
Commissie: Webshop
Categorie: Algemene voorwaarden / Ontbinding overeenkomst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
132892/151528
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Dit geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst van een elektrische fiets tussen consument en ondernemer. Consument wil de overeenkomst ontbinden, omdat de fiets mankementen zou vertonen. Ondernemer biedt alternatieven en voorwaarden aan voor het ontbinden van de overeenkomt, omdat de herroepingstermijn verstreken zou zijn. De commissie geeft aan dat beide partijen zowel terechte als onterechte voorwaardes hebben gesteld. De commissie oordeelt dat ondernemer een redelijke oplossing heeft aangeboden en deze moet uitvoeren. De klacht wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Webshop (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De commissie stelt vast dat de klacht tijdig is ingediend.
Het bureau van de commissie heeft aan beide partijen bericht dat de commissie de behandeling van het geschil zal afdoen zonder mondelinge behandeling. De commissie heeft daartoe ook de bevoegdheid conform haar reglement. Alhoewel daartoe wel in de mogelijkheid gesteld, heeft geen van partijen aangegeven prijs te stellen op een mondelinge behandeling. Om die reden zijn partijen geïnformeerd over de datum wanneer de commissie zal beslissen over het geschil.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 maart 2023.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 augustus 2021 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een elektrische fiets van het merk [naam], type [naam], voor de som van € 1.461,–. De fiets is op 13 augustus 2021 geleverd aan de consument.
De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Ik had bij de ondernemer een elektrische fiets gekocht, maar die voldeed niet en dat gold ook voor de fiets die ervoor in de plaats werd gesteld.
Dit is gemeld aan de ondernemer en deze heeft de kans gehad om tot herstel over te gaan. De eerste fiets is teruggegaan naar de technische dienst; ik heb daar geen terugkoppeling op gehad. Na de tweede poging heb ik geen vertrouwen meer in een juiste afhandeling zonder rare voorwaarden. Ook is het keurmerk dat de ondernemer op zijn website vermeldt, onbereikbaar. Ik wil gewoon de koop ontbinden en het aankoopbedrag terug.
Er zijn enkele voorstellen gedaan om de koop te ontbinden, maar voordat de fiets wordt overgedragen, moet het aankoopbedrag op mijn rekening staan of er moet een andere manier zijn, zodat ik zeker weet dat ik het aankoopbedrag terugkrijg. Dit in verband met de diverse voorwaarden die de ondernemer onterecht aan de ontbinding verbindt (intrekken review op [naam website] nu en in de toekomst, onder voorbehoud test door fabrikant, intrekken klacht bij Geschillencommissie). In ieder geval dient er rekening mee gehouden te worden dat de fiets, weliswaar afgedekt, inmiddels enige weken in een schuur staat opgeslagen en dat het achterlicht half afgemonteerd is (wat aan de ondernemer is gemeld). Er zijn maximaal vier testritjes met de fiets gemaakt à 2,5 kilometer.
Verder wil ik dat de ondernemer ook de kosten vergoedt van de Geschillencommissie, aangezien ik door een onjuiste afhandeling van de ondernemer naast veel tijd, ook extra kosten heb gemaakt door sinds augustus niet op de fiets naar mijn werk te kunnen gaan en daar de auto voor heb gebruikt. Ook de tijd die ik erin heb moeten steken om ervoor te zorgen dat de koop wordt ontbonden, moet door de ondernemer worden vergoed tegen een uurtarief van € 125,– exclusief btw. Zo nodig zal dit uurtarief verhoogd moeten worden met de kosten van rechtsbijstand.
Omdat er signalen zijn dat deze fietsen opvallend lang in voorraad hebben gestaan, kan een extern onderzoek onderdeel van de afhandeling zijn.
De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van het aankoopbedrag.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 11 augustus 2021 de betreffende fiets via onze website gekocht en deze is op 13 augustus 2021 geleverd. Op deze koopovereenkomst zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. De klant dient alvorens de bestelling te kunnen afronden aan te vinken dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn en zijn ontvangen. De voorwaarden kunnen direct worden ingezien en worden gedownload. De algemene voorwaarden zijn tevens te vinden op onze website en worden op verzoek kosteloos aan onze klanten toegezonden.
