Onduidelijkheid en daarop volgende afsluiting te wijten aan consument

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Water    Categorie: Betaling    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 34915

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft administratieve problemen en een afsluiting.   De consument heeft op 4 november 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Mijn klacht komt erop neer dat de ondernemer zonder geldige reden de watertoevoer heeft afgesloten en wel op zodanige wijze dat ik geen of in elk geval onvoldoende tijd had om tot tegenactie over te gaan. De afsluiting heeft in oktober 2009 plaatsgevonden. Daarvoor had ik al een langer lopend conflict met de ondernemer over de door mij verrichte betalingen, die door de ondernemer volledig verkeerd zijn verwerkt. Bij brief d.d. 30 juli 2009, kort voor mijn vakantie, heb ik de ondernemer ervan in kennis gesteld dat ik de discussie in handen zou stellen van mijn advocaat. Dat zou ik doen na terugkeer van vakantie, in oktober 2009. In die brief heb ik ervoor gewaarschuwd dat ik op medische gronden niet van water verstoken mocht raken. Niettemin heeft de ondernemer kort na mijn terugkeer de watertoevoer buiten werking gesteld. Nadat ik daartegen had geprotesteerd, werd de toevoer hersteld. Ik vind de handelwijze van de ondernemer verwerpelijk en daarom heb ik mij tot de commissie gewend.   De consument verlangt een uitspraak van de commissie waarbij de handelwijze van de ondernemer wordt bestempeld tot ongerechtvaardigd en in ernstige mate onzorgvuldig. Daarnaast verlangt de consument vergoeding van zijn in verband met het geschil gemaakte kosten.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument betaalt al jaren met een periodieke overboeking. Door deze wijze van betaling kunnen wij de in rekening gebrachte voorschotbedragen niet op de jaarafrekeningen specificeren. Al in 2005 hebben wij hierover met de consument gecorrespondeerd en er zijn ook gesprekken met hem gevoerd. De consument houdt echter hardnekkig vast aan zijn betalingswijze met alle administratieve complicaties van dien. Vanaf 2007 ontvingen wij geen betalingen meer van de consument. Wij waren genoodzaakt een incassoprocedure op te starten. Naar aanleiding daarvan hebben wederom gesprekken plaatsgevonden. De consument beloofde zijn betalingsgedrag aan te passen. Uit coulance hebben wij de inmiddels ontstane incassokosten gecrediteerd en de consument een bedrag van € 40,– betaald ter bestrijding van de door hem gemaakte kosten. De consument wilde echter € 200,– hebben. Daarop zijn wij niet ingegaan. Ondanks de belofte van de consument dat hij zou gaan betalen, bleven de betalingen uit. Op 20 februari 2009 stuurde de consument ons een brief waaruit bleek dat hij betalingen deed op een oud rekeningnummer dat wij niet meer gebruiken sinds juni 2007. Hierop hebben wij de consument geattendeerd en wij hebben hem tevens een betalingsherinnering gestuurd. In april 2009 ontvingen wij een brief waarin de consument aankondigde dat hij een betaling had gedaan van € 476,–. Dit was echter niet het openstaande bedrag, maar een optelsom van maandelijkse bedragen die de consument meende te moeten betalen. Wij hebben deze betaling verdeeld over de twee aansluitingen waarover de consument beschikt. Op beide aansluitingen had de consument een betalingsachterstand laten ontstaan. Bij brief d.d. 17 april 2009 hebben wij de consument nogmaals verzocht de bestaande achterstand aan te zuiveren. Omdat de consument dat niet deed hebben wij wederom een incassoprocedure opgestart. Na een bezoek van een van onze buitendienstmedewerkers ontvingen wij twee brieven van de consument, gedateerd 13 juli 2009. In een van deze brieven schreef de consument dat er in zijn huishouden een persoon aanwezig is die om medische redenen niet van water verstoken mocht blijven. Wij gaan nooit tot afsluiting over als wij een medische verklaring van een arts ontvangen. Wij hebben de consument verzocht ons een dergelijke verklaring te sturen, maar de consument weigerde dat expliciet. Daarop hebben wij besloten de afsluitingsprocedure te starten, maar omdat de consument had aangekondigd dat zowel hij als zijn advocaat met vakantie ging, hebben wij daarmee gewacht tot oktober 2009. Op 2 en 30 september 2009 zijn bij de consument waarschuwingskaarten bezorgd. Op 6 oktober 2009 hebben wij uiteindelijk de watertoevoer afgesloten. Nog dezelfde dag nam de consument contact met ons op. Hij bleek om medische redenen water nodig te hebben. Wij hebben hem wederom om een medische verklaring verzocht. Toen wij die kregen hebben wij direct de waterlevering hervat. Op dit ogenblik is er echter nog steeds een betalingsachterstand van € 651,99.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Uit het hierboven vrij uitvoerig weergegeven verweer van de ondernemer, dat door de consument niet is betwist (hij was ter zitting niet aanwezig), blijkt duidelijk dat de waterafsluiting uitsluitend is te wijten aan het eigenzinnige (betaling)gedrag van de consument, dat de ondernemer zich hiertegenover uiterst coulant heeft opgesteld en dat de ondernemer derhalve niets valt te verwijten. De klacht moet dan ook ongegrond worden verklaard.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht ongegrond. Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 26 oktober 2010.