Ondernemer niet verantwoordelijk voor zinken boot, als zinken te wijten is aan eigen gebrek boot.

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Lig- en/of Bergplaatsen    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT09-0004

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de stalling van de boot van de consument bij de ondernemer in de periode 2007-2008.   Klager heeft de klacht op 14 augustus 2008 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Tijdens de stalling is de boot van de consument gezonken. Kennelijk heeft de ondernemer niet voldoende toezicht gehouden op de boot, hetgeen op basis van de van toepassing zijnde HISWA-voorwaarden wel verwacht had mogen worden. Er is in ieder geval niet ingegrepen om het zinken te voorkomen. Van een werf die gespecialiseerd is in houten punters als die van de consument, had de consument dat wel mogen verwachten. De ondernemer stelt dat de boot op een andere plek is gezonken, namelijk in de vaart langs de Hylkemaweg. Daar heeft de boot echter nooit gelegen, laat staan dat de boot daar is gezonken.   Omdat de ondernemer aansprakelijk is voor de ontstane schade groot € 2.255,74, verlangt de consument vergoeding van deze schade. Daarnaast verlangt de consument erkenning van het verzuim door de ondernemer.    Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Onbetwist tussen partijen is het feit dat in de overdekte loods van de ondernemer de boot van de consument is gezonken. De ondernemer meent dat de boot ook reeds eerder gezonken en gerepareerd is geweest, hetwelk de consument ontkent.   De ondernemer is van mening dat hij voldoende toezicht heeft gehouden op de boot van klager. Ook met intensief toezicht kan echter niet voorkomen worden dat een boot zinkt indien er sprake is van lekkages. Een werkende naad kan opeens openspringen en de boot in enkele minuten doen vollopen. De consument erkent in de overgelegde stukken dat zijn boot lek was (“als een mandje”). Niet inzichtelijk is hoe de consument aan de ondernemer meent te kunnen verwijten dat zijn lekke boot is gezonken. Door het intensieve toezicht in de overdekte loods kan de boot nooit langer dan een nacht en een dag onder water hebben gelegen. Vervolgens is de boot kosteloos gelicht.   Ten aanzien van de schade stelt de ondernemer allereerst dat de houten sloep blijkens de rekening met polyester is bekleed. Dit is een wijze van conserveren die veel toegepast wordt bij houten schepen die te slecht zijn om te hertellen. Niet duidelijk is waarom de ondernemer deze kosten zou moeten dragen. Verder is het merendeel van de opgevoerde kosten gepresenteerd als meerwerk. De relatie met het zinken van de boot wordt door de ondernemer ontkent. Ten slotte blijkt uit de factuur dat de buitenboordmotor geheel is gereviseerd. Behalve dat de noodzaak van een dergelijke ingrijpende revisie niet duidelijk is, heeft de consument zelf het risico op schade genomen door de motor aan de boot te laten zitten tijdens de stalling.   Ter zitting is namens de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Of de boot al dan niet eerder is gezonken is in feite niet relevant voor het thans voorliggende geschil.   De boot is gezonken tijdens de vakantie van de eigenaar van het bedrijf. Er was tijdens diens afwezigheid toezicht. Er was namelijk één werknemer aanwezig, die dagelijks een ronde maakte langs de boten. De boot heeft dus hoogstens één dag en één nacht onder water gelegen. De boot is niet van boven volgelopen. Er was dus een lek.   De ondernemer verlangt een vergoeding voor de proceskosten.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vast staat dat de boot in de ligplaats van de ondernemer is gezonken. Dat al dan niet de boot ergens anders eerder is gezonken, acht de commissie niet relevant voor de beoordeling van het geschil en laat zij daarom verder in het midden.   Uit de stukken maakt de commissie op dat de consument erkent dat de boot zo ‘lek was als een mandje’. Daarmee acht de commissie vast komen te staan dat er sprake is van een eigen gebrek aan de boot. Aannemelijk is dat het gebrek het zinken van de boot heeft veroorzaakt. Dat de boot is gezonken, is daarom niet aan de ondernemer te wijten.   Op basis van artikel 7 van de van toepassing zijnde HISWA-voorwaarden is de ondernemer wel verplicht behoorlijk toezicht te houden om de goede gang van zaken op het haventerrein op de vaartuig te handhaven. Niet gebleken is dat de ondernemer dat niet heeft gedaan. Onweersproken is dat er personeel aanwezig was en dat de boot hoogstens één dag en nacht onder het water heeft gelegen. Hieruit kan niet geconcludeerd worden dat de ondernemer onvoldoende toezicht heeft gehouden op de boot van de consument. De schade is daarmee ook niet nodeloos toegenomen.   Ingevolge het reglement van de commissie worden slechts in bijzondere gevallen kosten vergoed, die verband houden met de behandeling van het geschil door de commissie. De commissie acht in dit geval geen bijzondere omstandigheden aanwezig om een vergoeding voor deze kosten toe te kennen.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 11 december 2009.