De consument heeft motorproblemen geconstateerd en daaromtrent geklaagd. In dat kader is op 25 augustus 2021 de fiets opgehaald en omgeruild voor een nieuw exemplaar. De consument heeft diezelfde dag, 25 augustus 2021, per email gemeld dat er ook motorproblemen en transportschade zijn bij deze nieuwe fiets. Er is vervolgens per mail contact geweest omtrent de klacht. De opgehaalde fiets is door de technische dienst beoordeeld en goedgekeurd zonder enige aanleiding voor mankementen.
De consument heeft op 6 september 2021 een beroep gedaan op ontbinding van de koop. In reactie daarop is per mail d.d. 13 september 2021 meegedeeld dat wij niet akkoord gaan met herroeping van de koop wegens overschrijding van de wettelijke termijn van veertien dagen (volgens artikel 6:230o BW). Er is aangegeven dat de fiets door ons kon worden opgehaald ten behoeve van onderzoek zodat het technische mankement zou kunnen worden hersteld. Daarnaast is als alternatief voorgesteld de koop alsnog te ontbinden onder redelijke voorwaarden, waaronder het verwijderen van een negatieve review die onterecht is geplaatst door de consument, maar zij heeft beide voorstellen van de hand gewezen.
De consument heeft op 13 september 2021 opnieuw voorgesteld de koop te ontbinden onder de -onredelijke en onacceptabele- voorwaarde dat het aankoopbedrag plus een bedrag aan schadevergoeding in de vorm van haar uurtarief, voorafgaand aan het ophalen van de fiets op 15 september 2021 op haar bankrekening zou zijn overgemaakt door ons. De consument was niet bereid om de fiets op te sturen of vrij te geven alvorens betaling door haar was ontvangen. Om toch een oplossing te bereiken voor de kwestie hebben wij op 6 oktober 2021 aangegeven te kunnen instemmen met ontbinding van de koop als de fiets in nieuwstaat bij ons wordt afgeleverd, waarna (en dus als aan die voorwaarde is voldaan en dit door ons is vastgesteld) wij het volledige aanschafbedrag retour zouden betalen. Wij hebben tevens aangegeven dat het voor de consument mogelijk is de fiets persoonlijk af te geven bij onze werkplaats, waar -na inspectie- het bedrag direct terugbetaald zou kunnen worden. Dat is niet door de consument aanvaard.
We hebben ons toen nog verder gestrekt om een oplossing te bereiken, door mevrouw de consument nog verder tegemoet te komen. Er is op 20 oktober 2021 onverplicht aangeboden om, door de fabrikant van de fiets ( [naam] ), de fiets te laten ophalen.
De chauffeur zou ter plekke de fiets op beschadigingen controleren en nagaan hoeveel kilometer er op de fiets gereden is. Mocht de fiets dan in nieuwstaat verkeren, dan zouden wij direct het aankoopbedrag op haar rekening terugstorten. Na ontvangst van het aankoopbedrag zou de chauffeur van [naam fiets] dan de fiets meenemen. De consument is op geen van de genoemde voorstellen ingegaan, dan wel heeft deze afgewezen.
