
Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Pleziervaartuigen
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT08-0036
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de huur van een sloep voor de periode 8 augustus 2008 t/m 22 augustus 2008, voor een huurprijs van € 1.120,–. De consument heeft de klacht op 27 augustus 2008 per e-mail voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer is de huurovereenkomst niet nagekomen. De consument had (onder meer) de volgende voorwaarden gesteld: – de sloep die wordt afgeleverd, is de nieuwste, mooiste en snelste uitvoering van de RiverCruise 23 Residence Sloep; – de kleur van de sloep en de cabriokap met dektent is blauw (in verband met het maken van een fotosessie); – de sloep wordt met volle brandstoftank afgeleverd. Over deze voorwaarden is vooraf telefonisch overleg gevoerd en de ondernemer heeft deze voorwaarden bevestigd in zijn mail van 4 januari 2008. In de huurovereenkomst van 4 januari 2008 verwijst hij ook naar deze mail. De consument kreeg iets anders geleverd, namelijk een witte sloep met beschadigde boegbalk en met modder voetstappen bevuilde kussens. Bovendien was de tank niet vol en ontbrak de dektent (er was alleen een cabriokap). In tegenstelling tot de informatie op de website van de ondernemer, was er ook geen vlaggenstok met vlag en een waterkaart aanwezig. Ondanks dat direct bij aflevering van de sloep bezwaar is gemaakt, heeft de ondernemer geen enkele actie ondernomen. De consument verlangt een vergoeding van € 380,– in contant geld (equivalent van de huurprijs voor een midweek) en vergoeding van het klachtengeld. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De fotosessie was bedoeld voor het nichtje, het petekind, van de consument. De consument dacht harde afspraken te hebben gemaakt met de ondernemer. Omdat de ondernemer zich daar desondanks niet aan gehouden heeft, heeft de consument geen vertrouwen meer in de ondernemer. Van diens aanbod wil hij daarom geen gebruik maken. Ook niet omdat hij dan ook weer een huisje zou moet huren, omdat hij zelf geen huis in Friesland heeft en de sloep geen verblijfssloep is. Door de schade aan de steven, was het richtpunt weg, waardoor het varen moeilijker werd. De consument heeft de sloep tijdens de huurperiode niet gebruikt. Gecompenseerd naar de huurprijs van 2009, verlangt de consument een vergoeding van € 400,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Er is inderdaad een sloep met een andere kleur geleverd dan was overeengekomen. Tijdens de overeengekomen huurperiode was er door niet voorziene en niet te beïnvloeden omstandigheden binnen ons bedrijf geen blauwe sloep beschikbaar. In alle overige opzichten voldeed de geleverde sloep exact aan de beschrijving en uitrusting als omschreven in de afgesloten huurovereenkomst. Helaas deed zich op de avond voor de aflevering van de sloep een aanvaring voor, waarbij twee sloepen van de ondernemer aan de steven beschadigd raakten. Daardoor kon alleen een sloep met de minste stevenschade afgeleverd worden. Alle sloepen van de ondernemer worden zonder vlag en vlaggenstok verhuurd. Boten die bij de ondernemer in het haven worden opgehaald, krijgen een waterkaart mee. Boten die op locatie worden afgeleverd, krijgen nooit een waterkaart mee. Dat de dieseltank niet geheel afgevuld was, is niet relevant, omdat de tank een zeer ruime inhoud heeft en de motor heel weinig brandstof verbruikt. In ieder geval was er voldoende diesel om bij normaal gebruik twee weken te varen. Een dektent was inderdaad ook niet aanwezig. Met ingang van 2008 zijn de sloepen van de ondernemer zelflozend, waardoor dektenten op het achterdek niet meer nodig zijn en op bijna alle nieuwe sloepen ook niet meer beschikbaar zijn. De consument had hierover geïnformeerd moeten worden, wat echter niet gebeurd is. Om de consument uit coulance tegemoet te treden en de zaak af te handelen, heeft de ondernemer de consument een ruim te plannen aanvullende huurperiode om niet aangeboden. Dat aanbod doet de ondernemer gestand. Naar de mening van de ondernemer heeft de consument geen schade geleden die door een financiële tegemoetkoming vergoed of ongedaan gemaakt kan worden. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De blauwe boten waren langdurig aan andere klanten verhuurd. De neus van de sloep was inderdaad wat scheef, maar je kon er nog prima mee varen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt vast dat partijen nadrukkelijk de huur zijn overgekomen van een sloep die voldoet aan de volgende voorwaarden: – de sloep is de nieuwste, mooiste en snelste uitvoering van de RiverCruise 23 Residence Sloep; – de kleur van de sloep en de cabriokap met dektent is blauw; – de brandstoftank is volledig afgevuld. Vaststaat dat de sloep die de ondernemer heeft geleverd niet aan deze voorwaarden voldoet. De ondernemer heeft dat ook erkend. Weliswaar heeft de ondernemer omstandigheden aangevoerd waardoor het voor hem niet mogelijk was om aan de twee eerstgenoemde voorwaarden te voldoen, doch de commissie is van oordeel dat deze omstandigheden voor zijn risico zijn. Daarmee staat vast dat de ondernemer toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst. Zeker nu de consument nadrukkelijk een aantal bijzondere contractsvoorwaarden heeft gesteld en de ondernemer daarmee akkoord is gegaan, is het aanbod van de ondernemer om nogmaals een boot bij hem te huren naar het oordeel van de commissie geen passende oplossing voor het niet voldoen aan deze bijzondere contractsvoorwaarden. Een schadevergoeding vanwege gederfd huurgenot is op zijn plaats. In de omstandigheden van het geval beschouwt de commissie de door de consument verlangde vergoeding van € 380,– als een passende schadevergoeding. De commissie ziet geen reden om dat bedrag te verhogen naar € 400,–. Dat de huurprijzen bij de ondernemer in 2009 zijn gestegen, zoals de consument stelt, doet niet terzake, omdat de consument niet de huurprijs van 2009 heeft betaald, maar die van 2008. De klachten over de waterkaart en de vlaggenstok zijn ongegrond. Uit niets blijkt dat deze door de ondernemer zijn toegezegd. De consument heeft dat in ieder geval niet aannemelijk gemaakt. Deze klachten acht de commissie overigens van ondergeschikt belang. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht in hoofdzaak gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 380,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 87,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 12 december 2008.