Commissie: Voertuigen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
56895
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 15 december 2010 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte Opel Tigra Twintop, tegen een door de consument te betalen prijs van € 11.750,–.
De overeenkomst is op 17 december 2010 uitgevoerd.
De consument heeft op 23 februari 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Enige tijd na de koop en de levering van de auto kwam de consument erachter dat de auto niet beschikte over een boordcomputer. Bij het drukken op de vermoedelijke knop van de boorcomputer gaf het display de melding ‘no function’ aan.
De auto bevond zich ten tijde van de koop in de showroom van de ondernemer. In de auto was een kaart aanwezig met daarop aangegeven de specificaties en de opties van de auto. Op deze kaart stond aangegeven dat de auto was voorzien van een boordcomputer. Op de kaart die zich in de auto in de showroom van de ondernemer bevond, staat echter wel vermeld dat de auto is voorzien van een boordcomputer. Daarop aangesproken door de consument beroept de ondernemer zich op de disclaimer die op zijn website staat vermeld, waarop de informatie op de kaart is gebaseerd.
De consument stelt zich op het standpunt dat de auto als gevolg van het ontbreken van een boordcomputer niet aan de overeenkomst beantwoordt. Zij vordert herstel of vervanging.
De consument had met de auto een schade opgelopen en bracht de auto voor het schadeherstel bij de ondernemer. Bij deze gelegenheid verzocht zij de ondernemer om een kras op de kofferdeksel met cleaner weg te werken. De ondernemer heeft echter zonder overleg met de consument de kofferdeksel gespoten en daarvoor een bedrag van € 220,15 in rekening gebracht.
De consument verlangt terugbetaling van dit door haar zonder rechtsgrond aan de ondernemer betaalde bedrag.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer had de consument moeten opbellen alvorens de kofferdeksel te spuiten. Een dergelijke beslissing komt alleen de consument als eigenaar van de auto toe.
De consument heeft geen navraag gedaan bij een merkdealer naar de mogelijkheden van het alsnog inbouwen of herstellen van de functies van de boordcomputer. Het is een accessoire van € 500,–. Gelet op de afschrijving acht zij een vergoeding dan wel verlaging van de koopprijs met een bedrag van € 250,– op z’n plaats.
De consument is niet bereid op het voorstel van de ondernemer in te gaan om de auto in te nemen en de koopprijs te vergoeden.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De kras bleek te diep om weg te poetsen. De auto bevond zich op dat moment bij de spuiter en er moest een beslissing worden genomen. Gelet op de opmerking van de consument dat zij haar auto mooi wilde houden heeft de ondernemer ervoor gekozen het niet bij een half weggepoetste kras te laten, maar tot spuiten over te gaan. Normaliter zou daarvoor een prijs gelden van € 574,75, terwijl maar € 220,15 in rekening is gebracht.
Aldus is de ondernemer zoveel mogelijk aan de wensen van de consument tegemoet gekomen. De in rekening gebrachte vergoeding overschrijdt de grenzen van de redelijkheid niet.
In dit type auto behoort geen boordcomputer. De informatie komt van andere bronnen. Hiervoor verwijst de ondernemer naar de disclaimer op zijn website. Reparatie van iets dat ontbreekt is niet mogelijk.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer blijft bij zijn aanbod om de auto terug te nemen. Het is juist dat door de consument geen uitdrukkelijke opdracht voor het spuiten is gegeven. Het is juist dat er op de kaart een foutieve vermelding stond. Het heeft de nodige tijd gekost voordat de consument er achter kwam dat er geen boordcomputer aanwezig was. De ondernemer ziet het belang van de consument bij haar vordering niet.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft een klacht ingediend tegen de ondernemer die uit twee onderdelen bestaat.
Voor wat betreft de naar het oordeel van de consument in rekening gebrachte spuitkosten volgt de commissie het standpunt van de ondernemer dat door hem een redelijk bedrag in rekening is gebracht.
Weliswaar staat vast dat door de consument geen uitdrukkelijke opdracht tot het spuiten is gegeven, maar gelet op de wel aan de ondernemer verstrekte opdracht om te trachten de aanwezige kras weg te poetsen, de omstandigheid dat de auto zich op dat moment bij de spuiter bevond en gelet daarop het spuitwerk voordeliger dan anders zou kunnen worden uitgevoerd en de gematigde rekening, is de commissie van mening dat een kosteloze uitvoering van de betreffende werkzaamheden in redelijkheid niet van de ondernemer kan worden gevergd en tot een ongerechtvaardigde verrijking van de consument zou leiden. Dit onderdeel van de klacht wordt derhalve verworpen.
Ten aanzien van de klacht over de afwezigheid van een boordcomputer volgt de commissie de consument.
Vaststaat dat op een van de ondernemer afkomstige aanprijzing van de auto staat vermeld dat sprake is van de aanwezigheid van een boordcomputer, terwijl dat niet het geval blijkt te zijn. Gelet op deze mededeling kunnen aan de onderzoek plicht van de consument niet al te hoge eisen worden gesteld. Dit brengt mee dat de ondernemer een auto heeft verkocht en geleverd welke op dit punt niet aan de koopovereenkomst beantwoordt en niet de eigenschappen bezit die de consument mocht verwachten. Het feit dat de ondernemer zich beroept op de disclaimer op zijn website doet hieraan niets af. De consument heeft de auto niet gekocht op basis van de informatie op de website. Van de consument kan niet worden verlangd dat zij instemt met het voorstel van de ondernemer om de auto terug te nemen. De consument is haar verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst nagekomen en kan om die reden niet worden geconfronteerd met een actie van de ondernemer waarvan de honorering de facto de ontbinding van de koopovereenkomst – tegen haar wil – zou betekenen.
Ter zitting heeft de consument, onweersproken door de ondernemer, gesteld dat de waarde van een boordcomputer op een bedrag van € 500,– kan worden gesteld en thans, gelet op de afschrijving van de auto, een waarde van € 250,– vertegenwoordigt.
Nu herstel noch vervanging van de boordcomputer aan de orde zijn, is een schadevergoeding de voor de hand liggende oplossing van dit onderdeel van het geschil van partijen. Om die reden zal de commissie de ondernemer veroordelen tot betaling van een vergoeding van € 250,– aan de consument.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 250,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 330,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 3 augustus 2011.