Op de met de consument gesloten koopovereenkomst voor de fiets zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Op grond daarvan heeft de consument -primair- geen recht op herroeping van de koop. Het product is namelijk op 13 augustus 2021 geleverd en pas op 6 september 2021 heeft de consument de ontbinding van de koop ingeroepen. Deze mededeling is niet binnen veertien dagen na de levering van de fiets gemeld en de koop kan daarom niet worden herroepen op grond van artikel 6:230o BW. Deze ontbindingshandeling heeft dus geen rechtskracht. Indien de consument -subsidiair- wel rechtens de ontbinding van de koop van de fiets heeft ingeroepen (wat wordt betwist), dan geldt dat zij ten onrechte de fiets niet heeft willen retourneren aan ons. Dit is ingevolge artikel 6:230s BW en artikel 8 Avw de verplichting van de consument om dit op eigen kosten te verzorgen. Wij hebben het recht om eerst de fiets te ontvangen, te kunnen controleren op eventuele beschadigingen en gereden kilometers, alvorens wij het aankoopbedrag aan de consument terugstorten. De consument mag de fiets immers slechts gebruiken in de mate die nodig is om de aard, de kenmerken en de werking van het product vast te stellen. Het uitgangspunt hierbij is dat de consument het product slechts mag hanteren en inspecteren zoals hij dat in een winkel zou mogen doen (artikel 7 Avw). De consument is aansprakelijk voor waardevermindering van de fiets indien het gebruik verder heeft gestrekt dan deze norm, waarbij wij de mogelijkheid hebben om de waardevermindering op de koopsom in te houden (zie eveneens artikel 7 Avw). De consument heeft echter zonder enige grond haar ongedaanmakingsverplichting opgeschort terwijl zij eerst, of in ieder geval gelijktijdig, moet presteren. Uit haar mededelingen mocht ook worden afgeleid dat zij in de nakoming te kort zou (blijven) schieten, als gevolg waarvan zij zonder nadere ingebrekestelling in verzuim is (artikel 6:80 lid 1 sub b BW). Zelfs op onze onverplichte en meer dan redelijke voorstellen om de fiets te laten ophalen is de consument niet ingegaan. Wij hebben rechtsgeldig de daartegenover staande verplichting (de terugbetaling van de koopsom) opgeschort (artikel 6:263 BW).
Meer subsidiair beroepen wij ons op het volgende. Overeenkomstig artikel 7:21 lid 1 sub b BW hebben wij aangeboden om de fiets te onderzoeken op gebreken en die zo nodig te herstellen. Wij zijn daarin niet tekortgeschoten en op grond daarvan kan evenmin een ontbinding worden gegrond. Ten overvloede; zoals gesteld, hebben wij de consument onverplicht voorstellen gedaan omtrent het oplossen van het geschil, onder meer door het onverplicht aanbieden van ontbinding van de koop. Indien de betreffende fiets in nieuwstaat zou verkeren, zou het volledige aanschafbedrag worden geretourneerd. Op geen van de bovengenoemde, redelijke voorstellen is de consument ingegaan. Voorts verbaast het dat de consument nu de commissie inschakelt en voorstelt het aanschafbedrag in depot te storten. Het is zeer onredelijk dat wij de behandelingskosten zouden moeten betalen, omdat de consument geen zaak heeft en wij diverse oplossingen hebben aangeboden ter beëindiging van het geschil.
Wij zijn in deze fase enkel nog bereid om de koopovereenkomst te ontbinden en de fiets (in nieuwstaat) in ontvangst te nemen, mits op de door ons, alsdan terug, te betalen koopsom een bedrag gelijk aan de behandelingskosten van € 550,– exclusief btw in mindering strekt. Daarop strekt dan eventueel nog in mindering de waardevermindering van de fiets als gevolg van beschadigingen of gebruik dat verder strekt dan nodig is om een indruk te wekken die de aanschaf van de fiets zou kunnen onderbouwen, zoals zij dat in een winkel ook had kunnen doen. Zo nodig kan dit middels een depotstelling via de commissie plaatsvinden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen is niet in geschil dat de ondernemer op 13 augustus 2021 de elektrische fiets waar dit geschil betrekking op heeft aan de consument heeft geleverd. Ook is niet in geschil dat de consument stelde dat de geleverde fiets motorproblemen had, waarop de ondernemer op 25 augustus 2021 een andere fiets aan de consument ter beschikking heeft gesteld. De consument heeft daarop aangegeven dat deze fiets hetzelfde probleem heeft en heeft de koopovereenkomst willen ontbinden.
