door de ondernemer als opvallend geduide – feit dat de geschatte beginstand op de factuur van 96.511 kWh per 1 juli 2020 hetzelfde is als de stand op het telwerk “totaal” volgens de foto van 1 september 2019.
Dat die stand door netbeheerder is geschat omdat de consument geen standen heeft doorgegeven kan de commissie nog volgen, maar waarom daarbij het Standaard Jaarverbruik op 0 is gezet kan de commissie zonder nadere uitleg niet begrijpen. Waarom, zoals de ondernemer aangeeft, op de factuur d.d. 23 augustus 2020 over de periode van 27 september 2019 tot 1 juli 2020 aan de vorige contractant, uitgaande van de blijkens de foto’s werkelijke beginstand van 96.511 kWh, een negatief verbruik is toegekend van 10.493 kWh om een “correctie door te voeren op de meterstanden” is de commissie ook niet duidelijk. Zulks temeer, nu er, zoals de ondernemer aangeeft, per 1 juli 2020 een contractovername door de consument heeft plaatsgevonden en het niet zo kan zijn dat verbruik van vóór die datum bij de opvolgend contractant in rekening wordt gebracht, ook al gaat het om hetzelfde huishouden en is er volgens de ondernemer slechts sprake van een wijziging tenaamstelling.
De commissie ziet tenslotte evenmin een toereikende uitleg hoe de netbeheerder gekomen is tot een – aangepaste – geschatte eindstand van 7.004 kWh per 1 juli 2021 op het telwerk “totaal”, uitgaande van de blijkens de foto op 1 september 2021 geregistreerde stand van 23.553 kWh. Dat zou betekenen dat het totaalverbruik tussen 1 juli 2021 en 1 september 2021, en derhalve in twee maanden, maar liefst 16.548 kWh zou zijn geweest.
Het voorgaande leidt de commissie tot de slotsom dat (de juistheid van) de in de betwiste factuur vermelde geschatte standen en het daarop gebaseerde in rekening gebrachte verbruik, onvoldoende is onderbouwd. Er zijn volgens de commissie veel aanwijzingen dat die standen en het verbruik niet juist zijn berekend. De commissie wijst er daarbij op dat het feit dat de consument de standen in eerste instantie niet heeft doorgegeven niet wegneemt dat de ondernemer een schatting door de netbeheerder van de standen en het verbruik afdoende en overtuigend moet motiveren. Dat is in dit geval niet gebeurd.
De commissie zal daarom de klacht gegrond verklaren en bepalen dat de betwiste factuur niet in stand kan blijven. De ondernemer zal een nieuwe factuur moeten opmaken op basis van een afdoende en overtuigend gemotiveerde schatting van de meterstanden en het verbruik, waarbij de ondernemer de meterstanden zoals die blijken uit de foto’s moet betrekken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat:
• de betwiste factuur niet in stand kan blijven;
• de ondernemer, binnen zes weken na ontvangst van deze uitspraak, een nieuwe factuur zal moeten opmaken op basis van een afdoende en overtuigend gemotiveerde schatting van de meterstanden en het verbruik, waarbij de ondernemer de meterstanden zoals die blijken uit de foto’s moet betrekken;
• de consument zich opnieuw tot de commissie kan wenden als hij het ook niet eens is met de nieuwe factuur.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.H. Smits, voorzitter, de heer R.A. Timmer, mevrouw mr. J.M. Hoekstra, leden, op 10 november 2022.