Commissie: Wonen
Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding product/dienst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
123818/130801
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de verkleuring van een stoffen bank. De bank is volgens de consument binnen 2 jaar van muisgrijs naar bruingrijs verkleurd. De monteurs van de ondernemer noemen dit ‘verschoten’. De verkleuring zou aan de stof liggen en dit zou niet moeten kunnen. De ondernemer is van mening dat de verkleuring het gevolg is van het feit dat de bank in de zon staat en er gebruik wordt gemaakt van ongeschikte reinigingsmiddelen. De deskundige heeft de situatie in ogenschouw genomen en was ook op de hoogte van het vrij korte tijdsverloop. Desondanks komt de deskundige tot zijn bevinding dat de stof geen productiefouten bevat; daaronder moet de kleurechtheid geacht worden te zijn begrepen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de verkleuring van een stoffen bank.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
Ik heb in augustus 2018 een bank gekocht. Deze was muisgrijs, maar is in de loop van twee jaar verkleurd
naar bruingrijs. Ik heb de klacht op 29 september 2020 ingediend.
De monteurs van de ondernemer noemen dit “verschoten” en dat dit aan de stof ligt en dat dat niet moet
kunnen. De monteurs die het laatst hier waren op 14 mei, die zouden in het dossier ook zetten dat dit niet
door daglicht of zonlicht is gebeurd maar dat dit de fout van de ondernemer is (daar heb ik ook bewijs van)
maar elke keer zei de ondernemer iets anders in het dossier dan wat de monteurs ter plekke constateren.”
Op 14 mei 2021 hebben twee specialisten van de ondernemer mijn woning bezocht om de klachten aan de
bank te beoordelen.
Op het geluidsfragment is te horen dat de specialist het volgende zegt:
“Het ligt niet aan u, de bekleding zelf is niet goed”.
Ook wordt het volgende gezegd:
“U kan er niets aan doen”.
Er wordt door de specialisten van de ondernemer dus bevestigd dat de bank gebrekkig is.
In reactie op deskundigenrapport:
Ik heb met verbazing kennisgenomen van het expertiserapport en betwist dan ook de stellingen van de
deskundige dat het kleurverschil veroorzaakt is door zon- en daglicht. Ik licht dit onderstaand nader toe.
Vast lijkt te staan dat er sprake is van kleurverschil. Dit wordt immers door de wederpartij én de expert niet
betwist. Kleurverschil door warmte is – zo blijkt uit het rapport – uitgesloten. De verkleuring zou volgens de
expert te wijten zijn aan zon en/of daglicht. Echter, de delen van de bank die het meeste zonlicht krijgen zijn
juist niet of het minst verkleurd. Verkleuring veroorzaakt door (zon)licht is daarom zeer onwaarschijnlijk.
Er mag niet vergeten worden dat deze gebreken al na anderhalf jaar zijn ontstaan. Op 19 september 2020
heeft cliënt al gereclameerd over dit gebrek, terwijl de bank pas eind december 2018 geleverd is. De bank
blijft verkleuren. De verkleuring komt vooral voor op de rugleuning en de achterkant van de bank. Hierdoor
wordt/is de bank bruingrijs in plaats van muisgrijs.
Ter zitting:
Ik hoor de voorzitter uitleggen dat een stoffen bekleding kan verkleuren, ook al staat het meubelstuk niet in
het direct zonlicht, omdat ook indirect daglicht UV-licht bevat waardoor verkleuring kan optreden. Dat mag
zo zijn, maar in dit geval geldt, ten eerste, dat die verkleuring wel bijzonder snel – na ruim anderhalf jaar –
optrad, en ten tweede dat het opvallend is dat de verkleuring juist vooral optrad op plaatsen waar weinig of
minder daglicht zal komen: onderaan de meubelstukken, aan de achterzijde van een bank die voor een
muur staat.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
In oktober 2020 meldde de consument verkleuring van de hoezen. Tijdens een bezoek op 5 november
2030 wordt inderdaad enige verkleuring waargenomen als gevolg van het feit dat de bank deels in de zon
staat en gebruikt maakt van ongeschikte – agressieve – reinigingsmiddelen. De consument betwist het
foutieve onderhoud niet en heeft het enkel over de lichtinval.
Ter zitting:
Het klopt dat de stemmen die u hoort op de geluidsopname van de consument van onze monteurs zijn.
Maar het gebeurt wel eens vaker dat een monteur ter plaatse uitspraken doet, waarna wij, de hele zaak
bekijkend, toch tot een ander oordeel komen.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang,
het volgende vastgesteld:
De stof is verkleurd (lichter geworden) door zon en of daglicht. Gezien er geen centrale verwarming
aanwezig was in de woonkamer maar vloerverwarming is verkleuring door een hittebron uit te sluiten.
Zonwering en gordijnen waren aanwezig bij de raampartijen. Meubelstoffen verkleuren in de loop van de
tijd, ook als deze niet in de zon staat.
Zelfs meubelstoffen met een hele hoge lichtechtheid zullen ook gaan verkleuren, afhankelijk hoe lang deze
worden blootgesteld aan zon of daglicht Donkere stoffen verkleuren sneller dan lichtere stoffen zelfs met
een hoogste lichtechtheid aanduiding.
De hoekbank en meubelstof vertonen geen fabricage fouten. Er zijn geen meubelstoffen die niet verkleuren
onder invloed van zon, daglicht, of zelfs kunstlicht.
De omvang van de gebreken is gering. Herstel is niet mogelijk. Het herbekleden van de hoekbank zal
duurder zijn dan een nieuwe hoekbank gezien transport, meubelstof, en arbeid.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De eerste klacht met betrekking tot het verkleuren is door de consument geuit omstreeks 1 jaar en 9
maanden na aflevering. Niet ontkend kan worden dat dit vrij snel is. Toch betekent dat niet automatisch dat
sprake is van een tekortkoming van de zijde van de ondernemer, in die zin dat de geleverde bank niet de
eigenschappen zou bezitten welke de consument daarvan redelijkerwijze mocht verwachten. Ook al is het
grote raam/de grote schuifpui van de consument op het noorden gesitueerd, dan nog komt daardoor, alleen
al door het grote oppervlak daarvan, veel daglicht naar binnen. Ook daglicht anders dan direct zonlicht leidt
tot verkleuring.
Het verwijt van de ondernemer dat de verkleuring mede zou zijn ontstaan door gebruik van agressieve
onderhoudsmiddelen is niet concreet onderbouwd. De deskundige rept hier ook niet over. Daarom laat de
commissie dat verwijt buiten beschouwing.
De deskundige heeft de situatie in ogenschouw genomen en was ook op de hoogte van het vrij korte
tijdsverloop. Desondanks komt de deskundige tot zijn bevinding dat de stof geen productiefouten bevat;
daaronder moet de kleurechtheid geacht worden te zijn begrepen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als
volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit de heer mr. J.M. Brandenburg, voorzitter,
de heer B. Keijzer, mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 17 januari 2022.
de heer mr. J.M. Brandenburg