Commissie: Post
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: tussenadvies
Uitkomst: x
Referentiecode:
191587/196623
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Consument heeft gebruik gemaakt van de verzendservice van ondernemer om een pakket naar een derde partij op te sturen. Consument heeft dit pakket ter waarde van € 5.550,– ook verzekerd voor € 5.550,– bij de ondernemer. Dit pakket is vermist, maar consument heeft haar geld niet teruggekregen. Ondernemer beweert dat hier sprake is van verzekeringsfraude door en wil het bedrag niet aan consument betalen. De commissie wil duidelijkheid voordat zij een uitspraak kan doen. Tot nu toe is hetgeen dat ondernemer beweert alleen een vermoeden. De commissie vraagt de consument eerst bepaalde documenten aan te leveren bij de commissie die haar identiteit bevestigen. Daarna zal de commissie een oordeel over dit geschil geven.
Deze uitspraak is daarom een Tussen Advies en zal hierna vervolgd worden door een Bindend Advies.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 16 februari 2023 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt nader toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft schadevergoeding voor een verloren gegaan verzekerd pakket.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 7 september 2022 heeft de consument een pakket verstuurd met verzekerservice. Op 21 september 2022 maakt zij officieel melding bij de ondernemer dat het pakket niet te volgen is via Track & Trace en ontvanger geeft aan dat het pakket niet ontvangen is. Op 28 september 2022 meldt de ondernemer dat het pakket als vermist moet worden beschouwd en vraagt hij naar documenten van de inhoud. De consument heeft alle documenten opgestuurd en daarna krijgt zij niet uitbetaald. Er komen een hoop vragen waar lang geen reactie op komt. De consument heeft een camera met accessoires verkocht via [advertentie website] voor € 5.550,– en ook voor dit bedrag verzekerd bij de ondernemer. Zij heeft het koopcontract toegestuurd, maar nog geen geld ontvangen en het pakje is de ondernemer ook kwijt. Hier wordt niet meer over gesproken door de ondernemer. De consument wil graag het pakje terug of het geld ontvangen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer somt een aantal bevindingen op:
1. De wisselende en valse naam en adresgegevens van de consument die niet correspondeerden met de in het klantenservice-systeem al eerder geregistreerde gegevens vanwege de door haar eerder ingediende claims.
2. De gegevens van de geadresseerde [naam]. De geadresseerde zou wonen in een luxe villa van de oud profvoetballer [naam]. Door justitie is beslag gelegd op deze villa. Dit blijkt onder meer uit de website van [naam website] en [online kaartendienst]. Aan de foto’s is te zien dat het om exact dezelfde villa gaat.
3. De hoeveelheid claims (15!) die ingediend zijn door een heer of mevrouw [naam] die woonachtig is op het adres X in [naam dorp]. Dit adres is gelinkt aan de consument doordat zij ook pakketten ontvangt op de naam [naam] op dit adres. Behalve het e-mailadres ziet de ondernemer in de claims ook haar naam [(naam)] regelmatig terugkomen in [veilingwebsite]-gesprekken die gevoerd zouden zijn met kopers. Vastgesteld kan worden dat de consument een direct verband heeft met de claims die ingediend zijn op het adres X in [dorpsnaam]. Het op deze schaal stelselmatig indienen van claims kan alleen maar duiden op oneigenlijk gebruik van de Aangetekende of Verzekerservice van de ondernemer met het oogmerk om een schadevergoeding op te strijken.
4. Het pakket waar dit geschil betrekking op heeft, is ingeleverd op een servicepunt van de ondernemer in [dorpsnaam], terwijl de consument aangaf bij de klantenservice dat ze woonachtig zou zijn in [stadsnaam]. Volgens het vragenformulier dat ze heeft ingediend bij de commissie is ze thans woonachtig in [landsnaam].
5. Op het adres X in [dorpsnaam] is exact dezelfde camera van het merk [naam] besteld bij [bedrijfsnaam] door een persoon genaamd [naam]. Dit pakket zou volgens een heer of mevrouw [naam] ook niet afgeleverd zijn. Bovendien is ook te zien dat de totale inhoud van exact dezelfde camera een waarde vertegenwoordigde van € 1.425,–.
Op grond van deze bevindingen wijst de ondernemer de klacht af.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Door de ondernemer wordt een groot aantal vermoedens geuit, waaruit zou moeten volgen dat de claim wegens het verloren gegane pakket moet worden afgewezen. De commissie overweegt dat door de door de ondernemer genoemde bevindingen twijfel gezaaid wordt, met als gevolg dat de commissie meer duidelijkheid ten aanzien van een aantal punten wil hebben.
De commissie verzoekt de consument een kopie van haar paspoort aan de commissie te zenden via KopieID (een uit de [naam online winkel] te laden app). Ook verzoekt zij de consument een uittreksel BRP (voorheen GBA) in te leveren waarop haar adressen van de afgelopen drie jaar staan. Zij kan dat uittreksel aanvragen in de Nederlandse gemeente waarin zij het laatst gewoond heeft. Ook wil de commissie ontvangen een afschrift van de bankbetaling waarmee door de consument de betreffende camera gekocht is (zij beschikt niet meer over het aankoopbewijs). Deze stukken dienen binnen drie weken na verzending van dit tussenadvies de commissie bereikt te hebben. De ondernemer kan daarop binnen twee weken reageren.
Tenzij een van partijen uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling zal vragen, zal de commissie na ontvangst van bovengenoemde stukken de zaak schriftelijk behandelen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt verzocht de hiervoor genoemde informatie op de aangegeven wijze aan de commissie te doen toekomen en wel binnen drie weken na verzending van dit tussenadvies.
De hiervoor verlangde informatie wordt na ontvangst door de commissie in afschrift aan de ondernemer gezonden. Deze wordt in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken een schriftelijke reactie aan de commissie kenbaar te maken.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer A. Verkaik en mevrouw mr. M.T. Buiting, leden, op 16 februari 2023.