
Commissie: Airconditioning
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
AIR08-0002
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in mei 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en plaatsen van een multi-split unit ( een buitenunit en twee binnenunits) airconditioner (Samsung Prestige) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 4.095,–. De levering en de overeengekomen werkzaamheden vonden plaats op of omstreeks 25 juni 2007. De consument heeft het bedrag van € 4.095,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 27 juni 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Mij is een onbruikbare installatie geleverd. Bij lezing van de Duitse installatievoorschriften bleek ook dat de ondernemer zich niet heeft gehouden aan de geadviseerde plaatsingsvoorschriften qua maatvoering. Ik vertrouw de installatie nu niet. Met name de binnenunits zijn te hoog gemonteerd volgens montagevoorschrift. De ionisering is nog steeds niet afgeschakeld, terwijl ik daar reeds bij het sluiten van de overeenkomst uitdrukkelijk om heb gevraagd. Ik wil namelijk niet in de straling zitten. Dat was ook mijn voorwaarde voor de aanschaf van deze duurdere stillere airco’s. Er hadden meer dan twee “Inneneinheiten” geïnstalleerd moeten worden bij deze buitenunit. De buitenunit moet dan ook vervangen worden. Er is sprake van een te grote koelcapaciteit en ook is de installatie geleverd met verwarmingsfunctie (warmtepomp) terwijl ik daar niet om gevraagd heb. De sparing buitenmuur niet afgewerkt. De factuur en de offerte zijn ongespecificeerd en veel te hoog. Dat laatste komt met name omdat mij overbemeten apparatuur is geleverd. Ik kan mij niet vinden in het standpunt van de deskundigen dat de plaatsing niet gewijzigd hoeft te worden. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Mijn belangrijkste klacht is dat de geleverde installatie niet adequaat werkt. Het klimaat is ronduit onaangenaam, door te veel koude en te veel luchtverplaatsing, waar blijkbaar niets aan te doen valt. Er is mij zonder nader overleg en advies onnodig een duidelijk overbemeten installatie geleverd. Deze zware installatie veroorzaakt ook in de stand waarbij de ventilator laag staat, steeds een enorme koudegolf. Vervolgens is het dan weer zo koud dat het verwarmingsdeel van de installatie ter compensatie warme lucht gaat produceren. Evenmin is voldaan aan mijn uitdrukkelijke eis dat sprake moet zijn van een stille installatie. In de zomer van 2008 bleek ook nog eens dat elke drie tot vier minuten een harde brom werd geproduceerd. Inmiddels is gebleken dat dit de condenspomp is die vlakbij de unit in de woonslaapkamer is gemonteerd. Deze is dus niet van een geluidsarm type, terwijl een dergelijk type wel degelijk verkrijgbaar is. Ik heb bij de aanschaf uitdrukkelijk de eis gesteld dat ik airco’s wil hebben die stil en rustig hun werk doen en die niet in heel korte tijd heel veel koude lucht produceren. De consument verlangt kleinere units, nakoming/herstel en bepaling dat minder is verschuldigd. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De offerte is mondeling geaccepteerd door de consument. De installatie is conform de daaraan te stellen eisen geplaatst. De ionisatie van beide airco’s is uitgeschakeld op 27 mei 2008. Dit is zoals door de leverancier is aangegeven, gedaan door het losnemen van de stekkerverbinding nr. CN82 (blauwe connector met drie draden) op de printplaten van de binnenunits. Op verzoek van de consument is een nacalculatie geproduceerd, gesplitst in materiaal en arbeid. Gepoogd is de opening in de buitengevel af te dichten. De consument heeft dit echter nog niet willen laten uitvoeren. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Er is door mij wel degelijk vooraf een koellastberekening gemaakt. Deze bevindt zich niet bij de stukken. Ik weet nog wel dat door mij voor de woonslaapkamer de vereiste koelcapaciteit is berekend op 2,3 kW en in de muziekruimte op 1,5 kW. In totaal is dus vereist 3,8 kW. De geïnstalleerde capaciteit van de buitenunit bedraagt inderdaad 5,2 kW, en dat is ruim hoger dan vereist. Ik heb hiervoor gekozen omdat mijn ervaring is dat met een dergelijke overbemeten installatie een voor de consument stiller resultaat bereikbaar is omdat de ventilatorstand van de binnenunits daarbij kan worden gefixeerd op de laagste stand. Ik heb hiermee goede ervaringen. Het klopt dat ik de consument hier niet over heb geadviseerd. De voors en tegens van deze aanpak zijn niet met haar besproken. Op zich is juist dat ook voor een lichtere installatie van het merk Samsung had kunnen worden gekozen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Partijen waren aanwezig bij het bezoek ter plaatse. De bevindingen zijn de volgende: De ionisering bleek niet te zijn uitgeschakeld. De binnenunits zijn hoog gemonteerd, doch dit heeft geen negatieve gevolgen voor de werking en geeft zeer zeker geen mogelijkheid van het ontstaan van brand. De gekozen koelcapaciteit is de kleinste koelcapaciteit van Samsung in de duo-split met standaard warmtepomp verwarming functie. De prijsstelling is conform de marktprijs voor deze installatie. Herstel is technisch mogelijk en wel als volgt: Afschakelen van de ionisering. De grote sparing dichten/afwerken. Met de ondernemer is afgesproken dat binnen twee weken de ionisering buitenwerking wordt gesteld en de sparing word afgewerkt. De werking van de bediening is de consument uitgelegd, waarmee de klacht van veel te koude luchtstroom verholpen is. Dit in samenwerking met de ondernemer. