
Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT05-0019
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de (ver)koop van een zonnepaneel, welke overeenkomst is gesloten op 4 augustus 2003. De koopprijs bedroeg € 830,–.
De consument heeft op 14 december 2004 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Door inwatering van het aansluitpunt van de stroomkabel op het zonnepaneel functioneerde het zonnepaneel binnen 1 jaar na aankoop niet meer, terwijl de consument bewust gekozen had voor een duurzaam paneel dat volgens de productfolder geschikt is voor montage op het kajuitdak van een zeegaand zeiljacht.
De fabrikant van het zonnepaneel suggereert dat de oorzaak van de inwatering is dat er te hard aan de aansluitkabel is getrokken waardoor het aansluitpunt is beschadigd en zodoende kon inwateren. De fabrikant wil daarom de garantie niet gestand doen. De consument sluit niet uit dat er ooit op het aansluitpunt of de aansluitkabel is gestaan, maar is van mening dat – als dat al de oorzaak van de inwatering is – het paneel daar tegen bestand moet zijn, omdat de productfolder suggereert dat het een overloopbaar paneel is en negens staat vermeld dat het aansluitpunt of de aansluitkabel speciale bescherming nodig heeft. Omdat het zonnepaneel is gebruikt op een manier zoals in de productfolder staat aangegeven, is de consument van mening dat de ondernemer wel verantwoordelijk is voor de schade vanwege de inwatering.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Eerst nadat de consument bij de ondernemer heeft geklaagd, heeft de consument vernomen dat er onder HISWA-voorwaarden is geleverd. Deze heeft hij ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst niet ontvangen. Van art. 9 van de HISWA-voorwaarden was de consument daarom niet op de hoogte ten tijde van het ontstaan van de klacht. De consument betwist daarom het beroep daarop door de ondernemer.
Toen de consument de schade constateerde was hij op wereldreis en bevond zich op dat moment ergens in de buurt van de Canarische eilanden. Eind september was hij weer terug in Nederland. Toen had de consument als eerst prioriteit het vinden van een woning.
De consument heeft het zonnepaneel zelf gemonteerd. De montage heeft geheel volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing plaatsgevonden.
De scheur in het paneel is ontstaan na de inwatering.
De fabriekgarantie bedraagt 3 jaar.
De consument verlangt de koopprijs retour.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De schade aan het zonnepaneel is ontstaan op 1 juni 2004. De schade is voor het eerst gemeld op 14 december 2004, derhalve ruim 6 maanden na constatering van de schade. De ondernemer heeft de zonnepanelen geleverd onder HISWA-voorwaarden. Volgens artikel 9 van genoemde voorwaarden, dienen reclames tijdig, met bekwame tijd, te worden gemeld. De melding is ruim zes maanden na het ontstaan van de klacht ingediend. Dat moet als tardief worden aangemerkt. Een periode van zes maanden kan onmogelijk worden betiteld als “binnen bekwame tijd”. Met name ook gelet op de grondslag van de klacht, zijnde inwatering, waarvan dient te worden aangenomen dat bij tijdige reparatie vervolgschade zou kunnen zijn voorkomen.
Door het in stand laten van een beschadiging gedurende een periode van minstens 6 maanden en het blootstellen van het product aan weer en wind, is de thans opgetreden schade (het onbruikbaar worden van het paneel) ontstaan. De consument heeft dit aan zichzelf te wijten en de ondernemer kan hiervoor niet aansprakelijk worden gehouden.
In de brief van 14 februari 2005 aan de ondernemer wordt door de consument voorts feitelijk toegegeven dat het evenement weliswaar heeft plaatsgevonden, maar dat het veroorzaken van de schade niet opzettelijk is geweest. Dat is geen reden om toch de schade te claimen bij de ondernemer.
