Commissie: Kinderopvang
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
175806/185000
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De zoon van de consument heeft een ongeval gehad bij de ondernemer. Hij is met zijn gezicht op een metalen profiel gevallen dat uit de muur stak, met als gevolg dat zijn bovenlip tot zijn neus is opengescheurd. De zoon is nu bang voor andere kinderen en wil niet met ze spelen. Hij is bang om weer te vallen. De zoon heeft een litteken en angst overgehouden aan het ongeval. Niet weersproken is dat het probleem van het uitstekende metalen profiel vooraf bekend was. Naar het oordeel van de commissie had de ondernemer op zijn minst direct noodmaatregelen moeten nemen. Er is sprake van toerekenbare tekortkoming en onrechtmatig handelen. Dit wordt door de ondernemer overigens niet ontkend. De ondernemer heeft niet inhoudelijk op de klacht van de consument gereageerd. De klacht van de consument is dan ook gegrond.
De consument heeft een schadevergoeding gevraagd voor de fysieke en emotionele schade die is geleden. Op grond van het reglement van de Geschillencommissie Kinderopvang kan geen letselschade worden gevraagd. Wat betreft de materiële schade (dat is schade die in geld is uit te drukken en de kosten die zijn gemaakt) stelt de commissie deze in redelijkheid vast op € 750,–. Daarbij neemt de commissie de kosten van opvang en inwoning door de schoonmoeder die vanuit Turkije is overgevlogen in aanmerking. Dat is naar het oordeel van de commissie een goedkoop alternatief geweest van het inschakelen van een andere kinderopvang.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft een ongeval dat de zoon heeft gehad bij de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zoon heeft een ongeval gehad bij de ondernemer. Hij is geduwd door een ander kindje en is vervolgens tegen de hoek van een muur aangekomen. Door nalatigheid van de ondernemer stak een metalen profiel uit de muur. De zoon is met zijn gezicht hierop gevallen, met als gevolg dat zijn bovenlip tot zijn neus is opengescheurd.
In eerste instantie zijn drie verschillende verhalen verteld over wat er was gebeurd. Vervolgens kwam de consument er ook achter dat het probleem met het metalen profiel bekend was bij de leidinggevende. Een leidster had vijf keer aangegeven dat het gevaarlijk was en gerepareerd moest worden.
De consument heeft mondeling en schriftelijk een klacht ingediend in februari 2022 maar tot op heden geen reactie ontvangen. De leidinggevende kwam met smoesjes dat de klusjesman te druk was en dat ze niks op de muren konden plakken voor bescherming. Dit zijn absoluut geen goede redenen dat een kinderopvang zo in gebreke is.
De zoon is een verlegen jongen; het heeft lang geduurd voordat hij bij de ondernemer gewend was. Vervolgens heeft het ongeval plaatsgevonden. De zoon is nu bang voor andere kinderen en wil niet met ze spelen. Hij is bang om weer te vallen. De zoon heeft een litteken en angst overgehouden aan het ongeval. De ondernemer is niet met oplossingen gekomen.
De consument werkt fulltime. Het is heel moeilijk om het fulltime werken te combineren met een kind dat te bang is om naar de opvang te gaan. Ook zijn er lange wachtlijsten waardoor hij nergens terecht kan. Hierdoor moest de consument haar schoonmoeder uit Turkije naar Nederland halen zodat zij op haar zoon kan passen. In overleg met het consultatiebureau gaat hij vanaf half mei, twee ochtenden naar de peuterspeelzaal.
De consument verlangt een schadevergoeding voor de fysieke en emotionele schade die is geleden.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer geeft te kennen dat het dossier in behandeling is. De financiële schade wordt opgevraagd door de verzekeringsmaatschappij. De ondernemer biedt als tegemoetkoming twee maanden gratis opvang aan op woensdag en vrijdag.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De zoon van de consument heeft een ongeval gehad bij de ondernemer. Hij is met zijn gezicht op een metalen profiel gevallen dat uit de muur stak. Niet weersproken is dat het probleem vooraf bekend was. De ondernemer had op zijn minst direct noodmaatregelen moeten nemen. Er is sprake van toerekenbare tekortkoming en onrechtmatig handelen. Dit wordt door de ondernemer overigens niet ontkend. De ondernemer heeft niet inhoudelijk op de klacht van de consument gereageerd.
De klacht van de consument is dan ook gegrond.
De consument heeft een schadevergoeding gevraagd voor de fysieke en emotionele schade die is geleden.
Ingevolge artikel 5 onder a van het Reglement Geschillencommissie Kinderopvang kan de consument niet worden ontvangen in de gevorderde letselschade. Wat betreft de materiële schade stelt de commissie deze in redelijkheid vast op € 750,–. Daarbij neemt de commissie de kosten van opvang en inwoning door de schoonmoeder die vanuit Turkije is overgevlogen in aanmerking. Dat is naar het oordeel van de commissie een goedkoop alternatief geweest van het inschakelen van een andere kinderopvang.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en veroordeeld de ondernemer om binnen twee weken na verzending van dit bindend advies een bedrag van € 750,– aan de consument te betalen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer drs. T. Blom, de heer mr. P. P. van der Neut, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 12 december 2022.