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft de consument aan de ondernemer meegedeeld dat voor haar erg belangrijk is dat de installatie stil werkt en zonder dat “koude klappen” worden geproduceerd, zoals die wel eens merkbaar zijn bij het binnentreden van winkels. De ondernemer heeft vervolgens deze installatie uitgezocht zonder daarbij nader in overleg te treden met de consument. Evenmin zijn de voors en tegens van de door de ondernemer uitgekozen installatie met de consument besproken. Het eindresultaat is een sterk overbemeten installatie van 5,2 kW terwijl 3,8 kW genoeg was geweest. De geleverde installatie is er niet van te weerhouden om in relatief korte tijd deze beperkte ruimtes snel te koelen, en wel zo snel dat het verwarmingsdeel soms automatisch inspringt om de tijdelijke koude dip met tijdelijke warmte het hoofd te bieden (zogenaamde “Overshoot”). Een en ander gaat ook in een lage ventilatiestand met veel (koude) luchtverplaatsing gepaard, iets wat door de consument als zeer onprettig wordt ervaren. Het overbemeten zijn laat zich als volgt aanduiden: Slaapkamer 2,6 – 1,5 = 1,1 kW : dus 1,1/1,5 x 100 = 73% Werkkamer 3,2 – 2,3 = 0,9 kW : dus 0,9/2,3 x 100 = 39% Buitenunit 5,2 – 3,8 = 1,4 kW : dus 1,4/3,8 x 100 = 37% Daarbij komt dat de installatie niet stil zijn werk doet. Gebleken is voorts dat de condenspomp is gemonteerd vlakbij de unit in de woonslaapkamer. Bij functioneren van de airco-installatie in de zomer is hier elke drie tot vier minuten een hard gebrom te horen. Verder is niet voldaan aan de uitdrukkelijke eis van de consument om de ionisatie uit te schakelen omdat een luchtreiniging werd gewenst zonder ionisatie. Aan deze wens is niet door de ondernemer voldaan. Deze vaststellingen – en dan in het bijzonder de problemen die veroorzaakt worden door het overbemeten zijn van de installatie – nopen de commissie tot het oordeel dat de consument niet is geleverd wat zij op basis van de gemaakte afspraken kon en mocht verwachten. In het bijzonder het feit dat in deze ruimtes zonder nader overleg met de consument een overbemeten installatie is gemonteerd, moet in het licht van het uitdrukkelijke wensenpakket van de consument als een toerekenbare tekortkoming van de ondernemer worden aangemerkt. Het door de consument gewenste rustige en stille resultaat was immers in feite alleen te bereiken door een installatie te monteren die in belangrijke mate strookt met de koudevraag en die aldus in redelijke mate de tijd moet nemen om zijn werk te doen. Het totaal van de tekortkomingen is dusdanig dat de commissie de overeenkomst van partijen op basis daarvan integraal zal ontbinden. Aldus is de consument niet gehouden het in depot gestorte bedrag te voldoen aan de ondernemer. Op de consument rust de ongedaanmakingsverplichting om de ondernemer in de gelegenheid te stellen om de geleverde apparatuur te verwijderen en terug te nemen. Eventuele beschadigingen dient de ondernemer daarbij in eigen beheer te herstellen. Vervolgens heeft de consument dan dus weer geheel de vrije hand in het aanschaffen van een wel passende installatie. Een andere reden om over te gaan tot algehele ontbinding van de gemaakte afspraken, is het feit dat de commissie is gebleken dat partijen over en weer geen vertrouwen meer in elkaar en in een goede afloop hebben. Nu de consument grotendeels in het gelijk is gesteld is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie gehouden om het klachtengeld te voldoen aan de consument en om de behandelingskosten te voldoen aan het secretariaat van de commissie. Derhalve wordt als volgt beslist. Een aanhouding van de zaak oordeelt de commissie dus niet meer vereist. Beslissing Het door partijen overeengekomene wordt hierbij integraal ontbonden. De commissie bepaalt op basis daarvan dat de consument is ontheven van de verplichting om het in depot gestorte bedrag aan de ondernemer te betalen. De commissie bepaalt voorts dat op de consument de ongedaanmakingsverplichting rust om de ondernemer in de gelegenheid te stellen om de geleverde apparatuur te verwijderen en terug te nemen. Eventuele beschadigingen aan de woning van de consument dient de ondernemer daarbij in eigen beheer en voor eigen rekening te herstellen. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van vier weken na de verzenddatum van dit bindend advies. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. De commissie bepaalt tot slot dat de ondernemer door deze integrale ontbinding dus is ontheven van de verplichting om deze installatie te vervolmaken/herstellen. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag ad € 4.095,– terugbetaald aan de consument. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Airconditioning, op 24 oktober 2008.