Het moge verder zo zijn dat het geleverde zonnepaneel een overloophaar paneel is, echter tegen extreme belasting door trekken, schoppen of ander destructief handelen (bijvoorbeeld het laten vallen van het product zelf of het laten vallen van andere zaken op het product) kan altijd een beschadiging ontstaan. Deze kan noch aan de fabrikant, noch aan de leverancier van het product worden toegerekend. Nu het paneel in eerste instantie goed heeft gewerkt en door de consument, in tegenstelling tot thans, geen beschadigingen zijn waargenomen bij montage en aflevering van het paneel, dient het ervoor gehouden te worden dat de beschadiging tijdens gebruik door de consument heeft plaatsgevonden. De ondernemer acht zich in de gegeven omstandigheden, met name ook nadat onderzoek door de leverancier van het product heeft uitgewezen dat sprake is van beschadiging door externe factoren, niet aansprakelijk voor de door de consument geleden schade.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft ter zitting gesteld dat hij de HISWA Algemene Aannemings-, Verkoop- en Leveringsvoorwaarden (hierna: HISWA-voorwaarden) niet heeft ontvangen voorafgaand aan of ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst, zodat hij niet van art. 9 van de HISWA-voorwaarden op de hoogte was toen de klacht over het door de ondernemer geleverde zonnepaneel ontstond. De ondernemer heeft niet gesteld dat hij de HISWA-voorwaarden voor of bij het sluiten van de koopovereenkomst wel heeft overhandigd aan de consument. Uit de overgelegde stukken kan de commissie ook niet anderszins opmaken. Integendeel, uit de factuur betreffende de aankoop d.d. 4 augustus 2003 blijkt geenszins dat op de koopovereenkomst de HISWA-voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Hierin ziet de commissie aanleiding om een beroep op art 9. van de HISWA-voorwaarden in dit geval niet redelijk te achten. Aan het beroep daarop door de ondernemer gaat de commissie daarom voorbij.
Omdat de consument de overige bedingen in de HISWA-voorwaarden niet betwist, ziet de commissie geen grond om ook deze bepalingen buiten toepassing te laten. De commissie acht zich daarom ook bevoegd het geschil te behandelen.
De commissie stelt vervolgens vast dat uit de productinformatie blijkt dat het zonnepaneel volledig bestand is tegen zeewater, dat de kabelaansluiting niet breekbaar is en dat er over het zonnepaneel gelopen kan worden. Verder wordt vermeld dat het zonnepaneel speciaal ontwikkeld is voor maritieme toepassingen op zee. Over de montage van het zonnepaneel worden geen bijzonderheden vermeld, behalve dat het paneel vastgemaakt dient te worden aan alle bevestigingsogen. Een bijzondere waarschuwing voor de bevestiging van de kabel ontbreekt in ieder geval.
Op grond van bovenstaande informatie de mocht de consument er naar het oordeel van de commissie van uit gaan dat het zonnepaneel bijzonder geschikt zou zijn voor gebruik aan boord van een zeewaardig schip, waarbij het paneel aan de normale gebruiksomstandigheden aan boord van een dergelijk schip bloot gesteld zou moeten kunnen worden. Onder dergelijke omstandigheden vallen naar het oordeel van de commissie bijvoorbeeld ook externe omstandigheden als het abusievelijk stoten tegen het zonnepaneel of het staan op het zonnepaneel.
De commissie ondersteunt weliswaar het standpunt van de ondernemer dat een zonnepaneel als de onderhavige niet tegen extreme externe belasting bestand behoeft te zijn, doch de commissie acht het vanwege het bijzondere gebruik waarvoor het zonnepaneel geschikt zou moeten zijn op de weg van de ondernemer liggen aan te tonen dat de consument het zonnepaneel aan een belasting heeft blootgesteld welk op een zeewaardig boot ongebruikelijk is. Deze bewijslastverdeling klemt temeer daar de fabrikant drie jaar garantie heeft gegeven op het zonnepaneel.
Hetgeen de fabrikant en de ondernemer in dat licht hebben aangevoerd acht de commissie onvoldoende om aantoonbaar te achten dat de consument het zonnepaneel aan een belasting heeft blootsgesteld waar deze niet tegen bestand behoeft te zijn. De enkele stelling dat de aansluitkabel aan een te sterke (trek)kracht heeft blootgestaan, zoals de fabrikant heeft gesteld, is daarvoor een onvoldoende onderbouwing. Daarnaast is, anders dan de ondernemer stelt, van een erkenning door de consument ook geen sprake. In diens brief d.d. 14 februari 2005 stelt de consument in feite niets anders dan dat het zonnepaneel heeft blootgestaan aan hetgeen op een schip te doen gebruikelijk is en dat het zonnepaneel daar naar zijn oordeel tegen bestand had moeten zijn.
Vast staat dat het zonnepaneel niet meer functioneert. Op grond van het voorgaande oordeelt de commissie dat het zonnepaneel niet heeft voldaan aan hetgeen de consument daarvan mocht verwachten en dat dit aan de ondernemer is toe te rekenen. De commissie ziet daarin aanleiding om het door de consument verlangde toe te wijzen. De commissie gaat er daarbij vanuit dat het zonnepaneel niet meer te repareren is, zodat deze niet aan de ondernemer geretourneerd behoeft te worden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 830,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 31 augustus 2005.