In het midden kan blijven of de consument op 6 september 2021 een beroep kon doen op ontbinding van de koopovereenkomst nu beide partijen inmiddels instemmen met die ontbinding en het geschil zich toespitst op de effectuering daarvan. Kortgezegd wil de consument de elektrische fiets slechts ter beschikking stellen van de ondernemer als eerst de aankoopsom op de bankrekening is teruggestort, terwijl de ondernemer aanvankelijk wenste dat de consument haar review op [naam website] zou intrekken, dat de fabrikant de fiets zou testen en dat de klacht bij deze commissie zou worden ingetrokken. Later heeft de ondernemer zich op het standpunt gesteld dat de consument op grond van artikel 6:230s BW en artikel 8 algemene voorwaarden de verplichting had de fiets op eigen kosten te retourneren en dat de ondernemer het recht heeft de fiets te ontvangen om te kunnen controleren op eventuele beschadigingen en gereden kilometers alvorens de ondernemer het aankoopbedrag aan de consument zou terugstorten. Uiteindelijk heeft de ondernemer op 20 oktober 2021 aangeboden om de fabrikant van de fiets ( [naam] ), de fiets te laten ophalen: de chauffeur zou ter plekke de fiets op beschadigingen controleren en nagaan hoeveel kilometer er op de fiets gereden is; mocht de fiets in nieuwstaat verkeren dan zou direct het aankoopbedrag op de rekening van de consument worden gestort en na ontvangst van het aankoopbedrag door de consument zou de chauffeur dan de fiets meenemen.
De commissie wijst er allereerst op het niet gepast is om als voorwaarde te stellen dat een review zou worden ingetrokken, omdat er sprake is van vrijheid van meningsuiting. Het staat volgens artikel 7 van de Grondwet eenieder vrij zijn gedachten en gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Bij dit laatste kan worden gedacht aan een onrechtmatige daad als bijvoorbeeld een onterechte aantijging wordt gedaan. Daarvan is in dit geval geen sprake nu de consument zich beroept op motorproblemen van de aangeschafte elektrische fiets en de ondernemer die fiets wenste te vervangen. Wel kan de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat bij die uiting de fatsoensnormen in acht worden genomen en dat als de klacht is opgelost ook daarvan mededeling wordt gedaan. Niet onredelijk is dat de ondernemer de fiets wenste te testen en dat de klacht zou worden ingetrokken, omdat dan immers de klacht van de consument zou zijn opgelost.
Ook de consument heeft onterecht een voorwaarde gesteld. Zij wenste de fiets pas af te geven als de aankoopsom op haar bankrekening was gestort. Daarbij verliest zij uit het oog dat de ondernemer de mogelijkheid moet hebben na te gaan of inderdaad de geleverde elektrische fiets ter beschikking wordt gesteld, in welke staat die fiets verkeert, welke afstand met de fiets is afgelegd, etc. Kort gezegd: in hoeverre de fiets in nieuwstaat verkeert. In feite is hier sprake van het spiegelbeeld van het in artikel 6:230o BW opgenomen herroepingsrecht. Dat recht strekt er immers toe dat bij op afstand gesloten koopovereenkomsten een consument niet in de gelegenheid is om de gekochte zaak vooraf te inspecteren of de aard van de dienst te onderzoeken. Tijdens de in de bepaling genoemde termijn van veertien dagen kan de consument alsnog de gekochte zaak inspecteren of de aard van de dienst onderzoeken. Wordt een product geretourneerd dan dient de ondernemer ook een redelijke inspectietermijn te hebben. Een en ander krijgt ook gestalte in artikel 6:230s BW waar een regeling is getroffen voor het terugzenden van de zaak. Verder had de consument zich moeten realiseren dat als de ondernemer het aankoopbedrag niet zou restitueren de consument een procedure voor deze commissie had kunnen starten en dat, bij een toewijzende uitspraak, er sprake zou zijn van een nakomingsgarantie, zodat de consument hoe dan ook haar aankoopbedrag zou ontvangen.
Op 25 oktober 2021, derhalve voor het aanhangig maken van de klacht, is de ondernemer de consument nog verder tegemoetgekomen: de chauffeur van de fabrikant van de fiets zou de fiets ophalen en inspecteren.
De commissie acht dit aanbod dat de ondernemer heeft gedaan ter oplossing van de klacht, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De consument is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het reglement van de commissie in die zin derhalve ongegrond.
De ondernemer is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Webshop, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, mevrouw mr. H.F. Lankhorst, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 6 maart 2023.
Datum verzending: 13 maart 2023
Zaaknummer : 132892/151528