Ondernemer verantwoordelijk voor lange levertijd onderdeel.

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 40375

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe auto. De levering heeft plaatsgevonden op 26 september 2008. De consument heeft op 23 februari 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Twee maanden na aankoop van de auto viel het motormanagement uit, waardoor onder meer de ABS, ESP, tractiecontrole etc. uitvielen. De klacht is onder garantie verholpen, maar dat duurde wel tien weken. Medio december 2009 deed de klacht zich opnieuw voor. Een afspraak voor reparatie werd gepland in week 2 of week 3 van januari 2010. De reparatie kon toen echter niet doorgaan, omdat de benodigde onderdelen niet aanwezig waren. Het multimedia/navigatiesysteem bleek op dat moment ook kapot te zijn.   In februari 2010 heeft de consument tijdens een sneeuwbui de auto bij de ondernemer neergezet met het verzoek om deze te repareren. Ook toen was dat bij gebrek aan onderdelen niet mogelijk. Vervangend vervoer wilde de ondernemer niet meegegeven. De consument heeft daarom een andere, kleinere auto gehuurd van een aan de ondernemer gelieerd bedrijf.   Na twee weken blekende onderdelen nog steeds niet aanwezig. Daarop heeft de consument op 23 februari 2010 schriftelijk zijn beklag gedaan bij de ondernemer. Die reageerde daarop met de opmerking dat de auto reed en dat 25 jaar eerder de auto’s ook niet voorzien waren van de uitgevallen functies. Hij begreep niet waar de consument een probleem over maakte.   Daarop heeft de consument op 2 maart 2010 de huurauto ingeleverd (met volle tank). Voor het gebruik van die auto heeft hij een rekening gekregen van € 580,01.   De ondernemer heeft een ondeugdelijk product geleverd en is niet in staat om de gebreken te verhelpen. Als gevolg daarvan heeft de consument veel kosten gehad en vrije tijd moeten besteden.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De aanleiding om de auto bij de ondernemer neer te zetten was een “bijna-ongeval” in februari 2009. Ik kon nog ternauwernood een aanrijding voorkomen bij een noodstop. De ABS deed het niet. Toen was voor mij de maat vol. Uiteindelijk is het probleem inderdaad opgelost, maar dat heeft wel heel lang geduurd.   De consument verlangt herstel van de auto en een redelijke vergoeding, waaronder ten minste de terugbetaling van de huur ad € 580,01.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak, als volgt.   De consument stelt de zaken anders voor dan ze in werkelijkheid zijn geweest. Op 24 december 2009 heeft de consument zich gemeld met een lampje van het ABS-systeem dat bleef branden. De ABS-sensor bleek defect te zijn en de ondernemer heeft een nieuwe besteld bij de importeur. Het onderdeel is vervolgens in back-order gegaan. De levering van het onderdeel heeft twee maanden op zich laten wachten, maar is daarna (op 3 maart 2010) meteen gemonteerd.   De consument zelf heeft de wens te kennen gegeven niet langer in de auto te willen blijven rijden, omdat het ABS-lampje bleef branden en dat systeem dus niet werkte. De auto was echter rijdbaar, alles functioneerde (met uitzondering van het ABS) en de keuze voor een huurauto is er dan één die de consument uit vrije wil en niet uit noodzaak maakt. Dat de levertijd van het onderdeel zo lang was, lag buiten de invloedsfeer van de ondernemer.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De klacht is inmiddels verholpen door het vervangen van de ABS-sensor. De aansturing van de ABS was defect en daar hangen systemen als de traction control en ESP weer aan vast. Valt de ABS uit, dan werken die systemen ook niet meer.   Ik ben het met de consument eens dat het onwenselijk lang heeft geduurd voordat dat onderdeel geleverd kon worden, maar dat hebben wij niet in de hand. De garantievoorwaarden van de importeur voorzien niet in gratis vervangend vervoer.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat de auto na aflevering een gebrek heeft vertoond dat onder garantie hersteld diende te worden. Uiteindelijk is dat ook gebeurd, maar op zeer lange termijn na melding van de klacht. Daarbij neemt de commissie in aanmerking dat de klacht een systeem betrof dat in extreme situaties in aanzienlijke mate kan bijdragen aan de veiligheid van de bestuurder van de auto en andere verkeersdeelnemers. Het moge zo zijn dat de auto zonder ABS ook kan rijden en gebruikt kan worden, maar een ABS systeem, indien aanwezig, dient te functioneren. Het niet functioneren kan betekenen dat de auto niet door een APK keuring komt.   Voorts neemt de commissie in aanmerking dat de klacht zich voordeed in een winterperiode, gedurende welke in verhouding tot andere jaren zeer veel sneeuw is gevallen, zodat de kans op verkeerssituaties waarin het ABS-systeem nodig was aanzienlijk groter was dan normaal te verwachten.   Onder deze omstandigheden is de commissie van oordeel dat de consument, zeker na zijn ervaring met een “bijna-ongeval”, mocht verlangen dat de ondernemer op kortst mogelijke termijn tot herstel over zou gaan. De omstandigheid dat het benodigde onderdeel er niet was, is een omstandigheid waar (net zo min als de ondernemer) ook de consument niets aan kan doen.   Wanneer herstel in een geval als het onderhavige niet binnen een redelijke termijn kan plaatsvinden doordat de importeur ene onderdeel niet kan leveren, moeten de gevolgen daarvan in de vorm van bovenmatige kosten voor vervangend vervoer voor rekening komen van de ondernemer. Deze kosten zijn het gevolg van de omstandigheid dat de ondernemer niet in staat is om binnen een redelijke termijn zijn verplichting tot herstel van gebreken aan de geleverde auto na te komen. Wanneer dit het gevolg is van nalatigheid of onmacht van de importeur (die tekortschiet bij het tijdig leveren van benodigde onderdelen), kan de ondernemer trachten deze kosten te verhalen op de importeur.   De omstandigheid dat de garantievoorwaarden gratis vervangend vervoer uitsluiten doet daar niet aan af, zeker niet in een geval waarin geen sprake meer is van een redelijke termijn gedurende welke op een reparatie moet worden gewacht.   Inmiddels staat vast dat de auto is hersteld, zodat de wens van de consument om de auto hersteld te krijgen niet langer actueel is. De commissie zal aan de consument een naar billijkheid vast te stellen vergoeding toekennen voor de door deze gemaakte bovenmatige kosten voor vervangend vervoer. De commissie stelt die vergoeding vast op een bedrag van € 450,– inclusief BTW.   Het voorgaande voert dan ook tot de navolgende beslissing.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 450,–.   Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, op 4 oktober 2010.