Commissie: Energie
Categorie: Jaarafrekening
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
94373
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de jaarafrekening 2014-2015 en meer in het bijzonder de volgens de consument door de ondernemer veel te laag ingeschatte beginstanden.
De consument heeft op 16 maart 2015 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De beginstanden zijn door de ondernemer onjuist en veel te laag ingeschat. Daardoor lijkt sprake te zijn van een irreëel hoog verbruik door de consument. De door de consument overgelegde stukken tonen aan dat de beginstanden hoger waren en het verbruik in lijn was en ligt met dat van een normaal éénpersoonshuishouden. De ondernemer acht die stukken evenwel onvoldoende voor het aanpassen van de beginstanden. De levering betreft de periode 7 februari 2014 tot en met 15 februari 2015. Sprake is geweest van onjuiste beginstanden. De consument heeft in februari 2014 een aantal herinneringen gekregen om zijn meterstanden door te geven, maar vanwege zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal, heeft hij daar geen gehoor aangegeven. Daarop heeft de ondernemer de beginstanden geschat. Er is helaas bij het betrekken van de woning geen sprake geweest van een officiële overdracht zodat de woningverhuurder (Naam woningverhuurder) niet aanwezig was. De consument heeft nog wel een formulier van de woningverhuurder verkregen met daarop genoteerde meterstanden na de ontruiming van de woning bij het vertrek van de vorige bewoner (en voordat de consument de woning betrok).
De consument verlangt dat de ondernemer de beginstanden zal aanpassen naar de standen zoals vermeld zijn op het formulier dat door de verhuurder (Naam woningverhuurder) is opgemaakt ten tijde van de ontruiming van de woning bij de beëindiging van de verhuur aan de vorige bewoner.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer levert sinds 7 februari 2014 op het adres van de consument gas en stroom. Om de beginmeterstanden van de startlevering te kunnen vastleggen heeft de ondernemer op meerdere data per e-mail en ook nog eens per sms bij de consument om beginmeterstanden gevraagd. Wij kregen evenwel van de consument geen reactie zodat uiteindelijk de meterstanden zijn berekend. Naar aanleiding van de jaarnota van begin maart 2015 (waarbij de consument € 1.269,77 diende bij te betalen) heeft de consument om een correctie gevraagd op de beginmeterstanden. De ondernemer heeft aangegeven dat daartoe een ondertekend meterstanden verhuisformulier noodzakelijk is. Daarop heeft de consument aanvankelijk aangegeven dat hij geen meterstand verhuisformulier had en alleen op een blaadje meterstanden zou hebben vermeld. Ook zou hij ten tijde van de sleuteloverdracht geen foto’s van de meterstanden hebben gemaakt. De ondernemer heeft vervolgens van de consument nog wel een inspectieformulier van de verhuurder (Naam woningverhuurder) ontvangen. Dit rapport is echter niet ondertekend en nergens is een datum van opname vermeld. Er stonden alleen meterstanden en een straatnaam op. Desalniettemin hebben wij conform de marktafspraken bij de vorige leverancier van het adres een correctieaanvraag ingediend. Wegens de ontbrekende opnamedatum en de handtekeningen is die aanvraag door de vorige leverancier afgewezen. Daardoor kon ook geen correctie uitgevoerd worden. Wanneer een energieleverancier ondanks diverse verzoeken van de klant/consument geen meterstanden ontvangt, dan worden die meterstanden berekend, hetgeen ook duidelijk vermeld staat in de algemene voorwaarden. Indien een correctie wordt aangevraagd kan dat uitsluitend middels een officieel document betreffende de sleuteloverdracht. Op dat document dienen de meterstanden met opnamedatum en het leveradres duidelijk te worden vermeld, terwijl tevens het formulier door de huurder en verhuurder dient te zijn ondertekend. Doordat wij een inspectieformulier hebben ontvangen waarop essentiële gegevens ontbreken kunnen wij aan het correctieverzoek van de consument geen gehoor geven. Inmiddels hebben wij een betalingsregeling met de consument getroffen. Ook volgens de door de netbeheerder aangehouden meterstanden op het adres blijkt dat de standen op elkaar aansluiten.
