Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw
Categorie: Kwaliteit geleverde werk / ondeugdelijke levering
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
83895
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de uitvoering en oplevering van werkzaamheden aan de woning van de consument.
Standpunt van consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komen de klachten op het volgende neer.
1. Bij de renovatie van de wc is geen rekening gehouden met de beperkte beenruimte. De afvoer is te ver naar voren geplaatst;
2. De afwerking van het bovenlicht in de keuken is ondeugdelijk uitgevoerd en de hoogte van de factuur hiervoor staat niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden waarbij dient te worden aangetekend dat de consument de benodigde verf zelf heeft aangeleverd;
3. De dakgoot is verkeerd bevestigd waardoor het water langs de goot sijpelt.
Ter zitting heeft consument haar standpunt nader toegelicht.
Zij stelt dat de ondernemer haar had moeten adviseren over de renovatie van de wc. Haar zoon heeft de wc pot en het reservoir voor haar gekocht en uitgerekend dat de beenruimte na installatie gelijk zou blijven. De aannemer heeft de afvoer verkeerd geplaatst waardoor de wc-pot een stuk naar voren is komen te staan waardoor er te weinig beenruimte is overgebleven.
De muur van de schuur wordt nat omdat er water langs de goot sijpelt.
Het bovenlicht is onzorgvuldig geschilderd.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken.
Ter zitting heeft de ondernemer– in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer heeft de opdracht gekregen om een wc en reservoir te plaatsen. Omdat onder de vloer een strijkbalk aanwezig is, moest de afvoer naar voren worden geplaatst. Het is niet mogelijk om de strijkbalk door midden te zagen zonder nadere voorzieningen te treffen. Nadat de wc is gerenoveerd heeft de consument nimmer geklaagd over de beenruimte. Nu er problemen zijn met dakgoot en bovenlicht wordt er pas geklaagd over de beenruimte.
De dakgoot is opgehangen met door de leverancier geleverde draagbeugels. De ondernemer heeft toegezegd de scharnieren van het uitzetraam te vervangen, de scheurvorming aan de onderzijde van het raam te herstellen en het raam opnieuw te schilderen.
Deskundigenrapport
De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door [naam deskundige] (hierna te noemen: de deskundige), die daarover op 13 juni 2014 schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt als hier herhaald en ingelast.
Beoordeling van het geschil
De commissie stelt vast dat de ondernemer op 1 november 2012 een offerte heeft uitgebracht voor de renovatie van de wc en vervanging van een kozijn en op 18 januari 2013 een offerte heeft uitgebracht ter zake van bovenlicht keuken, schilderwerk en hemelwaterafvoer. De consument is niet tevreden over de werkzaamheden en de hoogte van de factuur.
De commissie overweegt in de eerste plaats dat gezien de stelling van de consument dat zij geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer, een stelling die de ondernemer niet gemotiveerd heeft betwist, dit geschil financieel dient te worden opgelost. Dit voor zover de commissie hiervoor termen aanwezig acht.
Klacht 1: de wc renovatie
De ondernemer is op grond van artikel 5 lid 10 van COVO2010 verplicht de consument te wijzen op onvolkomenheden in het door of namens de consument vervaardigde ontwerp een en ander voor zover de ondernemer deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Als de ondernemer de in dit lid omschreven verplichting niet nakomt, is hij voor de schadelijke gevolgen van dit verzuim aansprakelijk.
De commissie is enerzijds van oordeel, gelet op voormelde bepaling, dat de ondernemer de consument had dienen te waarschuwen dat – uitgaande van de bestaande situatie van de vloer – er na renovatie van de wc minder beenruimte zou overblijven, dan wel moeten aangeven dat de beenruimte alleen gelijk zou blijven aan de oude situatie indien de strijkbalk zou worden doorgezaagd waarbij in dat geval nadere voorzieningen zouden moeten worden getroffen tegen een eventuele aangepaste prijs. Anderzijds is de commissie van oordeel dat het op de weg van de consument had gelegen om eerder haar klacht over de beenruimte aan de ondernemer kenbaar te maken.
Gezien het vorenstaande en de inhoud van het rapport van de deskundige zal de commissie beslissen dat op grond van redelijkheid en billijkheid de ondernemer aan de consument is gehouden tot het betalen van een vergoeding ter hoogte van € 1.000,–.
De commissie zal de ondernemer opdragen dit bedrag aan de consument te betalen.
Klacht 2: afwerking bovenlicht
De deskundige heeft in zijn rapport aangegeven dat in de offerte niet is opgenomen dat het uitzetraam diende te worden voorzien van roestvast staal beslag. De ondernemer heeft aangegeven dat de scharnieren zijn gegalvaniseerd en zodoende bestand zijn tegen roestvorming.
Wel heeft de deskundige vastgesteld dat aan de binnenzijde van het raam de sponning niet volledig was geschuurd. Hieruit concludeert de commissie dat het verfwerk niet deugdelijk is aangebracht. In zoverre is de klacht derhalve gegrond. De commissie zal, gezien de inhoud van het rapport van de deskundige, beslissen dat op grond van redelijkheid en billijkheid de herstelkosten moeten worden begroot op een bedrag van € 100,–. De commissie zal de ondernemer opdragen dit bedrag aan de consument te betalen.
Klacht 3: hemelwaterafvoer
De deskundige heeft vastgesteld dat de door de ondernemer aangebrachte pvc-mastgoot niet volledig aansluit tegen de langsgevel van de schuur. Door de toegepaste beugels is er sprake van een vrije ruimte van 2 centimeter. Hierdoor kan het zonnescherm dat tegen de achtergevel is gemonteerd niet volledig worden geopend en wordt de mastgoot geraakt. De deskundige adviseert de draagbeugels te vervangen en begroot de kosten hiervan op € 266,–.
De commissie stelt vast dat er geen sprake is van goed en deugdelijk werk en zal, gezien de inhoud van het rapport van de deskundige, beslissen dat op grond van redelijkheid en billijkheid de herstelkosten worden begroot op een bedrag van € 266,–. De commissie zal de ondernemer opdragen dit bedrag aan de consument te betalen.
Gelet op het vorenstaande veroordeelt de commissie de ondernemer tot het betalen van een bedrag van € 1.366,– aan de consument.
Nu de klachten van de consument voor het overgrote deel gegrond worden bevonden, beslist de commissie tevens dat de ondernemer op grond van artikel 21 van het reglement het klachtengeld ad € 260,– aan de consument moet vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klachten van de consument gegrond en bepaalt als volgt:
– De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.366,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
– Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de onderneming bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
– Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 260,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld;
– Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 1.500,– exclusief BTW;
– De commissie wijst het anders of meer verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen op 4 juli 2014.