Ondernemer past de watermeter op een latere datum aan dan door de consument aangegeven

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Kosten / Overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 163895/167380

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft een wateraansluiting laten aanpassen. Door slechte voorbereiding en niet handelen van de ondernemer is deze activiteit te laat uitgevoerd waardoor de consument bouwwerkzaamheden heeft moeten uitstellen. Door deze vertraging heeft de consument schade opgelopen. De ondernemer is van mening dat op grond van de Drinkwaterwet er weliswaar een inspanningsverplichting tot het realiseren van een nieuwe aansluiting op hem rust, echter geen resultaatverplichting. Het niet op de gewenste datum realiseren van de werkzaamheden levert dan ook geen grond voor aansprakelijkheid op. Zonder een dergelijke grond is er ook geen basis voor vergoeding van eventuele schade. De commissie is van mening dat de ondernemer niet verweten kan worden dat hij de door de consument beoogde aanpassing van de watermeter niet uitgevoerd heeft in de door de consument gewenste week. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de aanpassing van een watermeter op een latere datum dan door de consument aangegeven en de kosten daarvan.

De consument heeft een bedrag van € 837,12 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een wateraansluiting laten aanpassen. Door slechte voorbereiding en niet handelen van de ondernemer is deze activiteit te laat uitgevoerd waardoor de consument bouwwerkzaamheden heeft moeten uitstellen. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen € 1.750.

Daarnaast zijn de kosten van de uitgevoerde werkzaamheden in geen enkele verhouding met de werkelijke werkzaamheden. De leiding was vrij gegraven en het aanbrengen van de koppeling heeft minder dan 30 minuten geduurd. Ook waren er geen graafwerkzaamheden nodig en dus geen vergunningstraject. Door de ondernemer wordt aangegeven dat hij een ‘postzegeltarief’ hanteert, omdat het in kaart brengen van de werkelijke kosten te veel tijd zou kosten.

Gezien de slechte prestatie en het uitblijven van een oplossing is de consument van mening dat de ondernemer de geleden schade moet vergoeden.

De rekening van € 837,12 heeft de consument tot nu in overleg met de ondernemer niet betaald. Na een half jaar heeft hij de eerste formele reactie ontvangen waarin gesommeerd wordt de rekening binnen twee weken alsnog te betalen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Zoals in de brief van 1 maart 2022 van de ondernemer reeds vermeld, rust op de ondernemer op grond van de Drinkwaterwet weliswaar een inspanningsverplichting tot het realiseren van een nieuwe aansluiting (of het wijzigen van een aansluiting), echter geen resultaatverplichting. Het niet op de gewenste datum realiseren van de werkzaamheden levert dan ook geen grond voor aansprakelijkheid op. Zonder een dergelijke grond is er ook geen basis voor vergoeding van eventuele schade.

Voor de in rekening gebrachte kosten verwijst de ondernemer naar de toepasselijke Algemene Voorwaarden. In artikel 11 lid 1 daarvan staat dat vervanging of verplaatsing van de meter voor rekening is van de aanvrager of de verbruiker, indien de vervanging of de verplaatsing geschiedt op zijn verzoek.

Samenvattend stelt de ondernemer dat hij de consument vooraf geïnformeerd heeft wat het tarief was, dit tarief is ook in rekening gebracht, het een standaardtarief betreft en de kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Er kan hierbij een vergelijk worden gemaakt met een eerdere klachten die door de Geschillencommissie Water zijn beoordeeld, zoals inzake dossier 98157/116321 of dossier 28934/33428, waarin de commissie heeft geoordeeld dat een dergelijke klacht ongegrond is. Daarnaast is er geen grond voor schadevergoeding.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie constateert dat de consument diverse malen overleg heeft gehad met de ondernemer en diens (onder)aannemer, doch dat overleg heeft niet geleid tot een vaste toezegging door of namens de ondernemer. De ondernemer kan dan ook niet verweten worden dat hij de door de consument beoogde aanpassing van de watermeter niet uitgevoerd heeft in de door de consument gewenste week. Er is dan ook geen sprake van een toerekenbare tekortkoming, zodat de commissie niet aan beoordeling van de overigens niet onderbouwde schade toekomt.

De verwijzing naar eerdere uitspraken van deze commissie inzake de hoogte van het tarief is juist. De ondernemer mag een zogenaamd postzegeltarief hanteren, als gemiddelde van de toepasselijke kosten bij aanpassing van een meter. Dat het gehanteerde tarief niet een gemiddelde is, is niet gesteld of gebleken.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Het in depot gestorte bedrag, dat ziet op de kosten van aanpassing van de watermeter, dient dan aan de ondernemer uitgekeerd te worden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag ad € 836,12 dient aan de ondernemer uitgekeerd te worden.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Water, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. E.F. Verduin en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 4 juli 2022.