Ter zitting is namens de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De beginstanden zijn meerdere malen uitgevraagd bij de consument, maar daarop is helaas geen reactie gekregen. Wij hebben vervolgens de meterstanden berekend. Uiteindelijk hebben wij van de consument nog wel een inspectieformulier van de verhuurder (Naam woningverhuurder) verkregen. Dat was echter incompleet, datum en handtekeningen ontbraken. Wij hebben nog geïnformeerd bij de verhuurder, maar die kon geen verdere toelichting op het inspectierapport geven. Verdere informatie hebben wij niet meer gekregen. Ook hebben wij de vorige leverancier benaderd, maar die wenste niet mee te werken. De destijds door de ondernemer berekende beginmeterstanden zijn online te raadplegen (geweest) voor de consument; daar heeft hij een mail over gekregen. Wij hebben er alles aan gedaan om de juiste standen te krijgen. Uit coulance hebben wij een ruime betalingsregeling met de consument getroffen, die hij ook nakomt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het draait in deze zaak om de vraag of de ondernemer gehouden is de beginmeterstanden aan te passen overeenkomstig het verzoek en het door de consument overgelegde inspectierapport van de verhuurder/Naam woningverhuurder. De commissie is van oordeel dat dat niet het geval is en dat de ondernemer daartoe niet gehouden is. Vaststaat dat de ondernemer destijds meerdere malen zowel per e-mail alsook per sms aan de consument de beginmeterstanden heeft gevraagd en dat de consument daarop in het geheel niet heeft gereageerd. Op basis van de toepasselijke algemene voorwaarden (artikel 9) is de ondernemer alsdan gerechtigd om zelf die (begin)meterstanden te berekenen/schatten, hetgeen ook is gebeurd. De ondernemer heeft die berekende/geschatte beginmeterstanden destijds ook nog aan de consument laten weten, dat wil zeggen dat de consument die beginmeterstanden online zou kunnen raadplegen. Ook daarop heeft de consument geen actie ondernomen. Eerst na het verkrijgen van de jaarafrekening in maart 2015 dient de consument een correctieverzoek in met uiteindelijk overlegging van het inspectierapport van de verhuurder/Naam woningverhuurder. Evenwel ontbreekt in dat inspectierapport essentiële informatie, te weten de datum van de opname van de daarin genoemde meterstanden, alsmede de handtekeningen van de betrokken partijen. Zoals de ondernemer ter zitting heeft aangegeven heeft hij zelf ook nog getracht verdere informatie te verkrijgen bij de verhuurder/Naam woningverhuurder, hetgeen niet is gelukt. Ook de vorige leverancier van de desbetreffende woning heeft geweigerd om mee te werken. Onder de gegeven omstandigheden kan van de ondernemer niet gevergd worden om alsnog tot aanpassing van de meterstanden over te gaan, waarbij verder heeft te gelden dat de beginmeterstanden voor elektriciteit niet of nauwelijks afwijken en de enige grote afwijking zit in de beginmeterstanden voor gas (door de ondernemer berekend/geschat op 11.351 m3 en volgens het Naam woningverhuurder-formulier op 12.558 m3, een verschil van ruim 1.200 m3). Aldus heeft de consument het onheil (een hoge energierekening voor met name de levering van gas) over zichzelf afgeroepen door aanvankelijk in het geheel niet te reageren en dus niet de beginmeterstanden aan te leveren en bij zijn uiteindelijk ingediende correctieverzoek niet een volledig en juist ingevuld en ondertekend formulier (inspectierapport) aan te leveren zodat van de ondernemer niet gevergd kan worden dat hij alsnog tot aanpassing van de beginmeterstanden dient over te gaan. De klacht van de consument wordt dan ook ongegrond bevonden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de consument jegens de ondernemer ongegrond.
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, op 12 juni 2015.